Samenvatting Minitor targetting theorievak blok 2 minor bio-nanotechnologie
30 views 0 purchase
Course
Minor bio-nanotechnologie
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Complete samenvatting van het vak monitor targetting tijdens de minor bio-nanotechnologie, studie jaar 3-4. De samenvatting is per week geschreven en is dus gebaseerd op de stof die behandeld is per les. De samenvatting is volledig en bevat alle stof die men dient de leren voor het analyse gedeelte...
Monitoring en targeting van nanomaterialen
Aantekeningen les week 1
Je hebt vier belangrijke weefsels, namelijk epitheel, verbindende en steunende weefsels,
spierweefsel en zenuwweefsel. Bij epitheel ga je van apicaal naar basaal (apicaal
buitenwereld en basaal is de binnen wereld). De huid wordt gekenmerkt door allerlei lagen
van epitheel. De bovenste laag (meer verhorend epitheel), tot de basale laag (waar alle
cellen groeien). Schematisch hebben we verschillende epithelia, soms enkel laag en soms
meerlagig epitheel. Meerrijig epitheel, vaak in de darmen. Cytologie is celleer en histologie is
weefselleer. Verschillende lagen van de huid, onderin zitten kernen, bovenin zitten er geen
kernen meer (verhorning). Bij kanker kunnen de kernen tot boven in het epitheel komen, dan
heb je echt kanker. Kanker is ongeremde groei en heel veel proliferatie.
Cel. Elke cel heeft zijn eigen structuur. De celstructuur is altijd gerelateerd aan de celfunctie.
Als de functie de stof wegwaaien is, dan zal hij trilharen hebben. In de darmen microvili voor
oppervlakte vergroting.
Het cytoskelet. Het cytoskelet zit rond om de kern (blauw). Tripel kleuring, blauw, groen en
rood. Vanuit de kern gaat het cytoskelet naar de uitlopers van de cel. Het cytoskelet is
continu in beweging.
Je moet je realiseren dat als je atomen, kleine eiwitten of bepaalde virussen wil zien, dan
moet je met een elektronen microscoop bekijken. Alles daarboven kan je met een licht
microscoop bekijken. Je virussen kunnen ook groter zijn. Dus je moet weten wat je
scheidend vermogen is (1/10 micron lichtmicroscoop en 1/10 nm elektronenmicroscoop).
Lichtmicroscoop. Köhleren, 12 stappen om microscoop goed in te stellen. Je hebt
verschillende soorten microscopen. Als je de resolutie bekijkt op bijvoorbeeld het epitheel
van een long dan zie je de trilharen zitten. In cillia zitten speciale tripletten in de tubuli. Hier
zit dynine in, waardoor de trilhaar kan bewegen.
, Prokaryoten hebben geen kern. Een voorbeeld van een prokaryoot is een bacterie. Ze
hebben wel chromosomen en DNA, ook hebben ze flagellen om zich te bewegen.
Eukaryoten zijn veel uitgebreider en hebben veel meer. Als je met een elektronenmicroscoop
naar de membranen gaat kijken dan zie je dat je amfifiele moleculen hebt met eiwitten
ertussen zit. Als je membranen dicht op elkaar hebt zitten, dan zit je bij het golgi. Ook heb je
ruw ER en glas ER. Cel heeft genetische informatie, zit in de kern. DNA wordt via de
kernporiën afgeschreven naar mRNA. In de kern zitten dus poriën (die je met scanning en
transmissie), schematisch zie je dus dat de communicatie allemaal via de poriën gaat. Nu
kan het genetisch DNA communiceren met mRNA. Perinucleair betekent om de kern.
Moleculen kunnen in en uit de kern door de poriën. Via ribosomaal RNA, krijg je synthese.
Ribosomen. Je hebt vrije ribosomen en die maken de eiwitten. Als je met hoge vergroting in
het cytoplasma kijkt, dan zie je kleine knopjes. Je hebt ook gebonden ribosomen, dan noem
je het ruw endoplasmatisch riticulum.
Componenten endomembrane systeem. Als alle eiwitten gemaakt worden, dan worden
deze verpakt in het membraan. Dus alles is verbonden met vesicles (niks gaat zomaar rond).
Je hebt glad ER (geen ribosomen) en ruw ER (deze bevatten wel ribosomen). Functies
gladde ER, is synthetiseren van vetten en ontgifting. Functies ruw ER, is dus met ribosomen
en eiwit synthese. Het golgi is een verpakking industrie, hier komen eiwitten binnen en
worden ze gesorteerd en gerangschikt. Het is één groot tubulair systeem, aan de ene kant
erin en aan de andere kant er weer uit. Lysosomen, dit zijn allerlei afbraak compartimenten
(ze bevatten lysosomen en doel is digestie). Verschillende vormen, fagocytose van voedsel
vacuole, dan krijg je digestie. In het ER wordt dan iets gemaakt, dan wordt het gepakt en
gesorteerd in golgi en dan weet het eiwit waar hij heen moet. Werkt dus allemaal samen.
Belangrijk voor targetting, als je iets geeft waar komt het dan terecht (als je dingen
oraal geeft dan krijg je alle barrières van het spijsverteringskanaal). Mitochondriën, is
alles met energie in de cel. ATP, een extra fosfaat is energie. In de mitochondriën zitten
cristae, dit is oppervlaktevergroting. Hierop zitten enzymen en deze zijn nodig om energie te
genereren. Peroxisoom, is belangrijk voor de afbraak van heel veel zaken.
Cytoskelet. Bestaat uit microtubili, intermediaire filamenten en microfilamenten. Dit is
belangrijk bij transport, steun van de cel, regulatie en beweging. Het is dus een heel actief
geheel. De microtubili zijn vrij groot en bestaat uit tubuline, microfilamenten is vooral actine
en is heel klein, intermediaire filamenten zitten er tussen in qua grootte. Als je een geschikt
antilichaam hebt, kan je die filamenten aantonen (elk filament heeft zijn eigen epitoop).
Centrosomen en centriool. Centriool en samen zijn ze het centrosoom. Dit zijn allemaal
georganiseerde microtubili. Verschil met trilhaar is dat hij 9 keer 3 (triplet) een trilhaar heeft
een duplet (dus twee microtubili). Onderste plaatje centriool en bovenste een trilhaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DorianvanKuijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.