100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Examenvragen + oplossingen IMMUNOLOGIE $8.93   Add to cart

Exam (elaborations)

Examenvragen + oplossingen IMMUNOLOGIE

 15 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Complete en volledig overzicht van alle reeds gevraagde vragen van immunologie. Met afbeeldingen om alles wat te verduidelijken!

Preview 3 out of 28  pages

  • June 11, 2024
  • 28
  • 2022/2023
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
EXAMNVRAGEN IMMUNOLOGIE (wat aan bod is gekomen in de les)

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

WAT IS DE DYNAMIEK TUSSEN HET AANGEBOREN EN HET ADAPTIEF IMMUUNSYSTEEM, WAT
ZIJN DE GROOTSE VERSCHILLEN + TEKEN GRAFIEK

Het immuunsysteem komt pas in actie indien een pathogeen of lichaamsvreemde substantie doorheen de
fysieke natuurlijke barrière heen is (huis, vaginale pH, bacteriële flora, maagzuur, muceuze membranen …)

We hebben twee soorten immuunsystemen, het eerste is het aangeboren immuunsysteem, dit is in feite de
eerstelijns defensie van het afweersysteem en wordt als eerste aangesproken. Deze hebben als taak om de
indringer bezig te houden en tijd te rekken totdat het selectieproces van de special elite forces is afgelopen en
deze voor een goede respons kunnen zorgen. Deze eerstelijnsdefensie is ook niet erg selectief, ze zijn eerder
generiek, ze werken tegen alle vreemde indringers een klein beetje maar zijn niet in staat om de indringer uit te
schakelen. Daarentegen gebeurt deze reactie wel zeer snel, veel sneller dan het adaptief systeem.

Het tweede type is het adaptief immuunsysteem en wordt ook wel gezien als de special elite forces. Deze
bestaan uit de B cellen en de T cellen. De immuunrespons van deze cellen is:

- Specifiek: ze werken enkel tegen lichaamsvreemde indringers/
antigen
- Selectief: 1 familie van antistoffen/antilichamen werkt slechts
tegen 1 antigen

Deze respons is ook veel trager aangezien er eerst een selectieproces
gebeurt om de beste elite forces te selecteren. Daarnaast wordt dit
leger ook regelmatig herzien via rearrangement en editing van het DNA
van B of T cel zodat er ook geanticipeerd wordt op de pathogenen die
hun antigenen veranderen en zo proberen te ontsnappen aan de
herkenning van de B of T cel

Belangrijk is ook dat het adaptief systeem een geheugen heeft! Bij een
hercontact met een identiek dezelfde pathogeen zal er een snellere en sterke respons zijn. Het selectieproces
moet niet meer gebeuren waardoor het tegelijk met het aangeboren systeem start. Het aangeboren systeem
wordt wel nog steeds geactiveerd! Dit omdat het aangeboren systeem een belangrijke activatie code is.

Bij een eerste infectie treedt dus eerst het aangeboren systeem op en na selectie ook het adaptief systeem
Bij een tweede (exact dezelfde) infectie treden beide systemen samen op en is er een sterkere respons!


HOOFDSTUK 2: CELLEN EN ORGANEN

WAT ZIJN DE TWEE BELANGRIJK CELLIJNEN IN HET IMMUUNSYSTEEM + KUNNEN AANDUIDEN

Het begint allemaal met de stamcellen, deze doen aan zelf -regeneratie/ hernieuwen zichzelf. Daarnaast
kunnen ze ook differentiëren in verschillende celtypes en dit via 2 cellijnen in het beenmerg:

1. Myeloide cellijn (aangeboren systeem) en hieruit ontstaan:
o RBC (geen deel van immuunsysteem) + is geen cel want heeft geen kern
o Bloedplaatjes (geen deel van immuunsysteem)

, o Granulocyten (WBC)
o Monocyten
o Macrofagen
o Dendritische cellen
2. Lymfoide cellijn (adaptief systeem)
o B cellen/ B-lymfocyten (WBC)
o T cellen/ T-lymfocyten (WBC)
o Innate lymphoide cellen (ILCs)

Er zijn 3 klassen WBC:

- Granulocyt: neutrofielen, basofielen en eosinofielen
- Monocyt : grotere kern tov cytoplasma en slordige
pannenkoekstructuur
- Lymfocyt : zeer ronde kern met dunnebasofiele rand




WAT ZIJN DE MYELOIDE ANTIGEN-PRESENTERENDE CELLEN (APC)

Dit is een verzamelnaam voor cellen die aan antigenpresentatie kunnen doen, dit is geen specifieke cel. Tot
deze cellen behoren:

- Monocyten (deel van de WBC )
- Macrofagen
- Dendritische cellen (zitten vooral in weefsels) – wachten in het weefsel tot er indringer is, zijn
surveillanten

Dit zijn allemaal cellulaire componenten afkomstig uit de myeloide cellijn en behoren tot het aangeboren
immuunsysteem. Wanneer deze in aanraking komen met een infectiehaard zal er fagocytose van de pathogeen
gebeuren, daarna wordt een stukje peptide afgeknipt en gepresenteerd op het celmembraan aan de T-cellen.
De APCs zijn dus boodschappers die vertrekken vanuit de infectiehaard richting de lymfeknopen/milt om daar
de special elite forces te activeren. Deze zijn echter niet in staat om de indringer uit te schakelen, moeten enkel
tijd winnen en informatie geven aan de kazernes.

