Diversiteit & klas management
H1: Inleiding
Begrip: diversiteit
• = alle mogelijke verschillen die kunnen bestaan tussen mensen die in onze maatschappij
samenleven
o Bv. demografisch (leeftijd, religie, gender, seksuele diversiteit, cultuur), fysieke
mogelijkheden, maar ook over verschil in karakters, opleidingsniveau, vakgebieden,
organisatiecultuur, …
belang van het thema ‘diversiteit’ voor zijn rol als leraar:
• vaardigheden hebben om met jongeren aan de slag te gaan -> ontwerpen en realiseren van
krachtige leeromgevingen -> preventie voor problemen in de klas.
• Rol van onderwijs = respect aanleren, leren omgaan met diversiteit (= Eindterm SO ->
burgerschapscompetenties)
• Belang: gevoel van verbondenheid -> motivatie
Begrip: cultuur
• = geheel van waarden, normen, gedragsmodellen, regels, instellingen, kennis, wetenschap en
ideeën, materiële producten en kunstvoorwerpen waarover een maatschappij beschikt.
• Cultuur van een samenleving = alles wat te maken heeft met het dagelijkse leven
o Bv. eetgewoontes, bouwstijlen, tv-programma’s, sporten, hobby’s, kleding, kunst,
muziek, omgangsregels, …
3 niveaus in cultuur (Hidalgo) omschrijven & verbonden gevaar
1 2 3
1&2
3
Driehoek = ijsberg
Lijn = waterpeil
Symbolisch = onder waterpeil omdat niet snel zichtbaar
is. (zijn uw overtuigen/waarden)
Gevaar = stereotypering (‘normdenken’)
• bekijk iemands cultuur niet enkel op het concrete niveau
o bv. metal-liefhebber is méér dan iemand die luistert naar heavy metal muziek.
o bv. moslim is méér dan iemand die toeleeft naar de Ramadan.
,Vormen van socialisatie (-> aanleren eigen referentiekader):
• Primaire socialisatie (begin)
o Gezin en peergroup
o -> Focus op basisregels
o Bv. Huisregels zoals geduld, eerlijkheid, …
• Secundaire socialisatie
o School, verenigingen, werkomgeving
o -> Focus op specifieke sociale rollen
o Bv. Zwembadregels, schoolreglement, …
• Tertiaire socialisatie
o Via massamedia
o Krachtige invloed op alle betrokkenen in een samenleving
o Bv. Anonieme massamedia zoals reclame, overheid, …
Verband tussen waarden, normen en cultuur
• Cultuur = o.a. waarden en normen
o Waarden = algemene, abstracte richtlijnen die uitdrukken wat een bepaalde
samenleving of een bepaalde persoon als goed, juist en dus nastrevenswaardig
beschouwt.
▪ Cultuur-/plaatsgebonden (= hangt van land tot land af)
▪ Tijdsgebonden (= vroeger tov het heden, bv. vrouw = huisvrouw vroeger)
o Normen = concrete gedragsregels die aangeven hoe we ons in een bepaalde situatie
moeten gedragen. Normen zijn gebaseerd op waarden.
▪ maken het gedrag van een ‘groepslid’ voorspelbaar
▪ essentieel zijn voor het leven in groep (bv. schoolreglement)
• Integratie van cultuur in je persoonlijkheid -> volledige verinnerlijking
o Verinnerlijking = normen en waarden van zelfsprekend geworden.
• Veroorzaakt moeilijkheden bij kennismaking met nieuwe culturen of mensen uit andere
cultuur
o Moeite om hun waarden en normen als goed, juist of evenwaardig te beschouwen
o Bv. monogamie vs polygamie, eten aan tafel vs eten voor TV, op tijd komen vs 10
minuutjes te laat komen.
o Bewust zijn dat leerlingen ‘anders’ dan jou zullen denken of handelen.
“To be is to be related” (Jiddu Krishnamurti)
Identiteitsvorming
-> bepaalt door: nature & nurture en zelfbepaling
Kruispuntdenken in verband
-> kijken naar diverse assen
Sommige ingevulde assen zijn volgens onze maatschappij
belangrijker dan andere assen. M.a.w. sommige mensen
zijn meer geprivilegieerd.
