Dit is een samenvatting van de zaken behandeld tijdens de colleges (zo zijn compostering, afvalverwerking, vergisting, ... niet opgenomen want dit was gekoppeld aan de bedrijfsbezoeken)
• 2011: Vlaams materialenprogramma
Doel = van Vlaanderen een duurzame, toekomstbestendige economie te maken waarin materiaalkringlopen
gesloten worden.
à Significante ↓ impact op het leefmilieu + ↓ (economische) afhankelijkheid natuurlijke grondstoffen door
↓ gebruik materialen, ↑ hergebruiken en ↑ hervaloriseren.
• 1 januari 2017: Vlaanderen circulair
Vereniging 3 pijlers Vlaams milieuprogramma (Plan C, SuMMa en Agenda 2020) in organisatie Vlaanderen
Circulair.
= aangesteld door de Vlaamse regering om circulaire economie als transitieprioriteit.
Vlaanderen circulair = platform van circulaire economie met verschillende stakeholders die samenwerken om de
transitie naar een circulaire economie in de praktijk te doen werken
6 werkagenda’s
1- Circulair bouwen
2- Chemie en kunststoffen: chemicaliën met een lagere impact, chemicaliën hergebruiken, …
3- Waterkringlopen: Hoe de druk op de natuurlijke waterbronnen verminderen? Hoe grijs water (= water
dat ervoor al eens een toepassing had, en elders een andere toepassing kan krijgen) hergebruiken?
4- Bio-economie: hieronder vallen alle sectoren die biologische grondstoffen gebruiken
bv. sector met zetmeel als grondstof voor kunststof.
5- Voedselketen
6- Maakindustrie: Hoe kunnen producten zo lang mogelijk in de keten blijven?
Europa:
The Roadmap to a Resource Efficient Europe.
- Schetst transformatie naar een duurzame economie tegen 2050.
- Manieren om de productiviteit van hulpbronnen te verhogen en economische groei los te koppelen v/h
gebruik van hulpbronnen + hun milieueffecten.
- Illustreert hoe beleidsmaatregelen met elkaar verband houden + op elkaar voortbouwen.
- Analyse belangrijke hulpbronnen vanuit een levenscyclus- en waardeketenperspectief.
à Voeding, huisvesting en mobiliteit = sectoren verantwoordelijk voor de meeste milieueffecten; er worden
acties voorgesteld op deze gebieden om bestaande maatregelen aan te vullen.
- Biedt een kader waarbinnen toekomstige acties coherent kunnen worden ontworpen en geïmplementeerd.
- Schetst een visie op de structurele en technologische veranderingen nodig tot 2050 + mijlpalen tegen 2020
à illustreert wat nodig zal zijn om Europa te sturen naar een resource-efficiënte en duurzame groei.
EU Circular Economy Action Plan (CEAP) – 11/3/2020
= als voorzet en ondersteuning van de Europese Green Deal
- Ambitieuze doelen voor de Europese economie
- Nodigt bedrijven uit samen te werken met EU-beleidsmakers ter ontwikkeling v/e kader voor duurzame
producten.
- Strategie om EU te transformeren naar een circulaire economie.
à reduceert druk op natuurlijke bronnen + ontwikkelt duurzame ontwikkeling en jobs
à voorzet voor de realisatie v/d 2050 klimaatneutraliteit + biodiversiteitsverlies tegen te gaan
1
, ECO-EFFICIENTIE
‘ECO’ in eco-efficiëntie = ecologie + economie
Eco-efficiëntie volgens OVAM:
“Als een bedrijf minder energie, water en materiaal gebruikt om dezelfde hoeveelheid product te maken, dan
dalen de kosten en is het bedrijf meer competitief.
à Op zoek naar winst voor milieu (↓ energie, water,& materiaal) én voor het bedrijf (↓ kosten en ↑ competitief).”
Hoe?
à Via aanlevering van concurrentieel geprijsde goederen & diensten die menselijke behoeften bevredigen +
levenskwaliteit met zich meebrengen, terwijl de ecologische impact & grondstofintensiteit doorheen de
levenscyclus verminderd wordt tot een niveau gelijk aan minimaal de draagkracht v/de aarde.
Definitie (WBCSD):
= produceren van goederen & diensten met lager verbruik van grond- en hulpstoffen, gekoppeld aan lagere
afvalproductie en verminderde emissies.
Basisidee = ‘to produce more from less’
De verschillende definities van eco-efficiëntie op het examen niet echt gevraagd.
Historiek en definitie
Club Van Rome (1972) ‘Grenzen aan de groei’
• Jaren ’70-’80: Korte termijn of end-of-pipetechnieken
• Commissie Brundtland: Our common future (1987)
Duurzame ontwikkeling = ontwikkeling die voorziet in de behoeften v/d huidige generatie zonder daarmee
voor toekomstige generaties de mogelijkheid in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien.
