Privaatrecht is op te splitsen in personenrecht en vermogensrecht. Vermogensrecht is op te
splitsen in verbintenissenrecht en goederenrecht. Dit vind je in boek 5 en boek 3 van het
burgerlijk wetboek. In boek 3 gaat over alle goederen en boek 5 gaat alleen maar om zaken
(dingen die je kan aanraken).
Goederenrecht:
- Verhouding tussen persoon en goed
- Gesloten systeem, je hebt weinig vrijheid om dingen te bedenken
- Dwingend recht
- Goederenrechtelijke rechten: absoluut, droit de suite, prioriteit (oud recht gaat voor
nieuw recht) en separatisme in faillissement
Verbintenissenrecht:
- Verhouding tussen persoon en persoon
- Open systeem, dus meer vrijheid om zelf dingen te bedenken
- Contractsvrijheid
- Verbintenisrechtelijke rechten: relatief, geen droit de suite, paritas creditorum en
geen separatisme in faillissement.
Er zijn volledige rechten zoals eigendom art. 5.1 BW en toebehoren (vermogensrechten). Al
dat andere zijn beperkte rechten en dus afgeleid van het volledige recht. Beperkte rechten
zijn gebruiks en genotsrechten: vruchtgebruik art. 3.201 BW, erfdienstbaarheid art. 5:70 BW,
erfpacht art. 5:85 BW en opstal art. 5:101 BW. Je hebt ook beperkte zekerheidsrechten zoals
pand art. 3.236 en hypotheek art. 3.260 BW.
De eigenaar van een zaak is tevens eigenaar van al haar bestanddelen art. 3:4 BW.
Bestanddelen zijn onzelfstandige onderdelen van een zaak:
- Ideële band art. 3:4 lid 1 BW (verkeersopvattingen) zoals de toetsen bij een
laptopbord hier tellen ideële band en materiele band, maar bij een zadel van een fiets
afhalen telt alleen de ideële band. zie hier arrest depex/curatoren
En/of
- Materiele (hechte) band art. 3:4 lid 2 BW dus als je het van elkaar zou willen
verwijderen dan ontstaat er schade.
Arrest depex/curatoren: gaat over of een waterdepex een bestanddeel is van een fabriek,
aangezien je de waterdepex wel kan verwijderen zonder schade dus de ideële band, maar
hoe zit de verkeersopvatting. Hoort een waterdepex standaard in een fabriek? Nee want niet
elke fabriek heeft een waterdepex. Toch is het in dit geval wel een bestanddeel omdat het in
constructief opzicht op elkaar was afgestemd, want de waterpijpen zijn op maat gemaakt
voor de waterdepex. Dus als iets in constructief opzicht op elkaar is afgestemd dan kan dat
een grote indicatie zijn dat het in dat geval een bestanddeel is geworden. In. Dit geval was de
fabriek ook onvoltooid zonder die waterdepex.
,Voorbeelden over bestandsdelen:
- Een ingemetselde keuken is een bestanddeel van het huis op grond van art. 3:4 lid 1
en lid 2 want de keuken hoort in een huis en zonder die keuken is het huis onvoltooid
volgens arrest depex/curatoren. Ook kan je de ingebouwde keuken niet weghalen
zonder beschadiging.
- Een losstaande badkuip hoeft in de verkeersopvatting niet per se, want het is niet
noodzakelijk. Een losstaande badkuip kan je zonder beschadiging verwijderen.
- Een voordeelsleutel hoort bij de verkeersopvatting wel bij het huis want in
constructief opzicht is die sleutel op dat slot afgestemd. Zonder voordeursleutel kan
je niks met het huis dus het is wel een bestandsdeel op grond van art. 3:4 lid 1 BW.
Het is geen bestandsdeel op basis van lid 2 want je kan het zonder schade
verwijderen.
- Zonnepanelen op het dak van de woning is in de verkeersopvatting niet noodzakelijk,
want niet ieder huis heeft zonnepanelen. Maar of je het weg kan halen zonder
beschadiging ligt aan wat voor soort zonnepanelen het zijn. Als ze zijn geïntegreerd in
de dakpannen dan kan je ze niet weghalen zonder beschadiging, maar als ze op de
dakpannen liggen dan kan je het wel weghalen zonder beschadiging.
Dus bij de vragen is het een bestanddeel? Altijd artikel 3:4 lid 1 en/of lid 2 BW erbij pakken.
