100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Literatuursamenvatting Juridisch en ethische context $5.16   Add to cart

Summary

Literatuursamenvatting Juridisch en ethische context

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Literatuursamenvatting van het vak juridisch en ethische context van de Radboud Universiteit.

Preview 3 out of 22  pages

  • June 10, 2024
  • 22
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Juridische en ethische context literatuur
College 1 - Goed handelen
De mens wordt gezien als rationeel en autonoom, de verzorgingsstaat staat de individuele vrijheid in
de weg.

Sociaal werk volgens Landelijk opleidingsdocument sociaal werk (2017)= praktijkgerichte professie
en een academische discipline die maatschappelijke verandering, sociale cohesie en de emancipatie
en zelfstandigheid van mensen bevordert.  centraal: mensenrechten, sociale rechtvaardigheid,
collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit.

Sociale werkers hebben verschillende opvattingen over filosofische kwesties en dat werkt door in hoe
de cliënten benaderd worden.

Waarden en normen zijn abstract en kunnen op verschillende manieren een concrete invulling
krijgen.

Sociaal werk is normatief, maar bevat ook vaak oordelen. Waarden hebben geen objectieve
geldigheid  daarom moeten sociale werkers hun handelen en interventies verantwoorden en
legitimeren.

Latour
- Matters of fact: wat als feitelijke stand van zaken wordt gezien en geen discussie mogelijk is
- Matters of concern: kwesties of feiten die vragen oproepen, die onrust veroorzaken en
waarover men zich zorgen maakt
 Dit onderscheid is van politiek belang  de bestaande orde heeft er belang bij om iets als
een feit te presenteren en de discussie uit de weg te gaan
Een algemeen normatief kader dat vanzelfsprekend door de meerderheid wordt gedeeld, ontbreekt
in de samenleving.

Beroepscodes  De handelingsruimte wordt ook wel discretionaire ruimte genoemd

Volgens Foucault is het menselijk handelen niet moreel, aangezien mensen handelen via regels,
procedures en voorschriften.

Discourstheorieën= taal en verhalen bepalen voor een groot deel de manier waarop mensen zich op
de werkelijkheid oriënteren.
Een discours is een samenhangende manier van denken die in de cultuur is verankerd; het reguleert
het menselijk gedrag zonder dat mensen daar erg in hebben.
Het discours bepaalt hoe mensen spreken en zich op de werkelijkheid oriënteren, maar niemand in
het bijzonder zegt hoe ze dat moeten doen.
Een discours creëert een werkelijkheid die enkel beschrijft, hij wordt dominant en zal zichzelf enkel
als woordvoerder van de werkelijkheid presenteren.

Het moderne subject in de autonome mens.

Kritiek op het idee dat de mens autonoom is: (meesters van het wantrouwen):
- Freud: de mens wordt door onbewuste drijfveren beïnvloed
- Nietzsche: menselijke autonomie is een geval van hoogmoed
- Marx: de mens wordt door maatschappelijke verhoudingen bepaald.
Foucault: de mens is verdwenen

,Volgens Verhoeven kan verwondering een ‘verwoestende uitwerking’ hebben op
vanzelfsprekendheden. Verwondering is de schok waardoor de ogen van mensen worden geopend,
maar verwondering leidt nog niet tot inzicht van wat de werkelijkheid is. Vanzelfsprekendheid houdt
in dat de dingen zijn zoals ze zijn, en zoals mensen denken dat ze zijn  is het doel en kan alles
verklaren. Filosofie gaat van het bekenden naar het onbekende.

Foucault  zelfoefening van het denken

Descriptief & prescriptief aspect: zij beschrijven wat de mens in wezen is en hoe hij zou moeten zijn.

Mensenbeelden volgens filosofen”
- Plato: een wezen van de mens bestaat wel, maar wij beantwoorden daar niet aan
- Aristoteles: de mens is een politiek dier en een sociaal wezen
- Hobbes: de mens is een egoïstisch individu
- Fromm: de mens is bang voor vrijheid en vlucht in de onderdrukking
- Nietzsche: dompelt de mens onder in krachtenspel
- Foucault: de mens bestaat niet; de wezensbepaling van de mens is het product van een
heersend discours.

Praktische filosofie houdt zich bezig met de vraag naar het menselijk handelen en het goede leven.

