Financien en Fiscaliteiten (voor HBO Vastgoedopleidingen en overige beroepsopleidingen vastgoed en makelaardij)
(STUUR MIJ EEN DM VOOR KORTING!) Uitgebreide samenvatting van het vak Fiscaal Recht. Bevat alle door de docent opgegeven literatuur, sheets en alle aantekeningen uit de les. Ook voorbeelden van socrative vragen, laatste blad betreft formuleblad!!
Ook verkrijgbaar in voordeelbundel met Externe Vers...
College 1 - Belastingrecht en inkomstenbelasting (Hoofdstuk 1 en 2)
Hoofdstuk 1 - Inleiding Belastingrecht
Het belastingrecht valt onder het bestuursrecht. De overheid heeft de wettelijke bevoegdheid
om belasting te heffen bij burgers. De definitie van belasting is een verplichte bijdrage van
burgers aan de overheid zonder aanwijsbare individuele tegenprestatie.
Soorten belastingen
In Nederland heeft bijna iedereen met belastingen te maken. Ook al merken we het niet
direct, iedereen betaalt belasting. Over salarissen betalen we belasting, maar ook over een
brood, benzine, dividend, een grote schenking en een prijs in de loterij. We merken het niet
direct: omdat belasting in de prijs inbegrepen of omdat belasting is ingehouden voordat je
iets ontvangt.
De belastingen kunnen onderscheiden worden in:
● Belastingen op inkomen, vermogen en winst: we noemen dit ook wel de directe
belastingen, omdat ze direct bij de belastingplichtige (bedrijf of persoon) worden
geheven. In economische zin is er sprake van directe belastingen als degene van
wie de belasting wordt geheven, deze ook zelf betaalt. Dit is bijvoorbeeld het geval
bij de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de schenk- en erfbelasting.
● Kostprijsverhogende belastingen, zoals omzetbelasting en accijnzen: deze
indirecte belastingen hebben betrekking op het gebruik van goederen. De partij die
de belasting aan de fiscus overmaakt, is niet de daadwerkelijke belasting drager. Een
goed voorbeeld is de omzetbelasting (BTW). De ondernemer brengt BTW in rekening
bij zijn klanten en draagt deze vervolgens af aan de fiscus.
Als we kijken naar de belastingen die met vastgoed te maken kunnen hebben dan moet je
denken aan: de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting, omzetbelasting (BTW), erf-
en schenkbelasting en de wet op belastingen van rechtsverkeer (overdrachtsbelasting) en
verhuurdersheffing.
Het belastingrecht is niet alleen maar in wetten te vinden. Bronnen van het belastingrecht
zijn: belastingwetten, jurisprudentie, belastingverdragen, EU-richtlijnen en beleidsregels
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
● Vertrouwensbeginsel: als burger moet je kunnen vertrouwen op de juistheid van
bijvoorbeeld een uitspraak van een belastinginspecteur
● Gelijkheidsbeginsel: gelijke gevallen moeten gelijk behandeld worden.
● Zorgvuldigheidsbeginsel: de belastingdienst moet de feiten nauwgezet onderzoeken
● Motiveringsbeginsel: de belastingdienst moet aan een burger een genomen besluit
toelichten.
Zoals eerder gezegd heeft de overheid een wettelijke bevoegdheid om belasting te heffen.
Iedereen die wordt uitgenodigd om belastingaangifte te doen, moet deze aangifte ook
daadwerkelijk doen. Het doen van aangifte houdt in dat we alle gevraagde gegevens moeten
invullen en alle gevraagde bescheiden moeten toesturen.
Gemaakt door Sophia Vernooij
,Wijze van heffing
● Aanslagbelasting: zoals inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Hier ligt de
belastinginspecteur een aanslag op, veelal na aangifte door de belastingplichtige. Uit
de gegevens die in de aangifte zijn vermeld zal blijken welk bedrag aan belasting
betaald dient te worden. Dit te betalen bedrag wordt vastgesteld in een aanslag.
