100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Goederen- en insolventierecht: Probleem 2 $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Goederen- en insolventierecht: Probleem 2

1 review
 39 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Probleem 2 Goederen- en insolventierecht richt zich volledig op de beperkte zekerheidsrechten: pandrecht en hypotheekrecht.

Preview 2 out of 13  pages

  • Yes
  • July 5, 2019
  • 13
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: Mandy13 • 5 year ago

avatar-seller
Welke zekerheidsrechten zijn er?

Kredietverleners en andere crediteuren kunnen het risico van een vordering beperken door het
bedingen van zekerheden. Deze onderscheiden zich in goederenrechtelijke en persoonlijke.
 Goederenrechtelijke: rechten van pand en hypotheek  beperkte rechten om aan
onderworpen goederen een vordering bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen.
o Bijv. eigendomsvoorbehoud: de mogelijk om de door hem geleverde goederen in
geval van niet-voldoening van de tegenprestatie als zijn eigendom op eisen. (biedt
crediteur meer dan verhaalsrecht)
Goederenrechtelijke zekerheden hebben gemeen dat de crediteur zijn zekerheid rechtstreeks
vindt in het object van zijn recht: de verpande zaak, de verpande vordering etc.
 Persoonlijke: crediteur vindt zekerheid niet rechtstreeks in aan de debiteur of hemzelf
toebehorende goederen, maar in feit dat een derde al of niet subsidiair medeaansprakelijk is
voor de voldoening van de vordering.
o Bijv. hoofdelijkheid, borgtocht en garantie.

Algemene bepalingen pand en hypotheek

Bij pandrecht betrokken zijn enerzijds de pandgever en anderzijds de pandhouder/nemer. Pandgever
is degene wiens goed met het pandrecht is bezwaard, de pandhouder is degene die het pandrecht
verkrijgt. Bij hypotheek betrokken zijn hypotheekgever, degene wiens registergoed met een recht
van hypotheek is bezwaard ten gunste van hypotheekhouder/nemer. Als schuldenaar en pandgever
niet dezelfde persoon zijn, wordt gesproken van derdenpand.
Voor het pandrecht op een roerende zaak, niet-registergoed dat gevestigd wordt door die zaak in de
macht van de pandhouder te brengen, art. 3:236 lid 1 BW wordt in het navolgende de term ‘gewoon
pandrecht’, ‘openbaar pandrecht’ of ‘vuistpandrecht’ gehanteerd. Voor het pandrecht dat tot stand
komt bij authentieke of geregistreerde onderhandse akte zonder zodanige machtsverschaffing, art.
3:237 BW zal in navolging van de meeste schrijvers de term ‘stil pandrecht’ worden gebruikt.

Art. 3:227 lid 1 BW omschrijft pand en hypotheek als beperkte rechten, om op de daaraan
onderworpen goederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere
schuldeisers te verhalen. Pand en hypotheek strekken tot verhaal, en wel met voorrang. Pand en
hypotheekhouder onderscheiden zich in zoverre van een gewone schuldeiser dat zij het recht
hebben van parate executie (art. 3:248 en 3:268 BW). Het voorrang houdt verband met de regel van
art. 3:277 BW dat alle schuldeisers onderling een gelijk recht hebben om uit de netto-opbrengst van
de goederen van hun schuldenaar te worden voldaan naar evenredigheid van ieders vordering,
behoudens de door de wet erkende redenen van voorrang. Pand en hypotheek gaan boven
voorrecht (art. 3:279 BW).

Wijze van totstandkoming
De totstandkoming van pand en hypotheek berust in de regel op wilsovereenstemming tussen
partijen, zowel voor wat betreft de titel die aan de vestiging van het recht ten grondslag ligt als voor
wat betreft die vestiging zelf = conventionaliteitsbeginsel.
Hier zijn verschillende uitzonderingen op:
 De verplichting tot zekerheidsstelling niet voortvloeit uit de overeenkomst, maar uit de wet.
o Bijv. verplichting van curator om zekerheid te stellen wanneer hij verklaart een
wederkerige overeenkomst gestand te doen.
o Bijv. verplichting van vruchtgebruiker om zekerheid te stellen voor de nakoming van
zijn verplichtingen jegens de hoofdgerechtigde.
 In enkele gevallen waarin het zekerheidsrecht van rechtswege ontstaat. Hypotheekrechten
van rechtswege kent ons recht niet.

