Samenvatting van powerpoints + wat in de les werd verteld in het vak Virologie, onderdeel van Microbiologie.
Bevat alle te kennen informatie maar zo beknopt en gestructureerd mogelijk om optimaal te kunnen blokken op korte tijd.
Ik heb eigenlijk van elk vak van geneeskunde aan de KUL samenvatt...
DEEL 1 - INLEIDING
1. Virus vaccins
- Pokken
- Polio
o kinderverlamming, indien middenrif aangetast → ijzeren long machines: onder en
overduk creeren: hoofd ligt erbuiten
o bijna weg (alle continenten behalve Azië; streek tussen afganistan en pakistan: enkele
gevallen jaarlijks, 2/3 varianten al uitgeroeid en we verwachten ieder jaar van volledig)
2. Virus structuur
- grootte: zeer klein (25 a 300 nm) → enkel via elektronenmicroscoop (Titan Krios cryo-electron
microscope), ultrafiltreerbaar (filter die bacterie wel tegenhoudt)
- Envelop oftewel naakt
o Lipiden dubbellaag: < menselijke celwand gestolen, als het zich in mens vermenigvuldigt
- Capside: eiwitlaag rond genoom
Structuur
o Helicaal: basis, simpel, 1 eiwit als dakpannetjes rond genetisch materiaal
(bescherming), energetisch zeker economisch, bijv. tabaksmozaiekvirus,
ebolavirus
o Icosahedraal: heel sterk, zeshoek + vijfhoek (om bolvormige structuur te
kunnen maken), bijv. adenovirus, herpesvirus, papillomavirus
o Complex: geen van bovenstaande, bijv. T-bacteriofaag, pokkenvirus
- Genoom
o DNA of RNA (andere levende organismen hebben beide)
o Dubbelstrengig (ds, vaak DNA) of enkelstrengig (ss, meestal RNA)
o Lineair of circulair
o 1 stuk of segmentair (bijv. rota, griep (8 segementen))
§ Opm: gevolg segmentair: reassortment wanneer 2 verschillende
virussen vermengen in cel, genetische shift (↔ genetische drift: traag)
o Voorbeelden:
3. Virus taxonomie en nomenclatuur
Door ICTV (International Committee on Taxonomy of Viruses)
Indeling o.b.v.:
· Eigenschappen van het virion (grootte, vorm, envelop, capsidestructuur, …)
· Fysicochemische eigenschappen (MW, genoomeigenschappen, G+C ratio, NT-sequentie, …)
· Virale eiwitten (aantal, grootte, functie, AZ-sequentie, …)
· Viraal genoom en lifecycle (genoomorganisatie en -replicatie, plaats van virion assemblage,
maturatie, release, …)
· Biologische eigenschappen (natuurlijke gastheer, weefseltropisme, (histo-)pathologie,
transmissie, geografische distributie, …)
(orde (-virales) > familie (-viridae) > subfamilie (-virinae) > genus (-virus) > naam)
1
,4. Replicatie
Celafhankelijk
Virale replicatiecyclus:
1. Binding aan cellulaire receptor
o Evt. via spikes, coreceptor
o Meerdere sleutels op meerdere sloten
2. Binnendringen in doelwitcel (verschillende strategieën):
opm: enveloppe niet statisch
o geënvelopeerd virus: fusie met plasmamembraan of endocytose
o niet-geënvelopeerd virus: endocytose
o bacteriofaag: injecteren viraal genoom
3. Ontmanteling van het virus: openen capside, vaak spontaan (vaak door
verandering in pH)
4. Synthese ‘vroege’ E-eiwitten: maken vermenigvuldiging mogelijk; soms met eigen replicasen en
polymerase (slechte kwaliteit → mutatie → evolutie) soms die van de eukaryoot gebruiken
(weinig fouten)
5. Viraal DNA/RNA replicatie
6. Synthese ‘late’ L-eiwitten
7. Assemblage nieuwe virions
8. Vrijzetting nieuwe virions:
o Drastisch: cytolyse: virussen blijven bijfabriceren tot cel doodgaat of openbarst
o Vriendelijk: budding: aanleunen tegen celwand en met wand afsplitsen
2
,DEEL 2: DIAGNOSTIEK
1. Rechtsreeks: aantonen van virus
1.1. Elektronenmicroscopie
Voor specialisten
1. Vloeibaar staal opbrengen
2. Kleuring
3. Kijken door microscoop: direct diagnose
Immuno-elektronenmicroscopie
- Indicatie: wanneer virale load laag is
- Mechanisme: toevoegen AL tegen virus dat je zoekt (moet je dus wel al weten) → klontervorming
- Voordeel snelle diagnose, nadeel getraind personeel, duur toestel en onderhoud
1.2. Virale kweek op celcultuur
Vroeger the way to go, nu minder belangrijk
in dieren kweken:
o voorbijgestreefd
o virus inspuiten in allantoidale ruimte (ei) → kan zich daar vermenigvudigen en dan daar
terug uithalen toep: influenzavaccins worden nog steeds zo gemaakt
in celculturen kweken:
- Soorten
o PRIMAIRE CELLEN
monkey kidney cellen: beste cellen daarvoor (vroeger)
§ versnijden → vloeibaar medium → machine → incuberen 7 dagen →
contactinhibitie → trypsinisatie: breken verbindingen tussen cellen → cellen
komen los van drager → verdunnen
• opm: kankercellen ontstnappen aan contact inhibitie
Ø 1-2 splitsingen (dan afsterven, niet geweten waarom)
o SEMI-CONTINUE CELLEN
human embryonic kidney, fibroblasten
Ø 50 splitsingen
o CONTINUE CELLIJN
Kankercellijnen: HeLa, Vero, Hep2
Ø oneindig aantal splitsingen
- Kenmerken:
- incubator: 37°C
- medium met pH indicator (CO2 te hoog = te basisch = roos), groeifactoren (stalen rond
draaien om te mengen)
- microcarrier
- werkbank: (!)