● Aangiftebelasting: zoals omzetbelasting en loonbelasting. Hier geldt dat de
belastingplichtige zelf de hoogte van de belastingschuld moet bepalen en het
betreffende bedrag moet betalen. Gelijk met het doen van de aangifte, moet ook de
omzetbelasting en loonbelasting worden betaald. De belastingplichtige rekent deze
belasting dus zelf uit, er hoeft dus niet eerst een aanslag te volgen.
We hebben ons dus te houden aan een aantal verplichtingen. Als de aangifte te laat of niet
worden gedaan, dan kan er een verzuimboete worden opgelegd van maximaal €5.500. Dit
kan pas als niet wordt gereageerd op een aanmaning tot het doen van aangifte.
Functies belastingheffing
● Voorzieningen / collectieve goederen
1. Budgettaire functie: iedereen maakt gebruik van voorzieningen waar de overheid
voor zorgt of waar ze voor hebben betaald. het zijn collectieve goederen.
➔ Voorbeeld: wegen, dijken, gezondheidszorg, politie en onderwijs
➔ Ze zorgen ook voor rechtspraak, cultuur en financiële bijstand
2. Instrumentele functie: nevendoeleinden; wat wil de overheid bereiken met de
heffing van belasting. De belastingopbrengst wordt gebruikt voor..
● Verdelingsfunctie
Bij aangiftebelastingen, dus de omzetbelasting en de loonheffing hoeven niet eerst
aanmaning verstuurd te worden. Hierbij kan direct een boete worden opgelegd, als deze
aangifte niet wordt gedaan.
Naast de verzuimboete kennen we ook een vergrijpboete. Een vergrijpboete wordt opgelegd
als bewust geen, of er is een onjuiste aangifte gedaan, bij een aanslagbelasting. Of er wordt
bewust niet, of te laat betaald bij een aangiftebelasting. Er kan sprake zijn van opzet of
grove schuld. Bij grove schuld had de belastingplichtige moeten weten dat er uiteindelijk te
weinig belasting betaald zou worden.
➔ Je hebt bijvoorbeeld te maken met een onderneming waarvan de administratie slecht
wordt bijgehouden, waardoor de winst moeilijk te bepalen is; dan is er sprake van
grove schuld.
Bij opzet heeft de belastingplichtige bewust geen belasting betaald of heeft de
belastingplichtige bewust een risico genomen zodat er te weinig of te laat belasting betaald
werd.
Gemaakt door Sophia Vernooij
,Een vergrijpboete kan oplopen tot 150% van de belasting die de belastingplichtige opzettelijk
heeft verzwegen. In bepaalde gevallen is er zelfs een gevangenisstraf mogelijk er zal een
afspraken moeten zijn van belastingfraude.
Via de belastingheffing kan de overheid rechtstreeks invloed uitoefenen op de beschikbare
inkomens. Dit wordt ook wel inkomensnivellerend beleid genoemd. Hogere inkomens
worden dan afgeroomd, ofwel zwaarder belast ten gunste van de lagere inkomens. Dat doet
de overheid door progressieve tarieven toe te passen of door inkomensafhankelijke
regelingen in te voeren. Bij een lager inkomen, betaalt men een lagere prijs of heeft men
juist recht op een hogere subsidie; huursubsidie, studiefinanciering, thuiszorg en
kinderopvang. Dit zijn allerlei middelen die de overheid kan inzetten om invloed uit te
oefenen op de inkomensverdeling.
● Allocatiefunctie
Wanneer de overheid de manier waarop productiemiddelen in een land worden ingezet
beïnvloedt, wordt er gesproken over allocatiefunctie. Voorbeeld: door subsidies op
zonnepanelen worden er extra productiefactoren als arbeid en kapitaal ingezet bij de
verkoop en de productie van deze panelen.
