Probleem 8: Do we need Psychology?
Literatuur: Bem & Looren (hst 2: blz. 43-55) + PDFs (Hochstein, Chemero & Clark)
Reductie
Reduction: een verklaring van een macro-fenomeen door onderliggende micro-
mechanismen. Het wordt vaak geassocieerd met een nothing-but perspective,
oftewel dat mensen niets meer zijn dan machines of neurale netwerken. Reductie
zorgt echter wel voor verklaring, wat het belangrijkste doel is van wetenschap.
Reductionism: de filosofische positie dat alle fenomenen te reduceren zijn tot iets als
basisnatuurkunde.
Twee belangrijke aspecten van reductie:
1. Reductie bevat een claim over de structuur van de wereld, namelijk dat complexe
objecten en events samenvoegingen zijn van simpelere dingen.
2. Reductie is een relatie tussen theorieën, namelijk theory reduction. Alle
wetenschappen zouden eventueel kunnen worden gereduceerd tot één
basiswetenschap en één theoretische structuur, zodat wetten over complexe
gebeurtenissen kunnen worden gereduceerd uit algemene theorieën.
Complexity assumption: complexe dingen kunnen worden begrepen door ze op te breken in
hun bestanddelen. Zo kunnen de onderliggende principes worden achterhaald. De realiteit
zou dus een samenstelling zijn van elementaire fysieke bestanddelen.
Als we een probleem steeds verder opbreken om de onderliggende structuren te verklaren,
raken we uiteindelijk de kenmerken van hoger liggende fenomenen verloren. Reductionisme
zou een nothing-buttery perspectief suggereren, oftewel het idee dat de meeste alledaagse
fenomenen die we kennen kunnen worden weg-verklaard door wetenschap. Vb. bewustzijn
zou niets meer zijn dan de werking van een neuraal netwerk. Reductie zou gelijk zijn aan
elimination: het bevat een correctie of vervanging van de gereduceerde theorie. Vb. als
water werkelijk H2O is, zou alleen H2O bestaan en water zou verwijzen naar een illusie.
Voor psychologie betekent dit: mensen zouden causaal bepaalde machines zijn, in
plaats van intentionele en rationele wezens.
Het D-N model (deductive-nomological model) stelt dat de verklaring van een gebeurtenis
logisch volgt uit een algemene wet of set van wetten. Het positivisme zag de reductie van
alle wetenschappen tot een basiswetenschap als ideaal. In dit klassieke perspectief is
reductie in essentie theory reduction: het stelt dat een meer complexe theorie kan worden
afgeleid van een basistheorie. Reductie wordt gezien als een logische deductie van wetten
van hoger niveau uit wetten van lager niveau. Volgens deze benadering komt reductie dus
overeen met het D-N model.
Nagel geeft twee voorwaarden voor theory reduction:
Deducability: stelt dat theorieën afgemaakt en geformaliseerd zijn.
, Connectability: heeft te maken met bridge laws, oftewel het verkrijgen van
gelijkwaardigheid tussen de twee theorieën en het verbinden van concepten over
verschillende niveaus. Zo zullen de concepten van de gereduceerde theorie de
concepten van de te reduceren theorie identificeren.
Het idee is dat vooruitgang in wetenschap bestaat uit het samenvoegen van eerder
gescheiden kennis naar één enkele theorie. De oudere theorie wordt min of meer behouden
en ideeën over de wereld worden opgenomen in de nieuwe omvangrijkere theorie. Er is dus
sprake van reductie, en niet van eliminatie. Een vereiste om te worden opgenomen in de
nieuwe theorie, is dat de oudere theorie correct moet zijn. Wanneer deze deels incorrect is,
kan deze niet logisch consistent zijn met de nieuwe theorie.
In de praktijk is het klassieke reductiemodel niet zeer succesvol, omdat de gereduceerde
theorie bijna altijd moet worden gecorrigeerd of zelfs geëlimineerd. Problemen:
1. Er zou iets verloren gaan in het proces van reductie. Zo kunnen relevante kenmerken
verstopt zitten in irrelevante details, waardoor deze verloren met reductie.
2. Wanneer een oude theorie wordt gereduceerd door een nieuwe theorie, worden de
betekenissen van de termen vaak veranderd in het proces. Dit maakt identificatie
onmogelijk, en daardoor kunnen ook geen bridge laws plaatsvinden.
Twee reacties op het falen van het klassieke model kunnen worden onderscheiden:
Non-reductive materialism: gaat ervan uit dat psychologische theorieën autonoom
zullen blijven, oftewel dat psychologie is gescheiden van neurowetenschap.
Achter het ideaal van reductie ligt physicalism, oftewel de claim dat alles fysiek is en
alleen natuurkunde de wereld kan verklaren. Dit is zeer ongeloofwaardig, omdat ook
patronen bestaan die niet zichtbaar zijn in de wetten van natuurkunde.
Het concept van supervenience wordt gebruikt om non-reductief materialisme te
onderbouwen. Het idee is dat mentale eigenschappen afhankelijk zouden zijn van,
maar niet te reduceren tot, fysieke eigenschappen. Zo zou elke mentale verandering
een fysieke verandering (breinproces) vereisen. De relatie is echter asymmetrisch:
fysieke eigenschappen bepalen mentale eigenschappen, maar niet andersom.
Eliminativisme: laten het idee los dat de gereduceerde theorie moet worden
behouden en staan herziening of vervanging ervan toe.
Hieruit kwam het new wave reductionism (NWR) voort, met het idee dat
neurowetenschap de psychologie volledig zal vervangen of radicaal reconstrueren, in
plaats van reduceren. NWR stelt dat theorieën van hoger niveau in bepaalde mate
moeten worden gecorrigeerd. Deze correctie varieert van klassieke reductie (oude
theorie opnemen in nieuwe theorie) tot volledige eliminatie van de oude theorie. Zo
kan psychologie worden gereduceerd uit neurowetenschap, of anders geëlimineerd.
Cognitieve fenomenen zouden beter worden verklaard door neurowetenschap.
Echter, de realiteit zou het beste kunnen worden beschreven op verschillende niveaus. Ieder
niveau zou eigen theoretische concepten hebben en theorieën met hun eigen verklarende
power. Zo zouden psychologie en neurowetenschap met elkaar co-evolueren, oftewel beide
theorieën bestaan tegelijkertijd en beïnvloeden elkaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliaslab. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.