Het bestuursprocesrecht heeft vier klassieke kenmerken:
1. Ex tunc-toetsing op rechtmatigheid | De rechter geeft geen volle inhoudelijke beoordeling
van de beleidsmatige kant van overheidsbesluiten, maar toetst enkel aan de wet en aan het
ongeschreven recht. Bovendien spelen de feiten slechts een rol zoals die waren ten tijde van
het nemen van het besluit dat in beroep wordt bestreden.
2. Korte beroepstermijnen | De rechtszekerheid is ermee gediend dat burgers binnen een kort
tijdbestek weten of een besluit onherroepelijk vaststaat, of dat daartegen nog juridische
procedures lopen.
3. Materiële waarheid | De rechter probeert zo veel mogelijk recht te doen op basis van de
materiële waarheid: hij hoeft zich niet te baseren op de waarheid zoals die door partijen
wordt gepresenteerd. Hij kan kritisch doorvragen en ook zelf een onderzoek laten instellen.
4. Laagdrempelig opgezet | Men kan zonder advocaat procederen en het griffierecht is
gematigd. De belanghebbende loopt weinig financiële risico’s in het proces, omdat hij bijna
nooit in de proceskosten van het bestuursorgaan kan worden veroordeeld.
De vormgeving van het bestuursprocesrecht
In hoofdstuk 8 Awb staan de regels die speciaal van toepassing zijn op de fase van beroep en hoger
beroep bij de bestuursrechter. De zaak wordt door een enkelvoudige kamer behandeld, maar
verwijzing naar de meervoudige kamer is wel mogelijk -> art. 8:10 Awb.
Zaken kunnen vanwege samenhang gevoegd, gesplitst of verwezen worden -> art. 8:13 Awb.
De rechter kan zich wegens een dreigen probleem met zijn onpartijdigheid terugtrekken –
verschonen -> art. 8:19 e.v. Awb. Partijen kunnen een rechter bij twijfel over diens partijdigheid
wraken -> art. 8:15 e.v. Awb.
Behandeling van het beroepschrift
Beginfase van de procedure
Het beroep bij de rechter vangt aan doordat eiser een beroepschrift indient bij het bevoegde
gerecht. Dit kan zowel op papier als elektronisch -> art. 8:40a Awb.
Binnen het gerecht gaat eerst de griffie met het beroep aan de slag. De griffie controleert de
tijdigheid van het beroep, bevestigt de ontvangst van het stuk, int het griffierecht en stelt de
wederpartij op de hoogte van het aanhangig gemaakte proces.
Daarna volgt een aantal procedurestappen die erop gericht zijn om beroepen die niet in behandeling
genomen kunnen worden, zo snel mogelijk uit de zaakstroom te filteren:
1. Is er sprake van een besluit dat vatbaar is voor beroep? -> art. 8:1 Awb -> zo niet, dan is het
beroep niet-ontvankelijk.
2. Heeft de indiener de juiste rechter gekozen? -> zo niet, dan is die rechter niet bevoegd.
In deze gevallen wordt vaak de vereenvoudigde behandeling toegepast en vindt doorzending naar de
bevoegde rechter plaats -> art. 6:15 Awb.
Als alles in orde is, wordt in het kader van het vooronderzoek het dossier opgebouwd.
, Vooronderzoek
Het vooronderzoek vindt voorafgaand aan de zitting plaats.
Het verwerende bestuursorgaan krijgt een kopie van het beroepschrift toegezonden en wordt
uitgenodigd om de relevante stukken in te zenden, vergezeld van een verweerschrift -> art. 8:42
Awb. Alle informatie die het bestuursorgaan bij de besluitvorming en in het bezwaar heeft
verzameld, moet naar het gerecht worden gestuurd. Hieraan wordt alle correspondentie van partijen
met de rechter toegevoegd -> procesdossier dat door de griffie wordt samengesteld.
De rechter heeft verschillende onderzoeksbevoegdheden (art. 8:45-8:51 Awb):
1. Het vragen van schriftelijke inlichtingen.
2. Het horen van getuigen.
3. Het stellen van vragen aan deskundigen.
4. Het benoemen van tolken.
5. Het instellen van een onderzoek ter plaatse.
Hierna vindt de zitting plaats en daarna wordt er gekeken of er nog na-onderzoek nodig is.
Versnelde behandeling
De versnelde behandeling is geregeld in art. 8:52 en 8:53 Awb. Deze procedure is van belang indien
partijen op korte termijn een uitspraak nodig hebben, bijvoorbeeld bij een dreigend faillissement.
Er gelden kortere termijnen voor het verrichten van de proceshandelingen dan bij een gewone
behandeling.
In de praktijk wordt eerder een voorlopige voorziening gebruikt. Bij een versnelde behandeling kijkt
de rechter kritischer of deze ene zaak voorrang heeft op andere bodemzaken.
Vereenvoudigde behandeling
Over sommige zaken kan de rechter al beslissen door alleen het procesdossier te lezen. Het is voor
hem dan zo evident wat zijn oordeel moet zijn, dat er geen zitting hoeft plaats te vinden -
>vereenvoudigde behandeling -> art. 8:54 Awb.
Het gaat om zaken waar duidelijke procedurefouten zijn gemaakt. De rechter mag ook een zaak
zonder zitting kennelijk gegrond of ongegrond verklaren. Is de partij het er niet mee eens, dan kan hij
niet in hoger beroep. Er kan alleen verzet worden ingesteld bij hetzelfde rechterlijke college -> art.
8:55 Awb. Indien het verzet gegrond is, dan wordt de gewone behandeling van de zaak hervat.
Onderzoek ter zitting
In deze fase komt het beginsel van hoor en wederhoor ten volle tot zijn recht. Tot tien dagen voor de
zitting mogen partijen nadere stukken bij de rechter indienen -> art. 8:58 Awb.
De zitting is in beginsel openbaar, maar de rechtbank kan bepalen dat de deuren gesloten worden ->
art. 8:62 Awb. Partijen kunnen ermee instemmen dat er helemaal geen zitting plaatsvindt -> art. 8:57
Awb.
Na 2010 zijn bestuursrechters een nieuwe zaaksbehandeling gaan hanteren: de zaak komt eerder op
zitting, maar ook de aard van de zitting is veranderd. De rechters proberen het doel van de partijen te
achterhalen. Hij kan de zaak schoren -> art. 8:64 Awb.
De rechter kan getuigen en deskundigen oproepen -> art. 8:60 Awb. De rechter kan onmiddellijk
mondeling uitspraak doen -> art. 8:67 Awb. In de meeste gevallen gebeurt dit echter schriftelijk. De
termijn is dan zes weken, met een mogelijkheid van verlenging met zes weken -> art. 8:66 Awb. De
rechtbank kan de zaak na de zitting alsnog herroepen, als zij tot het oordeel komen dat de
behandeling van de zaak toch nog niet volledig is -> art. 8:68 Awb.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tax-student. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.