,Verschil tussen normdenken en kruispuntdenken
• Normdenken (= ééndimensionaal denken)
o = heersende normen of wat we 'normaal', niet-afwijkend, 'gewenst' vinden, bepalen
de impact van deze ordeningsprincipes.
o Bv. Alya = 14-jarige moslim
• Kruispuntdenken (= multidimensionaal denken, meervoudige visie op identiteit)
o = een manier van denken over verschillen tussen mensen.
o De dynamiek en de gelaagdheid van (eigen) identiteiten duiden.
o Bv. Alya = 14-jarig meisje met alleenstaande moeder, vader gestorven, Afghaanse
roots, moeder werkt voltijds in boekhoudkantoor, leest enorm graag, doet aan
taekwondo, …
Belang kruispuntdenken voor de leraar (voorkomen discriminatie)
• Bij normdenken ontstaat het risico op stereotypen en vooroordelen. (discriminatie)
• -> kruispuntdenken = beste optie, voorkomen stereotypering en vooroordelen.
o Zoek naar wie je leerlingen écht zijn (talenten, achtergrond, dromen, familie, …).
o Diverse werkvormen zijn hierbij bruikbaar.
2 systemen van denken volgens D. Kahneman
• SYSTEEM 1 = intuïtie
o Is steeds actief
o leidt vaak tot vooroordelen
• SYSTEEM 2 = rationeel
o Treedt pas in actie bij bewuste inzet
o Beïnvloedbaar door systeem 1
aan de hand van een eigen voorbeeld aantonen dat hij inzicht heeft in de relatie tussen persoon,
maatschappij en cultuur (to be is to be related);
Selffulfilling prophecy/pygmalion effect
• = iemand gaat presteren naar de verwachting die gezaghebbende anderen van hem of haar
hebben, in positieve of negatieve zin.
• Het komt erop neer dat hoe hoger de verwachting is van iemand, hoe beter diegene zal
presteren, en omgekeerd.
• Bv. Ik ben niet intelligent dus ik zal minder goed scoren op de intelligentie-test.
Het halo- en horneffect
• HALO-effect
o aanwezigheid van een bepaalde positieve kwaliteit -> vermoeden andere positieve
kwaliteit bevat.
o Bv. een beleefde leerling zal ook slim zijn…
• HORN-effect
o aanwezigheid van een bepaalde negatieve kwaliteit -> vermoeden andere negatieve
kwaliteit bevat.
o Bv. een onbeleefde leerling zal ook wel minder slim zijn…
, Nieuwere vormen van autoriteit nodig in het onderwijs.
• “Een leraar staat niet voor de klas. Een leraar staat in de klas.”
• minder plaats voor ‘macht’ van de opvoeder
• meer uitgaan -> kracht van opvoeders en een gelijkwaardige relatie tussen opvoeder en kind
H2 Zorgcontinuüm en leersteun
Begrippen:
• Betrokkenheid
o de intensiteit van de activiteit, naar de mate van concentratie, naar het ‘opgeslorpt
worden’ door de activiteit.
o lange tijd bezig zijn met eenzelfde activiteit en hij vergeet hierbij de tijd
o betrokkenheid bepaalt door -> activiteit aansluit bij de exploratiedrang en de grens
van de mogelijkheden van de leerling
• Welbevinden
o = de toestand van iemands gevoelsleven
o Beschikt over welbevinden -> positief zelfbeeld, voeling is met zichzelf en aan de
menselijke basisbehoeften voldoet.
• Competentiegevoel
o de leerling de indruk heeft dat hij in voldoende mate aan de verwachtingen voldoet
die gesteld worden door de leraar, door de ouders, door medeleerlingen, …
o -> gevoel hebben dat het aanbod afgestemd is op zijn mogelijkheden.
o -> persoonlijke verdienste van de leerling zijn dat het resultaat bereikt werd, anders
neemt de voldoening af en ontstaat verveling.
• Competentieniveau
o Lijkt op competentiegevoel maar is een objectief gegeven (in dit geval de scores op
toetsen en opdrachten, enz.
o Ligt op lijn met competentie gevoel -> goed/laag presteren zorgt voor een goed/laag
competentiegevoel
• Zorgverbreding
o = streven naar zorgbreedte door het onderwijsaanbod beter af te stemmen op de
verschillen tussen leerlingen
o zodat zoveel mogelijk leerlingen zoveel mogelijk profiteren van het onderwijs
o Maximale zorgbreedte = onderwijs perfect op maat van elke individuele leerling.
▪ -> Moeilijk tot onmogelijk.
• Zorgcontinuüm
o een brede basiszorg voor alle leerlingen voorop, waarna de school steeds gerichter
bijkomende zorg kan geven aan bepaalde leerlingen met speciale noden.
• Preventieve basiszorg
o Fase 0, brede basiszorg, de keuze van handelen op klas- en schoolniveau voor het
voorkomen van extra zorgen. Afgestemd aan uw doelpubliek.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rico782. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.30. You're not tied to anything after your purchase.