Summary Nectar / Biologie 4 Havo / deel Leerboek - Science
Class notes Biomaths Nectar / Biologie 4 Havo / deel Leerboek
Biology 12th edition by Sylvia s Mader Test Bank
All for this textbook (3)
Written for
Secondary school
HAVO
Biologie
4
All documents for this subject (1995)
Seller
Follow
IlseAerts
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 7 – Soorten en relaties
Samenvatting
7.1 Soorten
Onder de rendieren in Finland sterven jaarlijks honderden soortgenoten. Dit komt doordat er zo veel
muggen in het gras zitten dat rendieren liever op een verharde weg lopen. Voor de rendieren zijn
zowel muggen als mensen een biotische factor: de invloed die een organisme heeft op andere
organismen. Sommige Finnen bespuiten de geweien van de dieren met lichtgevende verf zodat ze
beter opvallen in het donker. Naast biotische factoren beïnvloeden ook abiotische factoren het leven
van organismen. Dit zijn factoren uit de levenloze natuur zoals wind, regen, zonlicht, temperatuur en
de grondsoort. Elk abiotische factor bepaalt mee of een dier- of plantensoort kan overleven in een
bepaald ecosysteem. Voor iedere abiotische factor heeft elke soort zijn eigen tolerantiegebied. Dit
gebied omvat alle waarden van een abiotische factor waarbij een bepaalde soort kan overleven. Bij
waarden buiten de tolerantiegrenzen sterven alle organismen van die soort. Bij de maximum- en
minimumwaarden kunnen maar weinig individuen overleven. De meeste individuen van een soort
komen voor rond de optimumwaarden van de abiotische factoren.
Dieren hebben in verschillende landen een andere naam. Zo heet een rendier in Zweden een renar.
Biologen gebruiken liever de wetenschappelijke naam in het Latijn, Rangifer tarandus. De
wetenschappelijke naam bestaat altijd uit twee delen.
1. Voorop, met een hoofdletter, staat de nam van het geslacht waartoe het organisme behoort.
Rangifer
2. Na de geslachtsnaam komt de soortaanduiding. Tarandus. Geschreven met een kleine
letter. Een soort is een groep organismen die zich onderling geslachtelijk voortplanten en
vruchtbare nakomelingen krijgen.
Achter de tweedelige naam staat soms nog een letter of een naam. Dat is bijvoorbeeld de naam van
de ondersoort of een toevoeging, bijvoorbeeld ‘L’. van Linnaeus, de persoon die de soort als eerste
beschreven heet. Een ondersoort is meestal een geografische afgescheiden groep soortgenoten met
iets afwijkende kenmerken. Hebben mensen een groep dieren gefokt of planten gekweekt, dan
spreek je van een ras.
Ordenen voorkomt verwarring en onnodig zoeken. Hetzelfde geldt voor ordening en naamgeving van
soorten organismen. De verwarring over de naam van het rendier is verleden tijd zodra je de juiste
wetenschappelijke naam gebruikt. Linnaeus bedacht ook een systeem van ordening. Hij plaatste
soorten bij elkaar in steeds grotere groepen: organismen soorten geslachten families
ordes. Een aantal soorten met gemeenschappelijke kenmerken vormt samen een geslacht. Een aantal
geslachten vormt samen een familie. Een wolf heeft de wetenschappelijke naam lupus. Samen met
andere soorten van het geslacht Canis hoort hij bij de familie van de hondachtigen. Samen met een
aantal andere families horen de hondachtigen bij de orde van de vleeseters. Boven de orden zijn er
nog andere, grotere groepen. Bovenaan zette Linnaeus de rijken (Binas 92A). De wolf hoort bij het
dierenrijk. Tegenwoordig plaatsen biologen boven de rijken nog de domeinen. Een domein is een
groep organismen met een vergelijkbare celbouw. Wolven behoren tot het domein eukaryoten,
organismen die cellen hebben met een celkern. Via DNA-onderzoek verzamelen onderzoekers
informatie om de indeling van soorten te verbeteren waardoor de namen van soorten en hun
indelingen weleens veranderen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IlseAerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.30. You're not tied to anything after your purchase.