100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Neurologie jaar 2 - blok 6 $3.76   Add to cart

Summary

Samenvatting Neurologie jaar 2 - blok 6

1 review
 142 views  13 purchases
  • Course
  • Institution

Uitgebreide samenvatting van het vak neurologie uit jaar 2 - blok 6 (logopedie) van de hoorcolleges, werkcolleges en responsiecolleges, inclusief proeftentamen.

Preview 5 out of 52  pages

  • July 3, 2019
  • 52
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: loesomvlee • 3 year ago

avatar-seller
Samenvatting Neurologie blok 6
HC 1 AFP

Stof van vorig jaar kennen: hersenkwabben, dendrieten, zenuwstelsel groot en klein + werking,
hersenzenuwen.
 Cerebrum: cortex-delen / hersenkwabben
 Cerebellum
 Truncus cerebri
 Ruggemerg
 Zenuwbanen

Gevolgen van hersenletsel
Zichtbare gevolgen (emotioneel)
Onzichtbare gevolgen (emotioneel)

Indeling volgens Ben van Cranenburgh
 Neurologisch
 Neuropsychologisch
 Psychologisch
– Link met ICF!




Een neuropsychologische stoornis is een stoornis met betrekking tot de cognitie.
Neurologisch letsel is schade aan iets in het zenuwstelsel.
Dysartrie is neurologisch (zenuwbanen) past bij parese= zichtbaar.
Dysfagie is ook neurologisch (aansturing van de spieren).
Psychologisch is niet te zien, zoals depressie.
Anesthesie= verdoving.

Hemianopsie (neurologisch!)
- Visuele stoornis
- Halfzijdige gezichtsvelduitval (beide ogen)
- Neurologische lokalisatie: occipitaalkwab.
In de hersenen liggende zenuwbanen van het oog zijn beschadigd. Bij hemianopsie is van ieder oog
een stukje gezichtsveld uitgevallen. Het centrale gezichtsveld blijft meestal gespaard waardoor
hemianopsie niet altijd direct opvalt.
=> Op welke NPFS lijkt hemianopsie en wat is het verschil?


1

,Neuropsychologische functiestoornissen (NPFS) Namen allemaal kennen!
- Er zijn veel namen en soorten
- Tip: gebruik ABV
- Veel voorkomende:
 Afasie; alexie/agrafie
 Apraxieën: spraak/ideomotorisch
 Neglect
 Agnosieën: akoestisch/tactiel

Afasie
Taal is een cognitieve functie en valt daarmee in het geval van een stoornis onder NPFS.
Alle modaliteiten: spreken, begrijpen, lezen en schrijven (woordvindstoornissen/auditieve
begripstoornissen/alexie/agrafie).
Alexie= het onvermogen tot (begrijpend lezen.
Agrafie= het onvermogen om gedachten schriftelijk uit te drukken.
Neurologische lokalisatie: taalspecifieke gebieden en neutrale circuits (Broca, Wernicke).

Apraxie
Het onvermogen tot doelbewust handelen.
Verschillende soorten: spraak (moeilijke articulatiebewegingen), ideatoire (bv. het plan hebben om
koffie te zetten/ handelingen uitvoeren), ideomotorische, buccofaciale ect.
Neurologische lokalisatie: verschillende gebieden: LH (leasi uitval rechts visueel) en RH (uitval links),
spec.motorische schors of frontaalkwab (executief).

Neglect (neuropsychologisch)
Stoornis in de aandacht voor de stimuli afkomstig van één lichaamshelft of voor objecten of
gebeurtenissen in de omgeving van één lichaamszijde.
Stoornissen op verschillende gebieden (copying, spontaneus drawing)
- Neurologische lokalisatie: pariëtale cortex.
=> In het meeste van de gevallen zit de beschadiging in de rechter hersenhelft, in enkele gevallen in
de linkerhersenhelft.

Agnosie
- Herkenningsstoornis
- Verschillende soorten: visueel/ tactiel (je herkent het niet als een voorwerp)/ auditief (ze horen bv.
de deurbel maar herkennen het niet)/ je herkent gezichten of vormen niet ect. Dit allemaal is
prosopagnosie.
- Neurologische lokalisatie: associatiecortex in de temporaalkwab.

=> Je moet weten waar globaal in de cortex (hersenschors) de functies liggen en wat kan je
verwachten als er iets stuk is.




2

,Herstel
Belangrijke factoren in hersen (ICF persoonlijke factoren):
- conditie
- leeftijd
- motivatie
- grootte van de laesie
- aard van de laesie

Herstelmechanismen
Neurale reactivatie: het opnieuw activeren van de oude route door veel stimulatie, dat de oude
neuronen hun oude werk weer gaan oppakken.

Neutrale aanpassing: neutrale reorganisatie of neutrale compensatie.
Neurale reorganisatie: Op neuraal niveau wordt er iets anders georganiseerd dus een extra
verbinding.
Compensatie: wordt totaal overgenomen door een ander hersengebied.
=> Neurale aanpassing welke fase? Revalidatiefase.

