Mag je rechtshandelingen verrichten na faillissement?
Na de faillietverklaring blijft de gefailleerde handelingsbevoegd, maar zijn handelingen kunnen geen
invloed meer hebben op het vermogen waarop het faillissementsbeslag berust. De schuldenaar
verliest door de faillietverklaring van rechtswege de beschikking en het beheer over zijn tot het
faillissement behorende vermogen, art. 23 Fw.
Het algemene faillissementsbeslag wordt geacht vanaf 00:00, dus vanaf het begin van de dag waarop
de verklaring is uitgesproken, op het vermogen van de schuldenaar te hebben gelegen. Vanaf dat
moment is de curator belast met het beheer en de vereffening van de boedel. Dus om 00:00 gaat de
beschikkingsbevoegdheid met betrekking tot de boedel over van de gefailleerde naar de curator.
Dus: de schuldenaar verliest alleen de beschikking en het beheer over het vermogen dat in het
faillissement valt, niet over het vermogen dat daarbuiten blijft.
Invloed van handelingen
Vanaf dat moment (00:00-regel), hebben de handelingen van de gefailleerde geen invloed op zijn tot
het faillissement behorende vermogen, de boedel is hiervoor niet aansprakelijk. Deze handelingen
worden aangemerkt als relatief nietig, zij werken in beginsel alleen niet ten opzichte van de curator.
Verbintenissen die uit die handelingen voortvloeien, gelden in beginsel niet ten opzichte van de
curator en deze kan, indien zij niettemin ten laste van de boedel zijn voldaan, het betaalde als
onverschuldigd terugvorderen.
Derdenwerking
Als hoofdregel wordt gehanteerd, dat het faillissement met ingang van de dag waarop het wordt
uitgesproken tegenover derden werkt. Dit geldt ook voor derden die te goeder trouw handelen en
niet bekend waren met het faillissement (ook vóór publicatie van het faillissement).
Er bestaat geen algemeen rechtsbeginsel dat derden die zoals hierboven beschreven handelen,
beschermt. Dit op grond van RABO/HUIJZER.
RABO/HUIJZER
Op 23 december 2003 wordt het faillissement uitgesproken van Far Beheer BV. Huijzer wordt
benoemd tot curator. De publicatie is op 30 december 2003 in de Staatscourant. Tussen 23 en 30
december is voor ruim € 9.000 van de Raborekening naar een derde overgeboekt. Huijzer vordert
terugbetaling van die € 9.000. De Rabobank stelt te goeder trouw te zijn geweest ten tijde van de
overboeking.
Rechtsvraag: kan de curator geld vorderen dat na faillietverklaring maar voor publicatie naar een
derde is overgemaakt?
Hoge Raad:
De gefailleerde deed een betalingsopdracht bij de bank waartoe hij niet bevoegd was o.g.v. art. 23
Fw. De boedel is in casu niet gebaat. Deze betaling kan niet worden tegengeworpen aan de boedel
(ongeacht of de bank ermee bekend was of kon zijn). Door de curator kan het geld dus
teruggevorderd worden. Er is dus een fixatie: de rechtstoestand van de gefailleerde wordt bij de
aanvang van faillietverklaring ook t.o.v. onwetende derden gefixeerd, tenzij sprake is van art. 52 Fw.
In casu was dit niet het geval, omdat de verbintenis na faillietverklaring ontstond.
1
, “De verbintenis tot het doen van een betaling ontstond echter telkens eerst op het moment dat de
rekeninghouder een door de bank aanvaarde concrete betalingsopdracht verstrekte, en eerst vanaf
dat moment was de bank verplicht overeenkomstig instructie van de rekeninghouder ten laste van
het saldo van de rekening – courant een betalingsopdracht uit te voeren en gerechtigd het bestaande
creditsaldo met een corresponderend bedrag te verminderen. Nu de betalingsopdrachten telkens
werden gegeven op of na de dag van de faillietverklaring, is art. 52 Fw hier niet rechtstreeks van
toepassing.”
Noot Van Boom
‘Betaling’ = ‘voldoening’ = nakomen van om het even welke verbintenis ook: uitvoeren van een
betalingsopdracht.
De omstandigheid dat het bepaalde in art. 52 Fw is opgenomen ter bescherming van derden te
goeder trouw brengt niet mee dat in het faillissementsrecht de bescherming van derden te goeder
trouw als een algemeen uitgangspunt is gekozen, dat aanleiding zou kunnen geven tot een
extensieve uitleg van art. 52 Fw.
Het uitgangspunt in faillissement is dus dat onwetendheid helemaal niet beschermd wordt.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tax-student. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.