100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Culturele diversiteit in de klas H1,3,4,5,7,8 $4.81
Add to cart

Summary

Samenvatting Culturele diversiteit in de klas H1,3,4,5,7,8

 54 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de hoofdstukken 1,3,4,5,7,8 van het boek Culturele diversiteit in de klas. daarnaast nog twee verplichte artikelen behorend bij dit tentamen.

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • H1,3,4,5,7,8
  • July 4, 2019
  • 6
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING CULTURELE DIVERSITEIT IN DE KLAS
HOOFDSTUKKEN: 1,3,4,5,7,8
Hoofdstuk 1: De Nederlandse samenleving en culturele diversiteit
VOC  geld verdienen aan slavenhandel, ook veel welvaartsimmigranten.
Later door opkomst industrie  arbeidsmigranten.
Vanwege de 1e wo  veel onderdak aan vluchtelingen
Na 2e wo, veel koloniën kwijt, veel ex-koloniën voelden zich gedwongen naar NL te verhuizen  sterkere band
Culturele minderheden, later in de jaren ’80  allochtonen en autochtonen.
Allochtoon: eerste 3 generaties; immigranten, in Nederland geboren kinderen van immigranten, en hun kinderen.
Probleem: 3e generatie voelt zich misschien niet meer verbonden met allochtonen, maar wordt wel zo genoemd.
Immigrant: persoon die vanuit een ander land in Nederland komt wonen. Algemeen begrip! Omvat vele
soorten/redenen.
Vluchteling: heeft een verblijfsstatus, is officieel erkend als ‘vluchteling’. Gegronde vrees voor vervolging in land van
herkomst!
Asielzoeker: nog geen verblijfsstatus, vraagt asiel aan om uiteenlopende redenen.
2 typen migratieproblemen: die van nieuwkomers en die van de traditioneel ingezetenen. Deze problemen leiden
vaak tot discriminatie.
School: stelsel, beleid, school, leraren.
Op voet van gelijke kansen maximale ontplooiingsmogelijkheden bieden aan de leerlingen.
Intercultureel onderwijs richt zich op:
- Hoe kan het onderwijs leer- en onderwijsachterstanden compenseren van leerlingen uit
minderheidsgroepen, veroorzaakt door taalachterstand, opvoedingsstijlen en de lage sociaaleconomische
positie van die minderheden?
- Hoe kan het onderwijs een effectieve bijdrage leveren aan de maatschappelijke emancipatie van
minderheden, die nu veroordeeld lijken tot een lage sociaaleconomische positie?
- Hoe kan het onderwijs een effectieve bijdrage leveren aan het bestrijden van heersende vooroordelen over
een discriminatie van minderheden?
- Hoe kan het onderwijs een effectieve bijdrage leveren aan een maatschappelijke attitude ten opzichte van
culturele diversiteit die zich kenmerkt door redelijkheid?



Hoofdstuk 3: Sociale categorisatie, stereotypen en vooroordelen
Categorisatie: organiseren van indrukken
Waarnemen= meer dan passief registreren
Inferentie: geen nadere beschouwing, een object/subject categoriseren zonder nadenken
Brein is zuinig op aangemaakte inferentie
Deductieve inferentie: niet voldoende bewust zijn van gevaar bij identificeren individu bij een categorie.
Kenmerken stereotypen door taaiheid  vasthouden ondanks dat het vaak niet klopt. Identificeren van een individu
verandert houding over die persoon.
Selffulfulfilling prophecy: verwachtingen baseren op bepaalde stereotypen
 Pygmalion-effect: de manier van handelen a.d.h.v. bepaalde verwachtingen. Bepaald beeld dat je schept,
leven inblazen. Je gedragen naar op jou gebaseerde verwachtingen.
Antipathie: gevoelens van vijandigheid.
Vooroordeel: antipathie gekoppeld aan generaliserend denkbeeld
Fundamentele attibutiefout: positief jezelf aanschrijven en negatief aan iets anders toekennen
Conformisme: dwingen tot aanpassing
Inductieve inferentie: redeneerwijze die uit een aantal specifieke voorbeelden een onderliggend patroon, ofwel
algemene hypothesen, afleidt

, Open mind
Categorisatie
Sociale
categorisatie Inductieve
Afname van de inferentie
bereidheid tot stereotypen
opname van
argumenten
Deductieve
inferentie
vooroordelen
Closed mind

Afname van de werkelijkheidszin




Hoofdstuk 4: Discriminatie en racisme
Discriminatie: handelingen/ gedrag
 Ongelijk behandelen op basis van kenmerken die in de situatie niet relevant worden geacht.
 Letterlijk: “onderscheid maken”.
 In onze context: onderscheid maken op basis van onterechte gronden (= niet-relevante kenmerken).
Voorbeelden? Zie tabel 4.1
 Attitude + sociale norm -> gedrag.
 Eigen ervaringen met discriminatie? (leeftijd, sekse, afkomst, etc.)
Gedragskeuzen vloeien voort uit;
 Houding individu en invloed individu heersende sociale normen
Superioriteit en inferioriteit = onderscheid beschaafde
De vrijheid van onderwijs is een recht op grond waarvan iedereen een school mag oprichten. Vrijheid van onderwijs
betekent ook dat ouders voor hun kinderen mogen kiezen tussen openbaar onderwijs en bijzonder onderwijs.
Het openbaar onderwijs is onderwijs zonder een bepaalde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting als
grondslag.
Het bijzonder onderwijs is onderwijs dat is gebaseerd op een religieuze of levensbeschouwelijke visie (b.v.
christelijke scholen).
Oplossen discriminatie:
• Probeer altijd te zoeken naar overeenkomsten tussen mensen en naar overeenkomsten tussen groepen.
• En probeer daarnaast altijd de diversiteit binnen groepen juist te benadrukken.
• Zoek naar persoonlijke verhalen, persoonlijke antwoorden.
• Vermijd zelf generalisaties en stereotyperingen te gebruiken.
Onderscheiden kenmerken
Aard van behandeling Relevant Niet relevant
Ongunstiger 1. Geen discriminatie 2. Discriminatie
Gelijk 3. Discriminatie 4. Geen discriminatie
Gunstiger 5. Geen discriminatie, 6. Discriminatie
eventueel positieve actie

Statistische discriminatie: daar waar op grond van statistieken tot achterstelling van bepaalde groepen wordt
besloten.
Positieve actie/ affirmative action: het gunstiger behandeling op basis van, in de gegeven situatie, relevante
kenmerken.
Gedragskeuzen vloeien voort uit attitude (houding) individu dat gedragskeuze maakt, en invloed op dat individu van
de heersende sociale normen die tot die keuzes leiden.
Primitief nativisme: het gevoel van ‘wij waren hier eerst en wij zijn de echte Nederlanders’. Mensen menen
beconcurreerd te worden door nieuwkomers.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miekeelst. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.81  3x  sold
  • (0)
Add to cart
Added