o horizontale laminar flow - clean air werkbank: besmetting
van jezelf
o klasse I microbiologische veiligheidswerkbank: kan wel met
gevaarlijk materiaal, Gefilterd door hepafilter
o klasse II microbiologische veiligheidswerkbank: nog beter,
luchtgordijn, veilig voor met gewone virussen
o klasse III microbiologische veiligheidswerkbank: vaste
handschoenen (niet eenvoudig), voor meest gevaarlijke virussen
1
, - Cytopathogeen effect (CPE): wat virus doet met cel
o PLAQUE (CELLYSIS): nestelen in cellen en geven door → geinfecteerde cellen
gaan stuk → plaque/opklaring
§ Virustitratie (verdunnen): vanaf welke verdunning volledige
celdood
o KERN INCLUSIES: heel grote kern (weinig cytoplasma) en ophopingen in
kern
o CYTOPLASMA INCLUSIES: opstapeling viruseiwitten (gaan kern induwen)
o REUSCELLEN/SYNCYTIA: versmelten cellen
§ Cytofagocytose: cel wordt opgegeten door andere, leidt tot
meerkernig
o cave: artefacten (zie foto’s op dia’s)
§ niet confluente celcultuur (nog niet voltooid): lijkt op plaques
§ mitose figuren (als celcultuur nog aan het delen is): lijkt op
intranucleaire inclusies
§ kleurstofinclusies: lijkt op intracytoplasmatische inclusies
- niet-CPE methoden: cellen met virus besmet maar er niet kapot aan gaan en dus
niet zichtbaar
o hemadsorptie: infectie cel met virus dat hemaglutinine op oppervlakte
heeft → komt tot expressie op celmembraan → RBC blijven zitten aan
oppervlak cel na toevoegen RBC
o immunofluorescentie: fluorescent gemerkte AL tegen (gekend) virus
1.3. Antigeendetectie
• IMMUNOFLUORESCENTIE: in cytoplasma antigenen virus aantonen
• IMMUNOCHROMATOGRAFIE: virus omhoog gezogen en als het bandje tegen komt
met antigenen geeft dat een lijntje (~ sneltesten covid) VS
• HEMAGGLUTINATIE: als virussen hemaglutinine op oppervlak hebben
• ELISA: AL-AG reactie laten blijken
Positief Negatief
1.4. Genoomdetectie
Meest gebruikt
• IN SITU HYBRIDISATIE
• KWALITATIEVE TESTEN
- PCR: revolutionair, door heel veel cycli van denaturatie, annealing en elongatie
o Vroeger: 3 waterbaden, 1 voor elke fase, telkens na 1 minuut verbaden
o Tegenwoordig: geautomatiseerd
• KWANTITATIEVE TESTEN: geven enkel aan besmet of niet
- Fluorogenic 5’ nuclease assay → kwantitatieve PCR:
fluorescentie wordt groter tot tresshold over is, hoe lager
tresshold cycle hoe meer viruspartikels
• GENOTYPERING: exacte sequentie vinden
- Vroeger: Sanger: 2 glasplaten en hele dunne gel ertussen met gaatjes → vloeistof gieten
→ gel overbrengen op filterpapier → radialuscentie → A/T/G/C aflezen (duur: half jaar)
- Later: capillair elektroforese (niet meer met gels)
o Zo eerste gesequeneerde virus bacteriofaag MS2 (‘76), bacterie H. influenzae
(’95), gist S. cerevisiae (’96), worm C. elegans (’98), plant A. thaliana (‘00), homo
sapiens (’01)
- Tegenwoordig: next generation sequencing, duurt een voormiddag, continu, klein
machientje
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mdmd12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.78. You're not tied to anything after your purchase.