● Stabilisatiefunctie
De overheid kan ook invloed uitoefenen op het conjunctuurbeleid, dit wordt ook wel de
stabilisatiefunctie genoemd. Wanneer de bestedingen in een land gering zijn, dan kan de
overheid stimulerende maatregelen inzetten om de economie weer een boost te geven.
● Gedragseffecten
Met belastingheffing kan de overheid ook bepaald gedrag stimuleren of juist ontmoedigen
met bepaalde regels of aftrekposten. In het belastingrecht kan bijvoorbeeld milieuvriendelijk
gedrag worden gestimuleerd of milieuvervuilend gedrag juist worden ontmoedigd. Daarnaast
heb je bijvoorbeeld ook de accijns: op tabak en op benzine, dit heeft ook weer invloed op het
gedrag van de burger.
3. Heffingsbeginselen
● Draagkrachtbeginsel: ‘de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten’. Hierbij kan
bijvoorbeeld gedacht worden aan de oplopende tarieven in box 1 van de
inkomstenbelasting.
● Profijtbeginsel: wie profiteert van overheidsvoorzieningen moet daarvoor betalen.
Een voorbeeld van dit beginsel is de motorrijtuigenbelasting
● Beginsel van bevoorrechte verkrijging: in het geval iemand de loterij wint of een
erfenis verkrijgt moet er belasting worden betaald
● De vervuiler betaalt: hierbij kan worden gedacht aan de accijnzen op benzine.
Gemaakt door Sophia Vernooij
, Hoofdstuk 2 - Inkomstenbelasting
Veel regelingen binnen de inkomstenbelasting zijn niet specifiek geschreven voor
vastgoedexploitanten, maar zijn wel relevant in de vastgoedpraktijk:
● Regels voor IP ondernemer
● De terbeschikkingstelling regels
● Aanmerkelijk belang
Er zijn ook regelingen die wel specifiek zijn beschreven, voor onroerende zaken:
● Afschrijvingen op gebouwen
Inkomstenbelasting
De inkomstenbelasting is een belasting die wordt geheven over het inkomen van natuurlijke
personen. Natuurlijke personen zijn mensen van vlees en bloed.
De inkomstenbelasting worden geheven van natuurlijke personen die…
● Binnenlands belastingplichtig: personen die in Nederland wonen
● Buitenlands belastingplichtig: personen die niet in Nederland wonen, maar wel een
Nederlands inkomen genieten
Inkomstenbelasting bestaat uit een boxenstelsel:
➔ Box 1 belastbare inkomsten uit werk en woning
➔ Box 2 belastbare inkomsten uit aanmerkelijk belang
➔ Box 3 belastbare inkomsten uit sparen en beleggen
Fiscale partners
In de fiscale wetgeving wordt er vaak gesproken van partners: partners van
belastingplichtigen. Onder partner wordt verstaan de echtgenoot of geregistreerde partner,
maar ook als je samenwoont en je staat op hetzelfde adres ingeschreven (kind of
samenlevingsovereenkomst en meerderjarig) wordt er gesproken van fiscale partnerschap.
Fiscaal partnerschap kan voordelen opleveren. Het grote voordeel voor fiscale partners is
dat ze aftrekposten, vermogen en bepaalde inkomsten onderling mogen verdelen. Hier
profiteert men vooral van als de ene partner een aanzienlijk hoger inkomen heeft dan de
andere. Zij kunnen gezamenlijk aangifte doen en bepaalde inkomsten en aftrekposten aan
elkaar toerekenen zodat het maximale fiscale voordeel kan worden behaald.
Fiscale transparantie: privé aansprakelijk voor wat er in je eenmanszaak mis is gegaan.
Geen scheiding tussen privé en zakelijk vermogen, het wordt als één gezien.
Gemaakt door Sophia Vernooij
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiavern. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.28. You're not tied to anything after your purchase.