Rechten van een eigenaar zijn:
- Gebruiksrecht hier zijn nadere eisen aan gesteld. Als je een laptop hebt mag je het
gebruiken maar niet tegen iemand z’n hoofd aangooien.
- Recht op afgescheiden vruchten als je een appelboom hebt mag je ook gebruik
maken van de appels die eraf komen. Als je geld hebt op een spaarrekening mag je
ook gebruik maken van de rente.
- Beschikkingsbevoegdheid jij hebt het recht om het te verkopen
- Revindicatie art. 5:2 BW dus je kan jouw eigendom terugeisen als je het hebt
uitgeleend.
Relatie tot faillissement bezitter/niet eigenaar c.q. houder.
Individualiseringsbeginsel: je moet kunnen aantonen wat precies van jou is hier hoort artikel
3:109 j.o. 3:119 BW bij. Vatbaar voor eigendom zijn gevisualiseerde zaken, en niet slechts
naar de soort of hoeveelheid bepaalde zaken. Dit heeft gespeeld in arrest teixeira de mattos
Arrest teixeira de mattos: er was een bank en die had aandelen uitgedeeld door middel van
certificaten die allemaal gelijk waren. De certificaten waren aan heel veel personen
uitgedeeld. Bank ging failliet en de man kwam met zijn certificaten zijn geld halen, maar hij
kon niet aantonen welke 10 certificaten precies van hem zijn. Hij kon zijn certificaten niet
individualiseren. Dit arrest heeft te maken met het individualiseringsbeginsel.
Als je eigenaar bent van de grond ben je eigenaar van alles wat erop staat, dit heeft ook met
natrekking te maken. Wat er bij grond hoort staat er in art. 5:20 lid 1 bw. Hier hoort ook het
portacabin arrest bij.
Arrest portacabin: is een portacabin roerend of onroerend? De portacabin staat niet op de
grond maar is een onderdeel van de grond, en moet duurzaam ter plaatste blijven. Daarom
, moet de portacabin toch als onroerend. Het duurzaam met de grond verenigd staat in art.
5:20 lid 1 sub e BW.
Bezit en houderschap staat in art. 3:107 en verder BW.
Houden (in ruime zin): uitoefening feitelijke macht over een goed is op te splitsen in: voor
jezelf en voor een ander.
Voor jezelf houden is bezitter en dat kan onmiddellijk en middellijk.
Voor een ander houden is houden en dat kan in onmiddellijk en middellijk.
Middellijk is als je het niet in je handen hebt en onmiddellijk is als je het wel in je handen
hebt.
Voorbeeld: een ov-fiets is houderschap. Een bibliotheek is ook een voorbeeld van
houderschap of leenlaptops.
De verkrijging van bezit kan door middel van:
- Occupatie
- Bezitsoverdracht: meerdere manieren
- Opvolging onder algemene titel staat in art. 3:80 BW. Dit is als je erfgenaam bent of
als je in gemeenschap in goederen trouwt.
Bezitsoverdracht is door 2 manieren: door feitelijke overgave art. 3:114 BW of zonder
feitelijke overgave art. 3:115 BW zoals constitutum possessorium (C.P.), brevi manu en longa
manu.
Opdracht van de powerpoint:
Vraag 1: Said is middellijk bezitter art. 3:107 lid 1 en lid 3 j.o. 3:108 BW
Alexia is middellijk houder art. 3:107 lid 3 en lid 4 j.o. 3:108 BW
Fietsenmaker is onmiddellijk houder art. 3:107 lid 4 en lid 2 j.o. art. 3:108 BW.
Vraag 2: de fietsenmaker houdt voor Alexia en Alexia houdt de fiets voor Said. De
fietsenmaker heeft verder niks met Said te maken.
Een houder kan geen bezit overdragen (nemo-plusbeginsel) maar wel bezit verschaffen door
feitelijke overgave of zonder feitelijke overgave (c.p. – brevi manu – longa manu). Levering
c.p. door houder is niet mogelijk op grond van het interversieverbod, gaan we het later nog
over hebben.
Verbod van inversie art. 3:111 BW.
Inhoud verbod:
- De houder kan zijn houderschap niet zomaar wijzigen in een houderschap voor
zichzelf
- De houder zichzelf niet wijzigen van een houder voor de een in houder voor de ander
Uitzonderingen:
1. Medewerking van middellijk bezitter
2. Houder spreekt recht ander tegen (gericht tegen de middellijk bezitter).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noaterhorst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.