100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 2.4 Perceptie Probleem 3 $3.22
Add to cart

Summary

Samenvatting 2.4 Perceptie Probleem 3

6 reviews
 37 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting probleem 3 van blok 2.4 Perceptie voor de opleiding Psychologie aan Erasmus Universiteit Rotterdam

Preview 2 out of 6  pages

  • July 5, 2019
  • 6
  • 2018/2019
  • Summary

6  reviews

review-writer-avatar

By: ian_groeneveld • 4 year ago

review-writer-avatar

By: ramssjaved • 3 year ago

review-writer-avatar

By: julianoorlander • 3 year ago

review-writer-avatar

By: nadinestruijk1995 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: lindehasker • 4 year ago

review-writer-avatar

By: melody_is_de_coolste • 5 year ago

avatar-seller
Probleem 3: Perception and Decision Making
Literatuur: Coren en Goldstein
Psychophysics: de studie naar de relatie tussen fysieke stimuli in de wereld en de sensaties
die we ervaren. De naam komt van Gustav Teodor Fechner die het mind-body probleem
wilde oplossen. Om de relatie tussen onze fysieke lichamen en onze mentale ervaringen te
beschrijven, moest hij drie problemen oplossen:
1. Hij moest een manier vinden om te meten wat de minimale intensiteit van een
stimulus is wat we kunnen waarnemen, dit is het probleem van detection.
2. Hij moest een manier vinden om te meten hoe verschillend stimuli moeten zijn om
niet langer hetzelfde te lijken, dit is het probleem van discrimination.
3. Hij probeerde de relatie te beschrijven tussen de intensiteit van een stimulus en de
intensiteit van onze sensatie, dit is het probleem van scaling.

1. Detection (Vignet A & B)
Onze sensorische systemen reageren op veranderingen in energie in de omgeving in de vorm
van licht, geluid, beweging, warmte, etc. Het probleem van detectie is hoeveel verandering
in energie nodig is voordat een sensorisch systeem de aanwezigheid kan detecteren. Deze
minimale hoeveelheid in energieverandering vanaf nul is de absolute threshold. Pas
wanneer deze grens wordt overschreden, kan de observeerder de stimulus detecteren.
Deze relatie kan worden beschreven in een grafiek genaamd
de psychometric function. De voorbeeldgrafiek laat zien dat
een toename in stimulus intensiteit bij 3.5 leidt tot een “ja”
reactie. De absolute threshold is in dit geval dus 3.5.
Hoe meet je de absolute grens?
 Method of constant stimuli: een experiment waarbij
de observeerder in een stille kamer zit met een
koptelefoon en aan moet geven wanneer hij/zij de
stimulus detecteert. De tonen die de observeerder gepresenteerd krijgt verschillen in
intensiteit: sommigen duidelijk hoorbaar, anderen niet hoorbaar. De methode is zo
genoemd, omdat een constante set stimuli vooraf is gekozen.
- Deze methode leidt tot een figuur waarin de kans dat een persoon de stimulus
waarneemt geleidelijk toeneemt als de stimulus intensiteit toeneemt (S-curve).
De absolute grens wordt gedefinieerd als de stimulus intensiteit die de
observeerders in 50% van de tijd detecteren.
- Nadeel: de methode kost veel tijd, veel trials, enz.
 Method of limits: een experiment waarbij een stimulus wordt gepresenteerd op een
hoge intensiteit die gemakkelijk kan worden waargenomen en in kleine stappen
wordt de intensiteit verlaagd totdat de observeerder rapporteert het niet meer te
detecteren (= descending). In andere trials wordt een stimulus gepresenteerd die niet
kan worden waargenomen en wordt geleidelijk de intensiteit verhoogd totdat de
observeerder rapporteert de stimulus te detecteren (= ascending). De reactie zou

, veranderen wanneer de grens wordt gepasseerd, dus deze wordt geschat als een
intensiteit ergens tussen de laatste twee gepresenteerde stimuli.
- Focust alleen op stimuli vlakbij de absolute threshold.
- Door deze methode is gevonden dat de grens geen vaste waarde is (een persoon
kan de ene keer een toon bij 50 detecteren en de andere keer bij 43).
- Gemiddeld komen er uit de descending series lagere grenzen dan uit ascending.
- Endogenous noise (interne variaties in ruis in het lichaam): hoe hoger de
intensiteit van deze ruis, hoe hoger de intensiteit van de stimulus moet zijn om
deze te kunnen detecteren. Hierdoor is de threshold dus ook hoger.
 Adaptive testing: een experiment waarbij de gepresenteerde stimuli worden
aangepast aan de reacties van de observeerder. Een voorbeeld is de staircase
method, waarbij de experimenter begint met een descending series. Elke keer als de
observeerder de stimulus detecteert wordt de intensiteit van de stimulus verlaagd en
elke keer als hij/zij de stimulus niet detecteert wordt de intensiteit verhoogd. Hierna
kan een gemiddelde grenswaarde berekend worden (= one up-one down rule).
- De methode is snel en efficiënt, met weinig verspilde trials en een hoge mate van
betrouwbaarheid.
Om te voorkomen dat in de bovenstaande methodes bijna alleen maar “ja” wordt gezegd,
werden catch trials toegevoegd waarin geen stimulus werd gepresenteerd. Onderzoekers
geloofden dat personen die in deze trials nog steeds “ja” reageerden, konden worden
betrapt op gokken. Echter, het blijkt dat sommige personen niet gokken, maar werkelijk
geloven dat ze de stimulus hebben gehoord. Om dit te verklaren werd een nieuwe
benadering opgesteld.
Signal detection theory
Signal detection theory (SDT) gaat ervan uit dat iedere stimulus moet worden gedetecteerd
tegen een bepaalde achtergrond van endogene ruis. In elke trial moet de observeerder
beslissen of er sprake was van een signal (S + N) of slechts de gebruikelijke noise (N).
Signal detection theory vereist een bepaald type experiment dat verschilt van een klassiek
psychofysisch experiment. Het experiment gebruikt twee typen presentaties:
1. Signal absent trial: er wordt geen stimulus gepresenteerd en observeerders horen
alleen geluid van interne processen of de omgeving.
2. Signal present trial: er wordt wel een stimulus gepresenteerd (op één intensiteit).
Mogelijke reacties uit zo’n experiment:
 Hit: “ja” zeggen als een stimulus aanwezig is = correcte reactie.
 Miss (Type I error): “nee” zeggen als een stimulus aanwezig is = incorrecte reactie.
 False alarm (Type II error): “ja” zeggen als een stimulus niet aanwezig is = incorrect.
 Correct rejection: “nee” zeggen als een stimulus niet aanwezig is = correct.
Een outcome matrix laat zien wat de proportie van
trials is waarin de vier mogelijke uitkomsten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliaslab. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.22
  • (6)
Add to cart
Added