100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bedrijfseconomie en fiscaal comptabele toepassingen: Probleem 1 $3.22
Add to cart

Summary

Samenvatting Bedrijfseconomie en fiscaal comptabele toepassingen: Probleem 1

1 review
 133 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Probleem 1 richt zich op de beginselen van een balans en winst- en verliesrekening. Er is een uitgebreide en correcte uitwerking van de oefenvragen toegevoegd.

Preview 3 out of 18  pages

  • Yes
  • July 6, 2019
  • 18
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: syntase • 4 year ago

avatar-seller
Wat is een balans?

Een jaarrekening bestaat uit een balans, een winst- en verliesrekening en een toelichting. De
gegevens die nodig zijn om een jaarrekening op te kunnen stellen moeten hoofdzakelijk uit de
financiële administratie, de boekhouding, worden gehaald. De jaarrekening geeft inzicht in de
financiële positie en het resultaat van de onderneming. Dit is van belang voor de ondernemer zelf
maar ook voor derden zoals de bank en de fiscus. Voor de meeste rechtspersonen geldt de
verplichting om de jaarrekening (geheel of ten dele) te publiceren bij de KvK. Deze is daar voor
iedereen in te zien.

Balans
De balans bevat een overzicht van het op een bepaald tijdstip in de onderneming vastgelegde
vermogen. Het is nadrukkelijk een momentopname. De presentatie van de balans vindt doorgaans
plaats in een scronto-vorm. Dit is een T-vorm met een linkerkant (debet) en een rechterkant (credit).

Debet staat het geld dat is geïnvesteerd in verschillende bezittingen van de onderneming. Men
spreekt in plaats van bezittingen ook wel van activa of bedrijfsmiddelen. De activa moet worden
onderscheiden in vaste en vlottende activa. Het onderscheidende criterium is de tijd dat een actief
dienstbaar is aan de onderneming. Vaste activa gaat in de regel langer dan een productieproces mee.
Bij aankoop van een vaste activa wordt gesproken van een investering. Vlottende activa gaat in de
regel een productieproces mee. Deze vlottende activa zijn over het algemeen weer snel om te zetten
in geld, bij vaste activa is dat over het algemeen niet de bedoeling omdat de vaste activa duurzaam
ten dienste moeten staan van de onderneming.

Aan de creditkant staan de bronnen van het vermogen. Hier staat het antwoord op de vraag hoe de
activa zijn verkregen, de wijze van financieren. De vermogensbronnen zijn te onderscheiden in
vreemd en eigen vermogen. Het vreemd vermogen is het vermogen dat door derden is verschaft.
Eigen vermogen wordt door de eigenaren ingebracht. De wijze van financieren wordt onder meer
bepaald door de aard van de activa, dus door de samenstelling van de debetkant van de balans.

Het boekhoudkundig evenwicht
De balans is per definitie in evenwicht. Debet staat de aanwending van het ondernemingsvermogen
in de vorm van verschillende bezittingen. Elke euro die in een bezitting is geïnvesteerd moet ook op
een of andere manier zijn verkregen. Het vermogen staat zowel debet, de investeringskant, als
credit, de financieringskant. Er is per definitie evenwicht omdat elke bezitting moet zijn gefinancierd.

Bezittingen = eigen vermogen + vreemd vermogen.

Het eigen vermogen vormt het sluitstuk. Het eigen vermogen is derhalve gelijk aan het per saldo
door de ondernemer geïnvesteerde vermogen. Waar iedere ondernemer naar streeft is dat het eigen
vermogen in de loop van de tijd toeneemt door winst uit de onderneming. Van winst wordt in de
bedrijfseconomie gesproken als de opbrengsten van de ondernemersactiviteiten hoger zijn dan de
kosten. Deze bedrijfsmatige veranderingen van het eigen vermogen worden administratief getoond
in een winst-en-verliesrekening die ook wel de resultatenrekening, exploitatierekening of de staat
van baten en lasten wordt genoemd.




1

,Activa van een balans

Immateriële vaste activa
Bij immateriële activa gaat het om niet-fysieke activa die op zich wel identificeerbaar zijn. De wet
geeft in art. 2:365 lid 1 BW een opsomming.

Materiële vaste activa
Hierbij moeten we denken aan grond, terreinen en bedrijfspanden, inventaris, machines, installaties
en vervoermiddelen. Het betreft activa die langere tijd mee zullen gaan en waarop wordt
afgeschreven, vanaf het moment van ingebruikname. De kosten worden dan geleidelijk genomen.