Therapie (ICF participatie)
Therapie gericht op herstel => vorm van Neurorevalidatie.
Het zenuwstelsel beschikt over aantal ingebouwde herstelmechanismen (neurale reactivatie en
neurale aanpassing). In de therapie hier gebruik van maken! WANT: de interventie die je gebruikt
beïnvloedt de neurale processen!

Herstelmechanisme en therapeutische interventie
- Herstelmechanisme: neurale reactiviatie | interventie= stimuleren (plaatjes benoemen,
fonologische cues geven).

3

,- Herstelmechanisme: neutrale reorganisatie | interventie= strategietraining (cognitief, zodat daar
andere neurale verbindingen die functies weer kunnen uitvoeren)(preventief & adaptief).
- Herstelmechanisme neutrale compensatie | interventie= strategietrainingen (compenserend) bv.:
schrijven met een andere hand.

Neurale reactivatie |Stimuleren
Inhoud:
 Sluit aan bij het spontane herstel (acute fase, begin revalidatiefase)
 Therapeut faciliteert patiënt tot doen van doelactiviteit
 Therapeut geeft geen specifieke uitleg (impliciet leren)
 Therapeut biedt hulp die patiënt nodig heeft om de doelactiviteit uit te voeren
Doel:
‘ Echt herstel’: patiënt voert vaardigheid uit op premorbide niveau.

Neurale reorganisatie | Strategietraining
Inhoud:
 Gaat (deels) via andere weg in de hersenen
 Patiënt leert bewust een strategie aan (expliciet leren)
Doel:
Oorspronkelijke functie/ vaardigheid weer zo goed mogelijk uitvoeren.
=> geen ‘ echt herstel’, patiënt voert vaardigheid niet uit op premorbide niveau (voordat de letsel is
ontstaan).

Neurale compensatie | Strategietraining (compenseren)
Inhoud:
 Oorspronkelijke neurale banen worden omzeild
 Patiënt leert bewust andere vaardigheden in te zetten om de gestoorde functie te omzeilen
Doel:
Oorspronkelijke functie/vaardigheid omzeilen. Dus je hebt bv. een hulpmiddel om te zeggen wat je
wilt.




4

, Adaptief: kijken of de fout niet meer voorkomt (preventief) of dat iemand zichzelf kan corrigeren.
Bij welke therapievorm spelen cognitieve beperkingen een grote rol? Expliciet.
Voorbeeld 1: expliciet, het aanpassen van het tempo is strategie.
Voorbeeld 2: impliciet

Therapie
KEUZES
– Wat wil je? Waarom? => logisch?
– Keuze m.b.v. neurologische onderbouwing

HC 2 inleiding op behandeling dysartrie/ dysfagie

Definitie van Dysartrie
Dysartrie is een verzamelnaam van Neurologische Spraakstoornissen ten gevolge van afwijkingen in
kracht, snelheid, bereik, stabiliteit, tonus of nauwkeurigheid van spieren die nodig zijn voor de
realisatie van de ademhalings-, fonatie-, resonantie- en articulatie-aspecten en prosodische aspecten
van de spraak (articulatie, fonatie/stem, ademing, resonans en prosodie).
Het is een spraakstoornis veroorzaakt door beschadiging aan het zenuwstelsel, hierdoor werken de
spieren die nodig zijn voor ademen, stemgeving en uitspraak onvoldoende.

Hoe ontstaat Dysartrie?
Als gevolg van een
- Cerebrale,
- Neurodegeneratieve of
- Neuromusculaire aandoening

Gevolgen van dysartrie
Behandelingen indelen volgens ICF-niveaus!
FUNCTIE – b.v. zwakke stem
ACTIVITEITEN – het spreken
PARTICIPATIE – b.v. spreken met mensen op het werk

Classificatie van dysartrieën (hoofdkenmerken blz. 28)
• Slappe dysartrie, oorzaak kan zijn:
- Mononeuropathisch (uitval van 1 of meerdere zenuwen)
- Myogeen (niveau spier of neuromusculaire overgang)
- Bulbair (niveau hersenstam)
- UUMN: Unilateral Upper Motor Neuron disease (CVA of trauma)
• Spastische dysartrie (soms pseudobulbair genoemd)
• Atactische dysartrie (soms cerebellair genoemd)
• Hypokinetische dysartrie (Parkinson, therapie: laag en luid spreken)
• Hyperkinetische dysartrie (bij chorea/athetose of dystonie)

=> Een toets vraag kan zijn: wat voor type dysartrie heeft deze patiënt?

Meetinstrumenten dysartrie
• Radboud Oraal Onderzoek naar de 5 hersenzenuwen (ROO)
• Nederlandstalig Dysartrie Onderzoek - Volwassenen (NDO-V)




5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nathalienicky. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71184 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.76  13x  sold
  • (1)
  Add to cart