College 2 - Geluk (teleologische ethiek)
Heijne  mensen worden behandeld als een gemoniteerd object  tabellen, statistieken,
veiligheidsindexen en sociale indexen  rationalisering leidt tot vergaande controle

Populaire levenskunst (ethos)  dat boeken en psychologen mensen vertellen gelukkig te worden
 iedereen eigen succes creëren  onmiddellijk krachtenbestrijding en snelle bevordering van
genot & succes

 Serieus filosofie is het tegenovergestelde!  aanleren om te gaan met tegenslagen

Aristoteles: doel geluk  animal rationale  handelen volgens rede
 Levende natuur streeft naar zelfverwerkelijking en volmaaktheid
 Geluk: leven dat voltooid en af is  gemeenschap
Rede optimaal gebruik: deugd: het ‘perfectioneren, vervolmaken’
 Middenweg qua emoties
 Individuele beslissingsruimte  beperkt door de wet

Reinders: every day ethics  handelingen en gewoonten die het verzorgen handelen impliciet sturen.

Seneca  morele kwaliteiten  stoïcijnse levenskunst  goed leven wordt bereikt in
overeenstemming met de natuur  gaat niet om rijkdom  zet zich af tegen het hedonisme: mens
treeft van nature naar genot en dat is het hoogste doel  wapen tegen menselijke kwetsbaarheid.

Juridische vorm van ethiek: een ethiek die is gericht op voorschriften, regels en principes of waarden,
die gericht is op het handhaven van een gemeenschap  Foucault is tegen

Foucault: vrijheidspraktijken waarin vaststaande gewoonten worden doorbroken en niet langer als
vanzelfsprekend gezien (nieuwe identiteiten + levensvormen)  zelftechnieken

Tegenovergestelde van plichtethiek is het utilisme en de gevolgethiek van Mill.

, Utiliteitsbeginsel  grootste geluk voor zoveel mogelijk mensen moet nastreven. Geestelijk genot
boven lichamelijk genot  zelfontplooiing

College 3 - Consequentialisme en deontologie
Decentralisatie: van landelijk naar gemeentelijk  participatie + zelfredzaamheid + sociale
samenhang  zelfredzaamheidsparadox

Rationalisme: juiste kennis leidt automatisch tot het juiste gedrag

Binnen de ethiek 2 benaderingen:
1. Immanuel Kant: de Verlichting bevrijdt de mens uit zijn onmondigheid. De mens moet durven
denken! Mensen handelen goed als ze dit doen uit zuivere motieven; dit houdt weer in dat ze
handelen uit respect voor de wet.  tegenstelling empirisme (zintuigelijke) en rationalisme
doorbreken
2. John Stuart Mill: geluk hangt samen met genot (nastreven van genot). Samen met
leermeester Bentham is Mill grondlegger van het utilisme. Utilisme houdt in dat elke
handeling beoordeeld moet worden aan de hand van de vraag of men ervan geniet en er
geluk door ervaart.

Kennen: het gebied van zintuigelijk waarneming en het gebruik van het verstand, het denken tot wel
die waarneming overstijgt.
Denken: datgene dat niet afgeleid kan worden van zintuigelijke werklijkheden, zoals ethiek.
A posteriori (kennis die men ontleent aan de zintuigelijke werkelijkheid) & a priori (kennis die mens
op zijn ervaring in de zintuigelijk werkelijkheid baseert).
Synthetisch= iets toevoegen wat er niet wezenlijk toebehoort

Categorische imperatief/absolute morele wet: de rede geeft een formeel principe op grond waarvan
mensen kunnen bepalen of hun handelen goed is of niet  houden in overeenstemming met de wet:
plichtmatig handelen

Hypothetisch gebod: zegt wat mensen moeten doen op een bepaald doel te bereiken en is niet
onvoorwaardelijk.

College 4 - Banaliteit van het kwaad
Politiserend werken: individuele problemen komen door de organisatie van de maatschappij.

Ommekeer van maatschappijkritiek naar sociaal functioneren en particratie aan de bestaande orde.

Empowerment- individueel vermogen  collectief, dus individueel, groepen & maatschappij 
emanciperend doel

Marx: vervreemding  protest tegen onmenselijke omstandigheden.
Fromm  oorzaak vervreemding: fundamentele behoefte aan oriëntering en verbondenheid  bij
mensen is de breuk met de natuur wezenlijk voor de mens.

Nieuwe kapitalisme  flexibel en dynamisch zijn

Het sociaal karakter is verbonden met wat Fromm de ‘fundamentele economische karakter trekken
van het kapitalisme’ noemt, namelijk kwantificering (alles omzetten in cijfers/miljoenen) en
abstrahering (in abstracte termen praten).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MaaikeW1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77333 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.16
  • (0)
  Add to cart