Hoofdstuk 7 : Revoluties luiden de doodsklok over het AR
§1 Verenigde Staten van Amerika
A. De Amerikaanse onafhankelijkheid en de fundamentele teksten
• Belang
- Instrinsiek (ontwikkeling publiekrecht)
- Impact (navolging toen, grootmacht nu)
• Historisch kader
- Onafhankelijkheidsoorlog van de 13 Britse kolonies
- Ook omwenteling :
o ze gaan zich anders gaan structuren (federaal ipv eenheid)
o fundamentele rechten zijn afdwingbaar (bv afschaffen adel)
!! ook continuïteit!! Op beide vlakken : we behouden dingen
Bv Republiek van Verenigde Prov.
Bv verlichte wetgeving in strafzaken
= Onafhankelijkheidsoorlog is vergelijkbaar met Plakkaat van Verlatinghe
• Amerika, maar eigenlijk Europees
- Britse kolonies
- Europese migranten
- Juridische context van common law
- Ideologische context van verlichting
- Weerslag in Europese landen (19de E) en elders in wereld (20-21ste E)
• Amerikaanse Grondwet
Formeel
- Het is de oudst geldende grondwet met twee soorten bepalingen
- Bevat 2 luiken:
o Constitution (1787)
- 13 kolonies willen zich onafhankelijk verklaren echt vechten tegen Britse moederland : “We, the
people of…” => er wordt voor het eerst over “wij” gesproken = toont democratisch gehalte aan
- Men ijvert voor confederatie omdat ze rust willen binnen grenzen
o Bill of rights (1791)
- Lijst met fundamentele rechten ; duurt tijdje voor 13 kolonies het eens is over die rechten => in
1791 : eerste 10 amendementen klaar = Bill of rights
• De USA staatsstructuur
o Republikeinse Bondstaat
o Machten van federale overheid zijn toegewezen (‘centripetaal: eerst aparte staten met eigen
bevoegdheid en die dan naar centrum brengen)
Bevoegdheden:
- Defensie
- Buitenlands beleid
- Munt : dollar internationaal
- Fundamentele vrijheden : om misbruik binnen staten te vermijden (centrale niveau moet dat
controleren voor lagere niveau)
, - General welfare : indien men extra zaken wil regelen die initieel toebehoren aan de staat (bv
milieu)
= Meeste macht zit op niveau van de staat
o Staten = residuaire bevoegdheden (=bevoegdheden die niet uitdrukkelijk zijn toegewezen
aan gemeenschappen/gewesten)
- Elk eigen wet/uitv/recht macht
B. Federale staat met scheiding der machten
o Scheiding der machten !!!! BELANGRIJK
Wetgevende : Congress/parlement
- House of Representatives (volgens inwoners)
- Senate (elke staat 2 senatoren)
Beide kamers ongeveer zelfde bevoegdheden
- Wetgevende macht spreekt namens het volk + neemt initiatieven + maken wetten
- President geeft Veto, tenzij 2/3 meerderheid (kondigt wetten af die congres maakt
In BE : in kamer van vertegenwoordigers is er niemand van Belgische volk en in
kamer van senaat is er geen vertegenwoordiger van deelstaten
Uitvoerende : President
- Staatshoofd-regeringsleider-legerhoofd
- Kondigt wetten AF
= BE : hier maakt parlement ook wetten en uitvoerende macht (koning) moet die
wetten afkondigen met VS : onze koning is er altijd, president VS is democratisch
legimiteerd en kan dus bij elke verkiezing een andere zijn + onze koning kan alleen
handelen mits tegenkanting van ministers
In BE = koning is geen regeringsleider, in VS wel
- In VS : president indirect verkozen door kiesmannen
- Fast track-bevoegdheid : parl. mandaat dat hem in staat stelt, zonder veel bemoeienis van het
Congres, te onderhandelen over internationale akkoorden
Rechterlijke :
- Benoemd/verkozen
- Zowel op Federaal en statelijk niveau in BE: alleen federaal, maar wel minister Justitie +
in BE : wij hebben geen politieke benoemingen, want rechterlijke macht moet onafhankelijk
zijn en mag geen politiek kleur dragen
- SUPREME COURT : belangrijkste hof met 9 justices/rechters
o Wie daarin zit wordt bepaald door politiek (=dus controle van uitvoerende macht op
rechterlijke macht)
o Beslecht bevoegdheidsgeschillen
o Vergelijkbaar met GWH en HVC
o Controleert fundamentele rechten (dus recht. macht controleert wetg.macht) – in BE : wij
kunnen dit ook, maar deels
o Uitspraken SUPREME COURT : niet iedereen akkoord mee:
Concurring opinions : rechter is akkoord met meerderheid, maar op basis van andere
motivering
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chantalvr3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.16. You're not tied to anything after your purchase.