Hoorcollege 1
Naamgeving
Anatomie richt zich met name op organen, orgaansystemen en organismen. Termanologica
anatomica is de naamgeving van structuren van het menselijk lichaam in het Engels en
Latijn.
Opbouw:
- Wat is het soort: bijv. ader = vena
- Waar hoort hij bij: bijv. de lever = hepar
- Zijn er meer van, zo ja, welke is dit: bijv. de rechter = dexter
- Resultaat: vena hepatica dextra
Nl: rechter leverader
De anatomische (referentie) stand:
Assen en vlakken van het lichaam
Assen:
Van voor naar achter = saggitale as (pijl) = van ventraal (anterieur) dorsaal (posterieur)
Van links naar rechts = transversale as = lateraal mediaal lateraal
Van boven naar beneden = longitudinale as = craniaal (superieur) caudaal (inferieur)
Vlakken:
Frontale vlak staat haaks op sagittale as.
Sagittale vlak verdeelt lichaam in linker- en rechterdeel en staat
haaks op transversale as. Mediane vlak = midsagittale vlak (ligt
precies in het midden)
Transversale vlak staat haaks op longitudinale as.
1
, Proximaal = dichter bij de oorsprong (romp).
Distaal = verder bij de oorsprong vandaan.
Voorbeeld: elleboog ligt distaal ten opzichte van de schouder en
proximaal van de hand.
Ook bij maagdarmkanaal worden deze termen gebruikt. Mond =
proximaal, anus = distaal. Maag ligt proximaal van de dunne darm,
dikke darm ligt distaal van de dunne darm.
Orgaansystemen
We hanteren 11 orgaansystemen: alle organen in een orgaansysteem werken in principe
samen. Sommige organen werken in meerdere orgaansystemen.
1) De huid (integmentum)
Organen/structuren: Functies:
- Huid - Bescherming
- Haar - Regulatie temperatuur
- (zweet)klieren - Gaswisseling
- Nagels
2) Skelet
Organen: Functies:
- Botstukken - Bescherming en steun
o Bot - Aanhechting pezen, spieren en ligamenten
o Kraakbeen - Bloedcel vorming
o Beenmerg - Calcium- en fosfaathuishouding
Menselijke lichaam heeft ongeveer 206 botten, kinderen ongeveer 350 (zitten nog
groeischijven tussen). Skelet wordt ingedeeld in:
Axiaal skelet:
- Cranium (schedel)
- Columna vertebratis (wervelkolom)
o 7 halswervels (vert. cervicales)
o 12 borstwervels (vert. thoracales), ribben (costae), borstbeen (sternum)
o 5 lendewervels (vert. lumbales)
o 5 heiligbeenwervels (vert. sacrales)
o 2-5 stuit-/staartwervels (vert. coccygeales)
- Costae (ribben) en sternum (borstbeen)
Appendiculair skelet: ‘aanhangsel’
- Membrum superius en inferius (extremiteiten)
Bovenste extremiteit:
Schoudergordel: Onderarm:
- Sleutelbeen (clavicula) - Spaakbeen (radius)
- Schouderblad (scapula) - ellepijp (ulna)
Bovenarm: Hand:
- Opperarmbeen (humerus) - handwortelbeentjes (carpalia)
2
Naamgeving
Anatomie richt zich met name op organen, orgaansystemen en organismen. Termanologica
anatomica is de naamgeving van structuren van het menselijk lichaam in het Engels en
Latijn.
Opbouw:
- Wat is het soort: bijv. ader = vena
- Waar hoort hij bij: bijv. de lever = hepar
- Zijn er meer van, zo ja, welke is dit: bijv. de rechter = dexter
- Resultaat: vena hepatica dextra
Nl: rechter leverader
De anatomische (referentie) stand:
Assen en vlakken van het lichaam
Assen:
Van voor naar achter = saggitale as (pijl) = van ventraal (anterieur) dorsaal (posterieur)
Van links naar rechts = transversale as = lateraal mediaal lateraal
Van boven naar beneden = longitudinale as = craniaal (superieur) caudaal (inferieur)
Vlakken:
Frontale vlak staat haaks op sagittale as.
Sagittale vlak verdeelt lichaam in linker- en rechterdeel en staat
haaks op transversale as. Mediane vlak = midsagittale vlak (ligt
precies in het midden)
Transversale vlak staat haaks op longitudinale as.
1
, Proximaal = dichter bij de oorsprong (romp).
Distaal = verder bij de oorsprong vandaan.
Voorbeeld: elleboog ligt distaal ten opzichte van de schouder en
proximaal van de hand.
Ook bij maagdarmkanaal worden deze termen gebruikt. Mond =
proximaal, anus = distaal. Maag ligt proximaal van de dunne darm,
dikke darm ligt distaal van de dunne darm.
Orgaansystemen
We hanteren 11 orgaansystemen: alle organen in een orgaansysteem werken in principe
samen. Sommige organen werken in meerdere orgaansystemen.
1) De huid (integmentum)
Organen/structuren: Functies:
- Huid - Bescherming
- Haar - Regulatie temperatuur
- (zweet)klieren - Gaswisseling
- Nagels
2) Skelet
Organen: Functies:
- Botstukken - Bescherming en steun
o Bot - Aanhechting pezen, spieren en ligamenten
o Kraakbeen - Bloedcel vorming
o Beenmerg - Calcium- en fosfaathuishouding
Menselijke lichaam heeft ongeveer 206 botten, kinderen ongeveer 350 (zitten nog
groeischijven tussen). Skelet wordt ingedeeld in:
Axiaal skelet:
- Cranium (schedel)
- Columna vertebratis (wervelkolom)
o 7 halswervels (vert. cervicales)
o 12 borstwervels (vert. thoracales), ribben (costae), borstbeen (sternum)
o 5 lendewervels (vert. lumbales)
o 5 heiligbeenwervels (vert. sacrales)
o 2-5 stuit-/staartwervels (vert. coccygeales)
- Costae (ribben) en sternum (borstbeen)
Appendiculair skelet: ‘aanhangsel’
- Membrum superius en inferius (extremiteiten)
Bovenste extremiteit:
Schoudergordel: Onderarm:
- Sleutelbeen (clavicula) - Spaakbeen (radius)
- Schouderblad (scapula) - ellepijp (ulna)
Bovenarm: Hand:
- Opperarmbeen (humerus) - handwortelbeentjes (carpalia)
2