100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Leerdoelen OZT periode 4. Fontys. $12.96
Add to cart

Summary

Samenvatting Leerdoelen OZT periode 4. Fontys.

5 reviews
 14 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

De uitgewerkte leerdoelen van OZT periode 4, gegeven aan Fontys Hogeschool HBO-V technische stroom. De uitwerkingen zijn compact en inclusief plaatsjes ter illustratie en/of verduidelijking. Ook de operatieve vakjargon die getoetst wordt is bijgevoegd.

Preview 3 out of 35  pages

  • No
  • Circulatie, spijsvertering, peritoneum
  • July 5, 2019
  • 35
  • 2018/2019
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: jipspi03 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: melodyvbv • 3 year ago

review-writer-avatar

By: evamostart • 3 year ago

review-writer-avatar

By: maartjeschapendonk • 3 year ago

Translated by Google

clear summary, contains a lot of information but all relevant.

review-writer-avatar

By: scrubnurse • 4 year ago

avatar-seller
Les 2 / Taak 25 – Circulatie

1. De bouw van het hart in relatie tot zijn
functie beschrijven, waarbij gebruik
wordt gemaakt van medische
terminologie
Het hart is opgebouwd uit 2 helften: links en
rechts die zijn verdeeld in 2 holten. Totaal dus 4:
- Linker- en rechteratrium  Ontvangen
het bloed vanuit het lichaam
o Rechteratrium ontvangt bloed
uit de v. cava superior en de
v. cava inferior
o Linker atrium ontvangt bloed
uit de v. pulmonalis
- Linker- en rechterventrikel  Pompen
het bloed door het lichaam
o De linker ventrikel pompt het bloed de aorta in
o De rechterventrikel pompt het bloed de a. pulmonalis in

2. De bloedvoorziening van het hart uitleggen en de bijbehorende structuren benoemen
Het hart krijgt zijn bloed en zuurstof via de coronair arteriën. Deze coronair arteriën zijn aftakkingen vanuit de aorta. De
rechter coronair arterie loopt naar de rechterkant van het hart en de linker coronair arterie loopt naar de linkerkant van het
hart. Eenmaal daar lopen ze in een gleuf tussen de atria en ventrikels waar zij zich meerdere malen splitsen en zo het
gehele hart voorzien van bloed en zuurstof.

Het hart heeft ook zuurstof nodig:
- Uit de aorta komen direct 2 aftakkingen: de coronairarteriën  lopen om het hart heen om het hart van vers,
zuurstofrijk bloed te voorzien
- De coronairvenen lopen naast de coronairarteriën en deze deponeren het zuurstofarme bloed direct in de grote
holle venen

3. De bloedstroom door het hart en de werking van kleppen beschrijven
Het zuurstofarme bloed komt het hart binnen aan de rechterkant in de rechteratrium via de vena cava inferior en superior,
de onderste en bovenste holle ader.

Vanuit de rechteratrium wordt het bloedt via de tricuspidalisklep naar de rechterventrikel gepompt. Daarvandaan gaat het
bloed naar de arteria pulmonalis naar de longen som zuurstofrijk terug te komen naar het hart via de vena pulmonalis. De
vena pulmonlais mondt uit in de linker atrium die het bloed doorpompt via de mitralisklep naar de linker ventrikel. Vanuit
de linker ventrikel verlaat het bloed het hart via de aorta naar de grote circulatie.

De kleppen moeten ervoor zorgen dat het bloed niet kan terugstromen om zo ophoping en stuwing van het bloed te
voorkomen.

Het hart zorgt voor de bloedstroom door het lichaam en daarmee de aanvoer van zuurstof naar de organen en van de
afvoer van CO2 vanaf de organen. Dit vervoert dient zo efficiënt mogelijk te gebeuren  terugstroom van bloed is niet
bevorderlijk
- Voorkomen van terugstroom gebeurd door middel van kleppen:
o Passieve klep  zijn een soort van bakjes:
▪ Het bloed kan van onderaf instromen maar wanneer de druk wegvalt wordt het bloed
opgevangen in het bakje waardoor de klep zich sluit
▪ Bevinden zich aan het begin van de aorta en aan het begin van de Truncus pulmonalis
• Aorta: Valva aortae
• Trancus pulmonalis: Valva pulmonalis
o Actieve klep  zijn te vergelijken met schotten: zitten met draden aan het spierweefsel vast
▪ Als de hartspier ontspant kan het bloed de ventrikel instromen, wanneer het hart contraheert
worden de draden strakgetrokken waardoor het bloed alleen naar de arteriën kan
▪ Bevinden zich tussen de atria en de ventrikels
• Links: Valva mitralisklep
• Rechts: Valva tricuspidalis




