Pedagogisch Werk 1 - Thema 5: Stimulering van ontwikkeling
● Ontwikkelingsgericht werken
De ontwikkeling van het kind is leidend. Je kijkt naar wat het kind op dat moment kan en
interessant vindt, en past daar de activiteiten op aan. Je kijkt minder naar het
programma/schema en meer naar de behoefte van het kind. Je moet je manier van werken dus
continu aanpassen.
Vijf kernactiviteiten:
● Spelactiviteiten
Bijv. rollenspellen of spellen die bijdragen aan hun lichamelijke ontwikkeling. Belangrijk
is dat je zelf ook deelneemt.
● Constructiespel en beeldende activiteiten
Ze halen iets uit elkaar of ze bouwen iets nieuws met constructiemateriaal.
● Gespreksactiviteiten
Door met ze in gesprek te gaan stimuleer je de taalontwikkeling. Je krijgt een goed beeld
van wat ze willen waar ze mee bezig zijn, hierdoor kun je je activiteiten laten aansluiten
op hun belevingswereld.
● Lees- en schrijfactiviteiten
Denk aan lezen, werken met boeken en zelf verhalen schrijven.
● Reken- en wiskunde
Meten, tellen en ruimte. Laat kinderen bijvoorbeeld onderzoek doen naar het aantal
auto’s dat door de straat rijdt.
● Ontwikkelingsstimulering
Kinderen zodanig ondersteunen en uitdagen, dat ze hun cognitieve, sociaal-emotionele en
motorische vaardigheden ontwikkelen. Het kind staat centraal; moeten voldoen aan een
vastgestelde norm kan onplezierig zijn. Het is belangrijk dat kinderen de ruimte krijgen om
zichzelf te ontwikkelen en dat hun omgeving ze daarbij ondersteunt. Dit is niet
activiteit-gebonden, maar gaat de hele dag door. Het is een methodiek.
● Programmagericht werken
Tegenovergestelde van ontwikkelingsgericht werken. Je stelt doelen waaraan kinderen van een
bepaalde leeftijd moeten voldoen (bijv. kunnen omrollen na 4 maanden). De manier van werken
en onderwerpen staan vast.
● Zone van naaste ontwikkeling (Vygotsky, Russische ontwikkelingspsycholoog)
, Vaardigheden die het kind nog niet zonder hulp kan uitvoeren. Je moet het kind stimuleren.
Hiervoor is het belangrijk dat je zicht hebt op de zone van actuele ontwikkeling.
● Zone van actuele ontwikkeling (Vygotsky, Russische ontwikkelingspsycholoog)
Wat het kind op dit moment kan.
Ontwikkelingsgericht werken betekent dus: rekening houden met de zone van actuele
ontwikkeling en de zone van naaste ontwikkeling.
● VVE-programma’s
Richt zich op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen. Zo voorkom je dat kinderen
achterstanden oplopen.
● Thematisch werken
Kinderen werken aan bepaalde thema’s, zodat ze verbanden leren leggen. Goed voorbeeld van
ontwikkelingsgericht werken. Binnen een thema stimuleer je kinderen om te leren. Voor jonge
kinderen is spel en ontdekking belangrijk, in de bovenbouw gaat het meer om een
onderzoekende houding.
● Baby’s leren in korte tijd heel veel. Interactie is een belangrijk onderdeel bij het stimuleren van
de ontwikkeling. Ontwikkelingsgericht werken bij baby’s gaat er om dat je aandacht hebt voor
het kind bij alles wat je doet, bijv. verschonen van de luier, eten geven, etc. Je stimuleert de
lichamelijke ontwikkeling het meest door met de baby te spelen. Praten tegen een baby is de
meest zinvolle manier om de taalontwikkeling te stimuleren. Hoewel een baby niet kan praten,
hoort hij alles wat je zegt.
● Dreumes en peuters kunnen praten en lopen, en gaan zelf op zoek naar nieuwe avonturen. Zij
moeten begeleid worden bij die zoektocht. De ontwikkeling stimuleer je door alledaagse dingen
te doen: eten, aankleden, spelen. Ze willen graag de wereld ontdekken en een stimulerende
omgeving zorgen ervoor dat ze dit ook gaan doen. Geef een dreumes toegang tot uitdagende
materialen zoals papier, potloden en speelgoed. Voor de taalontwikkeling is het belangrijk dat je
alles benoemt wat ze zien en gebruiken. Ze begrijpen dat alles een naam heeft. Bij een peuter is
er veel aandacht voor het stimuleren van zelfredzaamheid. Je geeft ze klusjes en uitdagingen
(opruimen, tafel dekken, veters strikken).
● Kleuters leren dat zij niet het middelpunt zijn. Samen spelen moet je stimuleren. Hiermee
ontwikkelen ze sociale vaardigheden. Op sociaal-emotioneel gebied krijgen ze ook steeds meer
behoefte aan samenspelen. De fijne motoriek ontwikkelt zich door bijvoorbeeld knutselen. Ze
gaan taal beter begrijpen. Fouten maken mag nog! Kijk goed naar de zone van naaste
ontwikkeling.
, ● Schoolkinderen ontwikkelen zich vooral op cognitief en sociaal-emotioneel gebied. School past
zich daarop aan door het kind op cognitief vlak meer uit te dagen. Door te observeren en met
het kind te praten krijg je een goed beeld wat het kind al kan en waar het nog moeite mee heeft.
Omdat schoolkinderen zichzelf beter begrijpen, kun je hier gesprekken over voeren met ze ipv
via spel. Kinderen op deze leeftijd zijn vaak erg geïnteresseerd dus ga met ze in gesprek over
dingen en ondersteun ze bij het zoeken van informatie.
Pedagogisch Werk 1 - Thema 6: Taalontwikkeling
● Taal
Uitingen van communicatie. Mensen gebruiken woorden, gebaren, mimiek, lichaamshouding,
intonatie en symbolen bij het spreken, luisteren, lezen en schrijven. Ze stellen elkaar vragen,
vertellen verhalen en delen gevoelens.
Taal heeft drie functies die je vaak tegelijkertijd gebruikt:
● Communicatieve of sociale taalfunctie: Interactie tussen mensen.
● Conceptualiserende of cognitieve taalfunctie: Je geeft betekenis aan zaken.
● Expressieve functie van taal: op persoonlijke manier uitdrukking geven aan emoties.
● Uitingsvormen
Je gebruikt taal op meerdere manieren. Denk aan gesproken taal, geschreven taal, gebarentaal,
mimiek, lichaamstaal en beeldtaal. Ook taalexpressie is een vorm van taal.
Door taal begrijp je elkaar en kun je met elkaar communiceren. Je leert de wereld en alles wat
daar gebeurt kennen en begrijpen. Taal helpt ook bij de ontwikkeling van zelfbesef en de eigen
identiteit, en is belangrijk voor de sociale ontwikkeling: om in een groep te kunnen functioneren
moet je dezelfde taal spreken.
● Taalverwerving
Het eigen maken van een taal. De belangrijkste periode ligt tussen 0 en 5 jaar. Het kind
ontwikkelt taalbegrip. Opvoeders spelen de belangrijkste rol hierin.
● Taalbegrip
Je leert wat taal inhoudt.
● Taalproductie
Je leert hoe je taal kan gebruiken. Spelenderwijs ervaren kinderen dat taal een functie heeft.
● Woordenschat
Alle woorden die een persoon kent. In taalverwerving is de woordenschat geen verzameling van
woorden maar van met elkaar verbonden begrippen, die je onderhoudt in relatie met elkaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marloesvanbedaf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.32. You're not tied to anything after your purchase.