• Eco-efficiëntie: 1992
World Business Council for Sustainable Development.
+ hun definitie van eco-efficiëntie (zie hoger).
= goederen en diensten produceren met lager verbruik van grond- en hulpstoffen gekoppeld aan lagere
afvalproductie en emissies.
Eco-efficiëntie ó duurzame ontwikkeling
Bv. een bedrijf kan zich verplaatsen naar een land met andere arbeidsvoorwaarden/ minder strenge regelgeving
en dus afwenteling op sociaal vlak. à opgenomen in duurzame ontwikkeling ó niet in eco-efficiëntie
2
, Duurzame ontwikkeling Eco-efficiëntie
Globale druk op draagkracht in absolute termen Lokale verbeteringen in relatieve termen
Ook aspecten niet/ moelijk kwantificeerbare zaken Meetbare milieuaspecten, uit te drukken in cijfers
Bv. emissiestoffen naar afvalwater
Sociale dimensie Geen sociale dimensie
Eco-efficiëntie in Vlaanderen
• Pact van Vilvoorde (2001) :‘in 2010 behoort Vlaanderen tot de top-regio’s inzake eco-efficiëntie’
à eco-efficiente bedrijfsvoering stimuleren’
• 2009: Pact 2020: gezamenlijke langetermijnvisie, -strategie en -acties v/d Vlaamse regering & sociale
partners
• Evolutie van eco-efficientie in Vlaanderen wordt gemonitord i.k.v. het MIRA rapport
Vanaf na het jaar 2000: evolutie t.o.v. dat referentiejaar aangeduid. Verschillende milieuaspecten opgenomen.
PM = particulate matter – fijn stof CZV = chemisch zuurstofverbruik
Verschillende indicatoren op de slides vergeleken met BBP – twee worden hieronder bekeken.
2009: economische crisis
à effect op BB energieverbruik
Minder energieverbruik voor een hogere productie (hoger BBP).
= Verbetering!
Toename economische groei en ongeveer gelijk waterverbruik.
= Lichte verbetering in eco-efficiëntie
Eco-eccifientie-indicator: milieuaspectindicator delen door de
economische indicator
Factor 10 = reductie van milieubelasting van
producten over 50 jaar met een factor 10 (of 90%).
De milieubelasting is 10 keer minder.
Eco-efficiëntiefactor zegt iets over de milieubelasting van de producten.
Er wordt gekeken naar een tijdshorizon van ongeveer 50 jaar (- 1 generatie)
Niveau 1 – productverbetering
Aanpassingen = vooral keuze van materiaal en energiegebruik.
• Ontwikkeling van korte tijd en laag risico
• Milieuverbetering tot max. factor 2 (impact halveren)
• Vraagt relatieve kleine veranderingen in productlijnen en is haalbaar binnen de ganbare productieprocessen.
Bv. witte wasmachines verkopen niet meer à trendy wasmachine ontwikkelen met intern dezelfde technologie. Technologie verandert
niet, dus vraagt niet veel onderzoek om de verbertering door te voeren, maar de machine gebruikt nu wel een materiaal met een lagere
impact op het milieu.
Niveau 2 – productinnovatie
= Werkingsconcept v/h product herbekijken + in vraag stellen.
• Grotere veranderingen in productonderdelen
• Factor 2 tot maximaal 5
• Vraagt meer tijd: meer onderzoek nodig om te bestuderen hoe het concept kan veranderen.
~ ecodesign: bij ontwerp nagaan hoe de milieu-impact voorkomen kan worden.
Bv. Dyson brengt een principe op de markt van 2 contra-roterende trommels, wat volgde uit het onderzoek naar het reinigend effect
van de draaibeweging.
Bv. ook Systemen voor energiemanagement, smart grids, …
Niveau 3 – functie-innovatie = product- en dienstontwikkeling
Totale productsysteem in vraag stellen i.f.v. de behoefte v/d gebruiker.
à Kijken naar andere manieren om de functie + behoefte in te vullen zonder een product voor ogen te houden.
Wat willen we als consument? Bv. schone kleren. Welke andere manieren zijn er om hieraan te voldoen, zonder te blijven bij het
wasmachine als product.
Bv. was-service ontwikkelen en wasbeurten verkopen i.p.v. machines. Was-service aanbieden i.p.v. wasmachines en eleektriciteit.
bv. Mud Jeans: jeans die je kunt huren. De jeans worden terug in de winkel geretourneerd aan het eind van zijn leven. Organisatie geeft
iets van geld terug, herbruikt de vezels, …
Voordelen:
• Nog steeds producten en productenten nodig
• Hebben velang bij om producten zo duurzaam en flexibel mogelijk te ontwerpen.
• Productent blijft over gehele levendsruur v/h product verantwoordelijk ó vorige 2 : wordt consument
eigenaar)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alyvdh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.27. You're not tied to anything after your purchase.