Samenvatting over levenscyclus 2, PGO taak 7 t/m 12. Jaar 1 toegepaste biologie. Per taak de belangrijkste punten samengevat. Pak alle leerdoelen erbij en gebruik die naast de samenvatting om te leren.
Samenvatting levenscyclus 2 taak 7 t/m 12
Taak 7 groeiregulatoren in planten
Topieën= plantbewegingen:
1) gravitropie= bewegingen op basis van zwaartekracht, wortels groeien naar beneden,
scheuten groeien naar boven. Wortels hebben positieve gravitropie, scheuten negatieve
gravitropie. Gravitropie is sterker dan fototropie.
2) fototropie= bewegingen op basis van licht.
3) thigmotropie= bewegingen op basis van aanraken
statoliet= zitten aan onder kan van cel, zoeken het zwaarste punt op en zakken naar beneden.
Geven signaalstoffen af naar omliggende cellen voor celstrekking.
Hormoon= groeiregulator, een signaal molecuul, kleine hoeveelheden, productie in specifieke
cellen, veelal transport naar andere delen, bindt aan receptor, triggered respons.
Bekendste hormonen:
Auxine:
• geproduceerd in de planten top (apicale meristemen)
• betrokken bij
- stengel verlengen
- apicale dominantie, in de apicale kop wordt
auxine geproduceerd, als dit absent is gaan
zijscheuten groeien.
- wortel ontwikkelen bij stekken
- synthetische vormen gebruikt als herbicide,
bestrijdt breedbladig onkruid in akkers met
monocotyle gewassen. Een monocotyl kan
auxine snel afbreken, maar een dicotyl niet, een
herbicide met auxine werkt dus goed bij een
dicotyl.
- positieve gravitropie
- vruchtontwikkeling
- bevorderd parthenocarpie
apicale dominantie= top heerst over de andere
knoppen
axillaire knoppen= zijknoppen van plant.
parthenocarpie= benaming voor fruit dat zich
ontwikkelt zonder dat er bevruchting plaats gevonden
heeft.
, • kieming
• embryo ontwikkeling
meristeem= groeipunt.
Gibberelline
Geproduceerd in:
• Jonge bladeren
• Top meristeem
• Embryo’s
Betrokken bij:
• Stengel verlenging
• Bloei
• Kieming
zaden vormen gibberelline, maar de
pitloze druif heeft geen zaden. Door dit
toe te voegen groeit de vrucht veel
groter. Zo vervang je de groei die het
zaad zou veroorzaken.
1) Als een zaad water opneemt
laat het gibbereline los, dit zend
een signaal naar aleuron, de
buitenste laag van het
endosperm
2) Het aleuron reageert op
gibbereline door het
synthetiseren en afscheiden van spijsverteringsenzymen die nutiënten hydrateren die zijn
opgeslagen in het endosperm
3) Suikers en andere voedingsstoffen die door het scosperma uit endosperm worden
opgenomen worden tijdens de groei van het embryo in een zaailing geconsumeerd.
4)
Ethyleen
Geproduceerd in:
• Stengelknopen (nodes)
• Rijpend fruit
• Stervend weefsel
Betrokken bij:
• Bladval
• Vruchtrijping
• Apicale dominantie
• Bloei
• Stress response
• Vermindering stelrekking
• Stengelverdikking
2
,Bananen worden groen geplukt, het plukken zorgt voor vrijkomen van meer ethyleen, wat de
rijping versnelt. Dit is een positieve stimulus wat de productie stimuleert. Appels en tomaten
hebben ongeveer hetzelfde.
Abscisine zuur (ABA)
Geproduceerd in:
• Alle cellen met plastiden
Betrokken bij:
• Kiemrust
• Reactie op waterstress
Jasmonzuur
Planten gaan excessieve herbivoren tegen met fysieke verdediging zoals doornen en chemische
verdediging zoals vies smakende toxinen. Planten kunnen met elkaar communiceren om zich te
wapenen tegen herbivoren. Sommige planten lokken een eigen biologische bestrijder aan.
Als een rups bijt in een blad herkent een receptor dit en gaat de signaaltransductieketen van start,
vluchtige verbindingen worden geproduceerd, hiermee trekt
de plant een sluipwesp aan.
Salicylzuur
Werkt vooral bij pathogneen, pathogeen wordt herkent door
recpetor, signaaltransductie gaat in gang en gaat door de
hele plant heen. Andere bladeren worden resistent. Effect is
vergelijkbaar met aspirine.
Korte dag: bloei na lange nacht (12 tot 14 uur)
Lange dag: bloei na korte nacht
Dag neutrale planten (geen licht stimulus)
Verrood licht maakt een lange nacht ongedaan (lichtflits)
• wisseling in activiteit in een etmaal
• Waarnemen van op- en ondergaande zon
• Respons:
- Fotosynthese snelheid
- Openen en sluiten van huidmondjes
- Beschikbaarheid bloemen voor bestuivers
• Schaduwrespons: stengelstrekking
Fytochroom= plant pigment dat werkt als lichtgevoelige cel.
Fytochroom verandert van vorm:
- Rood licht: kortere golf (660 nm)
- Verrood: langere golf (740 nm)
• Met fytochroom kan de plant dus:
- Seizoenen waarnemen
- Kieming activeren
- Knop rust beïnvloeden
- Schaduw ontwijken
3
, 1) het lichtsignaal wordt
gedetecteerd door de
fytochroomreceptor, die
vervolgens tenminste twee
signaaltransductieroutes
activeert.
2) Één route gebruikt cGMP
als tweede boodschapper
die proteïnekinase 1
activeert. De andere route
verhoogt het cyosolische
niveau van Ca2+ wat
proteïnekinase 2 activeert.
3) Beide routes leiden tot
expressie van genen voor
eiwitten die functioneren in
de vergroening reactie. De -ethiolering is een reeks fysiologische en biochemische
veranderingen die en plantenschiet ondergaat als reactie op zonlicht. Dit gebeurt in
voorbereiding op fotosynthese, op reactie van proteïne kinase 1 en 2 worden dus
chloroplasten gemaakt.
Geëtioleerde groei= groei bij een plant zonder of gedeeltelijk onder bldgroen meestal ok met
verlengde stengelleden. Dit gebeurt als een plant doorgroeit in het donker.
Taak 8 zintuigen, zenuwen, spieren
Een dier verwerkt een prikkel in 3 stappen:
1) sensorische receptie van een prikkel
2) integratie van impulsen in het centrale zenuwstelsel
3) een motorische respons in de spieren
5 typen receptoren
1) mechanoreceptoren= detecteren fysieke vervorming als gevolg van mechanische energie.
Denk aan het drukken op de huid, of het strekken van een spier.
2) chemoreceptoren= detecteren van stoffen. Dit kan zijn het detecteren van verandering in
concentraties opgeloste stoffen van een bepaalde stof.
3) elektromagnetisme receptoren= detecteren elektromagnetische energie, zoals licht,
elektriciteit en magnetisme.
4) thermoreceptoren= detecteren van warmte of koude, wij kennen thermoreceptoren voor
diverse temperaturen. Pepers en mentol geven een heet of juist koel gevoel omdat ze
bepaalde thermoreceptoren activeren.
5) pijnreceptoren= detecteren extreme druk of temperatuur dat weefsel kan beschadigen.
Huid
Bevat 3 van de 5 typen receptoren:
1) mechanoreceptoren
2) thermoreceptoren
3) pijnreceptoren
Aantal thermoreceptoren neemt ook pijn waar.
Oren
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller siemv01042004. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.46. You're not tied to anything after your purchase.