1

,Kleine bloedsomloop
Zuurstofarm bloed  rechteratrium via de v. cava superior en inferior: vult zich  pompt het Rechteratrium  rechter
bloed langs de kleppen naar de rechterventrikel: vult zich  kleppen tussen het ventrikel  truncus pulmonalis 
rechteratrium en de ventrikel sluiten zich  ventrikel pompt het bloed naar de truncus arterië pulmonalis (arteriolen 
pulmonalis  de kleppen tussen de truncus pulmonalis en de ventrikel sluiten zich  bloed capillairen  venen) vene
stroomt naar de longen pulmonalis

Grote bloedsomloop
Zuurstofrijk bloed  linker atrium via de v. pulmonalis: vult zich  pompt het bloed langs de Linker atrium  linker ventrikel
kleppen naar de linker ventrikel: vult zich  kleppen tussen het linker atrium en de ventrikel  aorta  arteriën  organen
sluiten zich  linker ventrikel trekt samen en bloed stroom de aorta in  de kleppen tussen (arteriolen  capillairen 
de aorta en de ventrikel sluiten zich  bloed stroomt door het lichaam venulen)  venen  v. cava
inferior + v. cava superior
Bloedsamenstelling:
- Erytrocyten 48%
o Vervoeren zuurstof vanuit de longen naar de weefsels
o Vervoeren CO2 vanuit de weefsels naar de longen
- Leukocyten en trombocyten 2%
o Trombocyten: zorgt voor de wondgenezing en de bloedstolling
o Leukocyten: zorgt voor het immuunsysteem
- Bloedplasma 50%
o Bevat alle voedingsstoffen, eiwitten en zouten die het lichaam nodig heeft
Inspanning van het hart:
- In de bloedvaten in de lichaamsdelen die minder bloed nodig hebben ontstaat vasoconstrictie
- In de bloedvaten in de lichaamsdelen die meer bloed nodig hebben ontstaat vasodilatatie

Om meer zuurstof “beschikbaar” te maken kan:
- Het slagvolume (Sv) omhoog worden gebracht  er wordt meer bloed per hartslag in de aorta gepompt
- De slagfrequentie (Sf) omhoog worden gebracht  het hart gaat vaker samentrekken  bloed gaat vaker en
sneller langs de longen en spieren

Maken samen het hartminuutvolume (HMV) = hoeveelheid bloed die Sf = 72 slagen per minuut
per minuut het hart verlaat: liters per minuut (l/min) = cardiac output Sv = 70 ml = 0,07 L
 HMV = Sf x Sv HMV = 72 x 0,07 = 4,9 L/min

4. De ligging van het hart in medische terminologie beschrijven t.o.v. de omliggende structuren

Ventraal Van de oesophagus
Craniaal Van het diafragma
Dorsaal en licht sinister Van het sternum
Ventraal Van de wervelkolom
Ventraal Van de aorta
Caudaal Van de trachea

5. De aansturing van het hart in relatie tot het prikkelgeleidingssysteem en de hartcyclus beschrijven

Geleiding:
Begint in de sinusknoop, bevindt zich in de wand van de rechteratrium  trekt door beide atria: trekken samen zodat
bloed naar de ventrikels stroomt  atria ontspannen
- De stroom kan niet via de atria naar de ventrikels: anulus fibrosus (dikke bindweefsellaag) stopt de
stroomgeleiding
De impuls vanuit de sinusknoop bereikt de tweede zenuwknoop: AV-knoop  elektrische impuls wordt voor de wanden
van de kamer gestuurd: de spiervezels in de ventrikelwand trekken samen  bloed stroomt de arteriën in

(Prikkel van de n. vagus of de n. sympathicus stimuleert het hart om sneller of trager te kloppen)
Prikkel ontstaat in de sinusknoop in de rechteratrium  gaat over beide atria: knijpen samen  bloed stroomt naar de
ventrikels  prikkel komt aan bij de AV-knoop, want de prikkel kan niet direct van de atria naar de ventrikels door de
anulus firbrosus  AV-knoop geeft prikkel af die loopt via de Bundel van His  gaat over de wand van de ventrikels via de
bundeltakken  komt aan in de Purkinje vezels: de ventrikels knijpen samen  bloed stroomt uit de ventrikels naar de
aorta en de vena pulmonalis

Parasympathisch  vertraging/remming van de hartslag
Sympathisch  versnelling/verhoging van de hartslag


2

, 6. De foetale circulatie beschrijven in relatie tot de bouw van het hart

Foramen Ovale  opening/verbinding tussen de rechter en
linker atrium

Ductus Botalli (ductus arteriosus)  opening/verbinding tussen
de aorta en de longslagader


- Via de navelstrengader krijgt de foetus
zuurstofrijkbloed met veel voedingsstoffen en
antistoffen.
- Via de navelstrengslagaders geeft de foetus
koolstofdioxide en afvalstoffen af aan de moeder.




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophie-1994. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66781 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$12.96  14x  sold
  • (5)
Add to cart
Added