Samenvatting Aantekeningen & uitwerkingen colleges NIP deel II
5 views 0 purchase
Course
Nationaal en Internationaal Procederen (RL75)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Volledige samenvatting van deel II (week 4-6) van het vak Nationaal en internationaal procederen. Deze samenvatting biedt een uitgebreide uitwerking van alle hoorcolleges, inclusief de arresten. Ook de voorgeschreven literatuur is hier - voor zover nodig - in verwerkt. Hiermee ben je optimaal voor...
College 1. Verdieping toepasselijk recht in internationale zaken
IPR: toepasselijk recht
Het derde belangrijke onderdeel van het internationaal privaatrecht is het toepasselijk recht. Het gaat hierbij
om de vraag welk recht toepasselijk is in een internationaal geval. Het is van cruciaal belang om te beseffen dat
er andere regels gelden, wat tot verschillende uitkomsten kan leiden. Bijvoorbeeld, een Nederlandse rechter
kan bevoegdheid hebben (op basis van Brussel I-bis), maar toch kan het Duitse contractenrecht of het Griekse
onrechtmatige daadsrecht van toepassing zijn.
Partijen kunnen in de overeenkomst diverse afspraken maken over het toepasselijke recht. Desondanks zal de
rechter uiteindelijk ambtshalve moeten beoordelen welk materieel recht van toepassing is. Het is belangrijk op
te merken dat er een onderscheid kan zijn tussen de bevoegdheid van de rechter op basis van de
bevoegdheidsregels en het daadwerkelijk toepasselijke recht. Een Nederlandse rechter kan bijvoorbeeld
bevoegd zijn, maar in dat geval kan toch het Engelse recht van toepassing zijn. Het is van belang rekening te
houden met deze diverse bronnen.
Internationale rechtsverhoudingen: welk recht?
Koopovereenkomst – bij een overeenkomst tussen een Nederlandse partij en een partij uit China zou je je
kunnen afvragen wat het toepasselijke recht is op deze koopovereenkomst. Als je dat vanuit de
Nederlandse rechter zou moeten bepalen, dan zou je eerst gaan kijken in dit geval – omdat het om een
internationale koop gaat en het tussen twee commerciële partijen is – of het Weens koopverdrag van
toepassing is. Als dat zo is dan heb je niet meer het IPR nodig. Mocht dat nou niet zo zijn of hebben partijen
het uitgesloten of bijvoorbeeld een rechtskeuze voor een ander recht gemaakt, dan zou je weer naar het
IPR moeten kijken.
Merkenrecht – een inbreuk op een merkenrecht is een onrechtmatige daad en daar kan dan ook de vraag
rijzen welk recht er van toepassing is op de vraag of er sprake is van een inbreuk en ook wat dan de
mogelijke consequenties daarvan zijn.
Echtscheiding + gevolgen – ook op het gebied van het familierecht hebben we natuurlijk veel vragen van
toepasselijk recht.
Productaansprakelijkheid – een laatste geval is productaansprakelijkheid. Bij productaansprakelijkheid kan
natuurlijk ook weer sprake zijn dat in het ene land een product wordt geproduceerd, in een tweede land
wordt het verder verwerkt en in het derde land wordt het verkocht en gebruikt. We hebben dat ook al
eerder gezien in het kader van de internationale bevoegdheid. Voor het toepasselijke recht is dan de vraag
welk recht van toepassing is op deze vraag van productaansprakelijkheid en daarvoor zullen we zien dat
daar ook een bijzonder Haags verdrag voor is: het Haags Productaansprakelijkheidsverdrag.
1
,Uitgangspunten conflictenrecht
Belangrijkste en invloedrijkste: leer van ‘nauwst verbonden recht’ ⟶ blinddoek
F.C. Von Savigny (1849) schreef boek over IPR, specifiek over het toepasselijk recht:
Hij begon bij de feiten van de internationale rechtsverhouding. Ging kijken waar de verhouding het nauwst
mee verbonden was.
Als het ware internationale rechtsverhouding ‘thuis’ brengen bij het nationale rechtsstelsel (land) zonder
naar inhoud recht te kijken.
We weten niet welk recht het beste is, dus we moeten kijken naar: conflictregel traditioneel geografisch,
neutraal, maar sinds jaren 1960 ‘vermaatschappelijking’ (zwakkere partijen enz.)
Nog steeds werkt de conflictregel vooral met geografisch en neutrale aanknopingsfactoren, maar we zien
ook bescherming van zwakkere partijen hierin terug = vermaatschappelijking van het IPR
Het nauwst verbonden recht vormt nog steeds de achtergrond van veel van onze conflictregels. Vaag en open
criterium ⟶ niet goed voor de rechtszekerheid die ook in het internationale rechtsverkeer nodig is, daarom
gewerkt met concrete aanknopingspunten, zoals voor:
Overeenkomst: gewone verblijfplaats ‘kenmerkende prestant’ (verkoper, dienstverlener etc., art. 4(1) Rome
I-Vo)).
OD: plaats waar schade zich voordoet (art. 4(1) Rome II-Vo).
Goederenrecht: ligging onroerende zaak (art. 10:127 BW).
Alimentatie: gewone verblijfplaats crediteur (art. 3(1) Haags Alimentatieprotocol, zie ook art. 15
Alimentatie-Vo).