, o Bijv. ontstaan van pandrecht bij wege van substitutie.
Overdraagbare zaken en rechten
Pand en hypotheek rusten op goederen, d.w.z. op zaken en rechten (art. 3:1 BW). Hierin
onderscheiden zij zich van persoonlijke zekerheidsrechten. Rust het recht op een registergoed, dan is
het een recht van hypotheek; rust het op een ander goed, dan is het een recht van pand.
Beperkte zekerheidsrechten laten zich zowel op volledige rechten (eigendom, vorderingsrechten
etc.) als op beperkte rechten stapelen, uiteraard slechts voor zover de aard van dat andere recht
zulks toelaat (art. 3:81 lid 1 BW). Op het beginsel dat alle goederen vatbaar zijn voor bezwaring met
pand of hypotheek bestaat echter een aantal uitzonderingen welke worden veroorzaakt door min of
meer ‘externe’ factoren, waaronder wettelijke beperkingen.
Art. 3:228 BW dat op alle goederen die voor overdracht vatbaar zijn, kan een recht van pand of
hypotheek worden gevestigd.

Als het recht van pand of hypotheek op een zaak rust, strekt het zich uit over al hetgeen de
eigendom van de zaak omvat (art. 3:227 lid 2 BW).

Gesecureerde vordering
Vordering tot voldoening van een geldsom
Volgens art. 3:227 BW strekken pand en hypotheek uitsluitend ter securering van een vordering tot
voldoening van een geldsom. In de praktijk worden pand en hypotheek echter wel degelijk
gehanteerd op andere vorderingen veilig te stellen. Zo is het mogelijk dat vorderingen die niet in geld
luiden toch door pand of hypotheek kunnen worden gesecureerd, als zij tot een vordering tot
voldoening van een geldsom kunnen worden herleid.

Bestaande en toekomstige vorderingen
De vordering tot zekerheid waarvan het zekerheidsrecht zal strekken, kan zowel een ten tijde van de
vestiging van het zekerheidsrecht bestaande als een op dat moment nog toekomstige zijn (art. 3:231
lid 1 BW). In beide gevallen is vereist dat de vordering voldoende bepaalbaar is (lid 2). Voldoende is
een aanduiding dat aan de hand daarvan op het tijdstip van executie kan worden vastgesteld om
welke vordering het gaat.

Accessoriteit
Pand en hypotheek zijn nevenrechten die bij overgang van de vordering van rechtswege op de
nieuwe schuldeiser overgaan. Ook zijn het afhankelijke rechten in de zin van art. 3:7 BW: rechten die
zodanig aan de gezekerde vordering zijn verbonden dat zij niet zonder die vordering kunnen bestaan
en die vordering te allen tijde volgen (art. 3:82 BW). Dit is de accessoriteitsregel. Het zekerheidsrecht
gaat van rechtswege teniet wanneer de gezekerde vordering tenietgaat.

Derdenpand- of hypotheek
De schuldenaar en degene wiens goed met een pand- of hypotheekrecht is bezwaard, zijn niet altijd
dezelfde persoon. A bezwaart bijvoorbeeld zijn huis ter verzekering van een schuld van B.

Executie en verhaal
Parate executie
Zowel de pand- als de hypotheekhouder heeft blijkens art. 3:248 BW respectievelijk art. 3:268 BW
het recht van parate executie. Deze bepalingen verklaren pand- respectievelijk hypotheekhouder bij
verzuim van de schuldenaar bevoegd om het bezwaarde goed te verkopen en het hun verschuldigde
op de opbrengst te verhalen. Parate executie wil dus zeggen: verkoop zonder voorafgaand beslag en
zonder executoriale titel.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tax-student. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (1)
  Add to cart