Als de juridische eigendom en de economische eigendom van een actief niet in een hand zijn, dan is
de vraag wie het actief moet activeren en erop moet afschrijven. Veelal wordt in dit verband de term
‘off-balance sheet’ financiering gehoord. Bedoeld wordt dan dat men zonder grote vermogen te
investeren toch kan beschikken over materiële vaste activa. Met deze zogenaamde balansverkorting
wordt bereikt dat met relatief minder vastgelegd vermogen hetzelfde effect kan worden bereikt. Een
ondernemer kan bepaalde activa immers ook huren of leasen, in plaats van kopen. Voor het
beantwoorden van de vraag wie in dat geval het actief moet beheren is het economisch eigendom
beslissend. De economisch eigenaar loopt risico met betrekking tot waardeveranderingen van het
goed. De ondernemer die de facto het economische eigendom heeft, moet activeren. Met name bij
leasing is het vaak niet eenvoudig om vast te stellen wie als economisch eigenaar moet worden
aangemerkt.

Financiële vaste activa
Deze post geeft deelnemingen aan in andere rechtspersonen. Een vennootschap heeft bijvoorbeeld
aandelen genomen in een andere vennootschap en dit kapitaalbelang voldoet aan de criteria van art.
2:24c BW. Ook vorderingen op deelnemingen worden onder deze kop in de balans verwerkt. Het
betreft steeds de belangen die worden aangehouden met de bedoeling om duurzaam ten dienste te
staan van de eigen werkzaamheden van de houdster van de aandelen. Deelnemingen in dochter-of
groepsmaatschappijen behoren op een geconsolideerde balans niet voor te komen. De deelneming is
dan vervangen door de bezettingen en schulden die achter de deelneming schuilgaan. De
geconsolideerde balans bevat een optelling van alle gelijksoortige bezittingen, voorzieningen en
schulden van alle tot de groep behorende vennootschappen. Op de vennootschappelijke balans van
de houdster staan deze deelneming wel vermeld onder de financiële vaste activa.

Toelichting vaste activa
In de toelichting op de balans moet nadere informatie worden gegeven omtrent de vaste activa. Art.
2:368 BW vraagt om een zogenaamd verloopoverzicht.




2

, Vlottende activa

Voorraden
Het betreft hier producten die voor de omzet bestemd zijn. In het productieproces worden grond- en
hulpstoffen omgezet in respectievelijk halffabricaten of eindproducten. Een voorraad gaat derhalve
maar een productieproces mee. De met de voorraden samenhangende kosten worden in de regel
geactiveerd. Overigens is het toegestaan om die kosten die niet rechtstreeks met het produceren te
maken hebben niet te activeren, maar onmiddellijk als kosten te nemen op de resultatenrekening.
Waardeverminderingen kunnen optreden, dan wel sterke daling van prijzen waardoor de kostprijs
niet meer gerealiseerd kan worden. Hiervoor dient een afwaardering te worden gepleegd, die qua
presentatie in mindering wordt gebracht op de actiefpost, zijnde voorraden. Het is wettelijk niet
toegestaan om een voorziening te treffen op activa en aan de creditzijde van de balans te
presenteren, art. 2:374 lid 2 BW.

Bij onderhanden werk is veelal sprake van werk op bestelling. Er is dan al een overeenkomst waarbij
de ondernemer op zich neemt voor een bepaalde prijs voor de opdrachtgever een bepaald werk tot
stand te brengen. Bij onderhanden werk gaat het om de bepaling van de vervaardigingsprijs, art.
2:388 lid 2 BW.

Vorderingen
Wordt een post onder de vorderingen opgenomen dan is er in de regel een voor het bedrijf
belangrijk feit gebeurd. Economisch gezien gaat bijvoorbeeld een verkocht product op dat moment
een ander, de koper, aan. Zijn er producten verkocht en afgeleverd met een winstopslag dan kan
men stellen dat op het moment dat de vordering ontstaat het transactieresultaat gerealiseerd is. Dit
vertaalt zich derhalve in een bedrijfsmatige verhoging van het eigen vermogen, te zien op de
resultatenrekening. Dit alles volgens het realisatiebeginsel. Vordering komen in de boeken tegen
nominale waarde eventueel onder aftrek van correcties (afwaarderingen) in verband met te
verwachten oninbaarheid en soms met uitschakeling van het rente-element als het om langdurige
vorderingen gaat. Bij de vorderingen moet worden aangegeven tot welk bedrag de resterende
looptijd langer is dan een jaar. Wordt een vordering overgedragen (gecedeerd) dan gaat het erom
wie het risico van insolventie loopt. Blijft dit risico in handen van de overdragen (alleen tot zekerheid
gecedeerd) dan moet de overdrager de vordering blijven activeren.

Onder de vlottende activa worden vaak overlopende activa apart opgenomen onder het hoofdje
‘vorderingen’. Vooruitbetaalde kosten en te ontvangen baten zijn voorbeelden van overlopende
activa.

Effecten
Hieronder worden onder andere de aandelen en obligaties opgenomen die worden gehouden ter
belegging van overtollige middelen. Het gaat niet om deelnemingen met een bedrijfsmatig karakter.
De laatste worden immers opgenomen onder de financiële vaste activa.

Liquide middelen
Hieronder vallen rekening-courantsaldi bij de bank evenals de (opeisbare) bankdeposito’s en de
contante gelden.




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tax-student. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.22  1x  sold
  • (1)
Add to cart
Added