Conflictenrecht en buitenlands recht
De Nederlandse rechter (en andere rechtstoepassers, zoals notarissen of deurwaarders) moeten het
conflictenrecht (dus die regels die het toepasselijke recht aanwijzen) én ook als die wijzen naar buitenlands
privaatrecht dat ambtshalve toepassen.
Ruim een eeuw geleden in de rechtspraak aangenomen en sinds 2012 gecodificeerd in art. 10:2 BW.
Niet zo makkelijk. Om deze reden is het niet in elk land zo. Vooral in common-law landen geldt dat het
conflictenrecht en het buitenlands recht meer als een soort feit wordt gezien (zeker het buitenlandse recht) dat
door partijen moet worden bewezen. Als je bijv. bij de Engelse rechter niet de toepassing van een conflictregel
zou bepleiten en de inhoud van het buitenlandse recht zou bewijzen alsof het een feit is, dan zal de Engelse
rechter gewoon Engels recht toepassen.
De Nederlandse rechter moet het wel zelf toepassen. Partijen spelen hier in de praktijk wel een belangrijke rol
bij.
Hoe buitenlands recht vaststellen?
Originele bronnen (wetgeving, rechtspraak, literatuur)
Rol van partijen: aanleveren alle relevantie informatie
Ondanks dat de rechter ambtshalve moet toepassen, kunnen partijen ondersteunen. Uiteindelijk moet
de rechter natuurlijk wel zelf zijn eigen standpunt hierin bepalen en niet zomaar alsof het een feit is,
afgaan op wat een partij daarover beweert.
Adviezen (Internationale Juridisch Instituut, andere experts) – rechter + partijen
Expertise voor zowel wat een conflictregel inhoudt als kennis van het buitenlandse recht.
Diplomatieke wegen (Overeenkomst van Londen 1968)
Wordt niet zo vaak gebruikt, omdat het heel omslachtig is om via een diplomatieke weg aan de inhoud
van het buitenlands recht te komen.
Meer informele contacten buitenlandse collega’s
2
, Advocaten hebben ook door grote kantoren, wat branches in het buitenland of werken op andere
manieren met buitenlandse collega’s samen. Op die manier kan wat informatie worden verkregen.
In de EU ook informatie op e-Justice portal en via het Europees Justitieel Netwerk (EJN) en rechterlijke
netwerken
Ook onder rechters wordt dit steeds belangrijker door bovenstaande netwerken. Belangrijke
netwerken tussen verschillende juridische groepen en rechtstoepassers en daarbij wordt ook
informatie over het buitenlandse recht uitgewisseld.
Toepasselijk recht: stappenplan
(1) Beginnen met het in kaart brengen van de
internationale feiten. Hele complexe casussen
met bijv. erfrecht, overal rechtsfeiten in
verschillende landen.
(2) Daarna rechtsverhouding kwalificeren: om wat
voor soort vraag gaat het hier? Is het een
overeenkomst of onrechtmatige daad enz.
(3) Kijken of er eenvormig recht is, bijv. het Weens
Koopverdrag, maar ook op het gebied van het vervoersrecht en in mindere mate intellectueel
eigendomsrecht is dat van belang. Op het gebied van het familierecht is eigenlijk nauwelijks eenvormig
recht.
(4) Kijken naar de bronnen: Rome I en Rome II zijn hier de belangrijkste bronnen (zie ook art. 10:153-159 BW,
waarin ook naar Rome I wordt verwezen als het buiten het materiële toepassingsgebied valt).
(5) Toepassing:
Is er sprake van een bijzondere overeenkomst of onrechtmatige daad?
Is er een rechtskeuze gemaakt?
Is dat niet zo, dan pas je de algemene regel toe.
Zijn er wellicht nog uitzonderingen op grond van voorrangsregels of op grond van de openbare orde?
Overeenkomst: bronnen
Conflictenrecht en eenvormig materieel recht
Belangrijkste bron voor het overeenkomstenrecht is Rome I, geldt voor alle EU-lidstaten (behalve Denemarken).
Vanuit NL moet Rome I altijd worden toegepast, maar:
Eenvormig recht gaat voor conflictenrecht
Logisch als je naar art. 1 Rome I kijkt: verordening is van toepassing wanneer er gekozen moet worden uit
het recht van verschillende landen. Als er eenvormig materieel recht van toepassing is, heb je niet meer
met dit conflict te maken en is die regeling niet meer relevant.
Dus eerst kijken of eenvormig materieel recht toepasselijk is: internationaal geharmoniseerd materieel
recht.
Eenvormig recht:
Handelskoop: Weens Koopverdrag 1980
Veel landen partij, in de praktijk het belangrijkste
Verdragen op het gebied van het vervoersrecht en intellectueel eigendomsrecht
Handelskoop: Weens Koopverdrag 1980
Eenvormig recht gaat voor conflictenrecht
Als er geen eenvormige regel is, moet voor de overeenkomst worden gekeken naar Rome I. Moet je lezen in
verbinding met het BW en heel af en toe is de voorganger van Rome I, het Europees Overeenkomstenverdrag
van belang.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lawbyvandijke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $21.43. You're not tied to anything after your purchase.