Probleem 1: Philosophy of Mind
Literatuur: Hergenhahn & Thorne
Plato (427-347 voor Christus)
De werken van Plato kunnen worden verdeeld in twee periodes. Tijdens de eerste periode
rapporteerde Plato vooral de werken van zijn leraar Socrates. Later combineerde hij de
methode van Socrates met Pythagorische filosofie.
Theory of forms: Plato stelde dat er sprake was van twee werelden:
1. World of Knowledge: deze bevat de non-fysieke forms of ideeën en komen overeen
met de realiteit. Dit is dus de abstracte, pure vorm.
2. World of Opinion: deze bevat de veranderende vormen van de materiële wereld zoals
overgebracht door onze zintuigen. Van elke abstracte, pure vorm zien we
verschillende kopieën, doordat de pure vorm interacteert met materie die constant
verandert. Dit is wat wordt ervaren door de zintuigen. Het resultaat van de interactie
zou minder perfect zijn dan het pure idee zelf (realiteit vervormd door zintuigen).
Verschil met Socrates: Plato geloofde dat een vorm apart bestaat van zijn individuele
manifestaties. Overeenkomst met Socrates: ze geloofden beide dat kennis alleen kan
worden verkregen door reden.
Volgens Plato zijn mensen die kennis proberen te verkrijgen door zintuigelijke ervaring
onwetend. Werkelijke kennis kan alleen worden verkregen door rationeel denken. Analogy
of the divided line: beschrijft verschillende vormen van begrip.
Imagining (verbeelding) is de laagste vorm van begrip, omdat het gebaseerd is op
beelden. Wanneer we objecten direct confronteren, kunnen we als beste geloven
erover vormen. Beliefs (geloven) vormen echter geen kennis.
Mathematical relationships (wiskundige relaties) zijn al beter dan beelden, maar nog
niet de hoogste vorm van kennis. Ze worden aangenomen als waar, maar deze
assumpties kunnen ook vals zijn. Het is echter wel abstracter dan beelden/objecten.
The good / form of the good (de vormen zelf) is de hoogste vorm van kennis, omdat
het alle andere vormen van kennis omvat en de relaties hiertussen laat zien.
Allegory of the cave: Plato beschreef fictieve gevangenen die waren vastgebonden en alleen
vooruit konden kijken. Achter hen liepen mensen met objecten en daarachter was vuur,
waardoor de gevangenen de schaduwen van de mensen zagen. Voor hen waren deze
schaduwen de realiteit (laagste vorm van begrip). Maar wat nou als eentje ineens los werd
gemaakt? De gevangene die besluit te ontsnappen, komt overeen met een individu wiens
acties worden gestuurd door reden. Deze ziet dat de werkelijke objecten (vormen) de
schaduwen (zintuigelijke informatie) veroorzaken en omarmt dus werkelijke kennis. De
gevangene die terug naar de grot gaat, blijft onwetend.
Plato stelde dat de ‘onsterfelijke ziel’ in complete kennis (vormen) verblijft, voordat deze in
het lichaam terechtkomt. Eenmaal in het lichaam begint zintuigelijke informatie deze kennis
te besmetten. De enige manier om werkelijke kennis te verkrijgen, is het negeren van de
, zintuigelijke informatie en focussen op de inhoud van de geest (ziel). Reminiscence theory of
knowledge: alle kennis is aangeboren en kan alleen worden verkregen door introspection,
oftewel het zoeken naar je innerlijke ervaringen. Alle kennis komt van het herinneren van de
ervaringen van de ziel voordat deze in het lichaam kwam en zintuigelijke ervaring kan op zijn
best helpen herinneren wat al bekend is.
Plato was een:
Rationalist: hij benadrukte dat waarheid kan worden verkregen door mentale
activiteiten.
Nativist: hij stelde dat de waarheid uiteindelijk wordt verkregen, zoals deze is
aangeboren.
Idealist: hij geloofde dat de ultieme realiteit bestaat uit ideeën of vormen.
Dualist: hij verdeelde de mens in een lichaam (materiaal en imperfect) en een geest
of ziel, die werkelijke kennis bevat. Plato creëerde dualisme.
Nature of the soul (Tripartite Soul): Plato geloofde dat de ziel uit drie componenten bestaat.
Doordat de rationele component de irrationele componenten moet onderdrukken, kan er
een conflict ontstaan. Wanneer alle delen hun speciale functies uitvoeren, ontstaat er
innerlijke harmonie of justice.
1. Rationele component (reason): de rationele component probeert de menselijke
behoeften te onderdrukken en te focussen op rationeel denken. Welke component
dominant is, bepaald of een mens hiertoe capabel is. Mensen waarbij de rationele
component dominant is, werden gezien als filosofen. = onsterfelijk
2. Courageous component (spirit): deze component werd ook wel emotioneel of
levendig genoemd. Mensen waarbij de courageous component dominant is, werden
gezien als soldaten. = sterfelijk
3. Appetitive component (appetite): deze component gaat om de biologische behoeften
van mensen, zoals honger. Mensen waarbij de appetitive component dominant is,
werden gezien als werkers en slaven. = sterfelijk
Aristoteles (384-322 voor Christus)
Aristoteles was een student van Plato en uiteindelijk de eerste filosoof die veel
onderwerpen bestudeerde die later onderdeel zijn geworden van psychologie (geheugen,
slapen, dromen, leren). Plato en Aristoteles waren beide geïnteresseerd in de essentie van
waarheden voorbij alleen de verschijning van dingen, maar ze verschilden in hun methode
om deze essenties te ontdekken:
- Volgens Plato corresponderen essenties met de vormen die onafhankelijk van de
natuur bestaan. Deze kunnen alleen worden verkregen door zintuigelijke ervaring te
negeren en de eigen gedachten naar binnen te richten (zelfreflectie). Eerste principes
worden verkregen door puur denken en kennis bestaat onafhankelijk van natuur.
Plato geloofde in deductive reasoning: redeneren van een bekend principe naar
het onbekende.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliaslab. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.