BESPREEK DE PRIMAIRE LYMFOID WEESEL

Afhankelijk van het type lymfoidcel ontwikkelen deze zich in een ander orgaan.

De B cel ontwikkelt zich volledig in het beenmerg en heeft nog een laatste maturatie in de milt, de T cel rijpt
kort uit in het beenmerg en wordt daarna vervoert naar de thymus via het bloed en rijpt daar verder.

De thymus is opgebouwd uit verschillende lobben met elk een medulla en een cortex. Er is een uitdrijving van
cortex naar medulla. Dit betekent dat de hoe ouder en rijper, hoe dieper / meer naar de medulla. De overgang
van cortex en medulla noemen we de corticomedullaire junctie.

De secundaire structuren zijn de milt, mucosa (MALT – Gi tract), huid en lymfeklieren. Daarin liggen de
rustende, gematureerde B en T-lymfocyten

, BESPREEK DE STRUCTUUR EN DE COMPONENTEN VAN DE LYMFEKNOOP + TEKENEN!!

De lymfeknopen zijn boonvormig en hebben een capsula (dunne
bindweesellaag). De lymfeknopen bevatten stromale cells met
daarin immuuncellen zoals lymfocyten, macrofagen en dendritische
cellen. Enkel de lymfeknopen zijn direct verbonden lymfevaten, al
de andere secundaire lymfoide structuren niet!

Binnen de lymfeknoop zijn er verschillende zones waarin bepaalde
types cellen voornamelijk voorkomen. De cortex bestaat dus uit 3
belangrijke regio’s: cortex – paracortex – medulla

Als eerste is er de cortex net onder de capsula, hierin bevinding zich
de follikels en deze bevatten voornamelijk B-lymfocyten => B-
follikels. Daarnaast vinden we ook macrofagen en dendritische
cellen terug in subcapsulaire sinussen.

In de zone tussen de cortex en de medulla vinden we de T-cel zone terug, dit noemen we de paracortex. Deze
bevat vooral T-lymfocyten alsook dendritische cellen.

Tenslotte is er de medulla, deze is sterk gevasculariseerd met capillaire structuren, via deze structuren treden
de B cellen en T cellen de lymfeknoop binnen na maturatie.

Meer specifiek gebeurt dit transport via hoog endotheel venules (HEVs) die naar de cortex/paracortex lopen.
Deze bevatten enorm grote endotheelcellen waartussen de lymfocyten zich moeten wringen om vanuit het
bloed in de lymfeknoop te migreren. Er is dus toevoer van afferente lymfevaten die lymfe afvoeren van de
periferie(ledematen) naar de lymfeknoop. Er zijn ook efferente vaten die lymfe afvoeren naar andere
structuren.

Antigenen/indringers kunnen via de lymfevaten de lymfeknopen bereiken waarna ze daarna worden
aangevallen door APCs in de lymfeknoop zelf. Daarnaast is het ook mogelijk dat er APCs die reeds een antigen
hebben gefagocyteerd toekomen in de lymfeknoop. Dit is de immunologische functie van de lymfevaten.
Lymfevaten hebben ook een homeostatische rol; het verwijderen van overtollig interstitieel vocht en deze
afvoeren naar de veneuze circulatie.

BESPREEK DE STRUCTUUR EN DE COMPONENTEN VAN DE MILT + TEKENEN!!

De milt is secundair lymfoid orgaan en een geencapsuleerd
orgaan maar krijgt enkel aanvoer van bv antigenen via het
bloed, dit betekent dat enkel het bloed kan gecontroleerd
worden op eventuele indringers. De milt is daarom
belangrijk voor de afweer tegen bloed-gebonden infecties.
Het is dus niet verbonden met het lymfevatenstelsel.

De milt bestaat uit twee belangrijke zones: de witte pulpa –
de rode pulpa. Deze zones zijn van elkaar gescheiden door
de marginale zone.

De rode pulpa bestaat uit sinusoïden met RBC en is zo
volledig gevuld met bloed, De miltslagader komt toe in de milt en splitst dan in verschillende centrale arteriolen
die opnieuw splitsen in penseelarteries en uiteindelijk in sheathed capillairen, deze capillairen eindigen in open
ruimtes, de strengen van Billroth. Dit is ook de plaats waar oude RBC geïsoleerd worden om deze dan af te
breken. Oude RBC kunnen zich niet meer dubbelplooien waardoor ze niet door het veneuze epitheel geraken.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mvan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.93  1x  sold
  • (0)
  Add to cart