100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Opgroeien in grootstedelijke context | Samenvatting $10.72   Add to cart

Summary

Opgroeien in grootstedelijke context | Samenvatting

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In de document bevind zich de samenvatting van het vak opgroeien in grootstedelijke context.

Preview 3 out of 27  pages

  • June 11, 2024
  • 27
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
OPGROEIEN IN GROOTSTEDELIJKE CONTEXT

§1.1 Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie: de studie naar patronen van groei, verandering en
stabiliteit gedurende het hele leven, van conceptie tot aan de dood.
 Vakgebied ervan is verkrijgen van inzicht in de algemene menselijke
ontwikkelingslijn en welke factoren bepalend en van invloed zijn op de
ontwikkeling.
 Gaat niet om de zichtbare handelingen maar ook inwendige processen
(hoe hij nadenkt en onthoudt, fantaseert etc.).

§1.3 De menselijke ontwikkeling uitgelicht
Ontwikkelingsfasen:
 Prenatale periode conceptie-geboorte
 Baby 0-1 jaar
 Dreumes 1-2 jaar
 Peuter 2-4 jaar
 Kleuter 4-6 jaar
 Basisschoolkind 6-10 jaar
 Puberteit 10-14 jaar
 Adolescentie 14-22 jaar
 Jongvolwassenheid 22-35 jaar
 Midden volwassenheid 35-55 jaar
 Late volwassenheid 55-65 jaar
 Oudere 65+ jaar
 Slechts een ‘schets’
 Sommige fasen hebben een duidelijke afbakende grens en andere juist
niet.
 Sommige fasen zijn cultureel bepaald.
 Dit is fase-indeling van de westerse samenleving.

In de eerste jaren van het leven is er sprake van een normatieve ontwikkeling;
De algemene veranderingen die kinderen laten zien naarmate ze ouder worden.
 Hoe ouder men wordt, hoe meer variatie er in de levensloop ontstaat.
 Er bestaan hiertussen nog wel individuele verschillen, maar de
veranderingen op jonge leeftijd zijn het gevolg van normatieve invloeden.

Normatieve invloeden = Factoren die bij de meeste mensen ongeveer dezelfde
impact hebben en daardoor aanleiding geven tot een soort gemiddeld
ontwikkelingspatroon.
 Omgevingsinvloeden zijn van invloed in hoe snel en op welke manier een kind
zich ontwikkelt.




Ontwikkelingsthema’s:


1

,Ontwikkelingskenmerken:
1. Het is een cumulatief proces; vaardigheden en ervaringen bouwen op
elkaar voort.
 Elke nieuwe fase in ontwikkeling bevat ook alle vaardigheden en
ervaringen van de vorige fasen.
2. Het is een differentiatieproces; Specifieke vaardigheden ontstaan vanuit
meer algemene vermogens. (Grijpreflex van ongedifferentieerd naar
gedifferentieerd).
3. Ontwikkeling verloopt georganiseerd; het ontstaat niet toevallig, maar
voltrekt zich in een vaste, logische volgorde en is onder normale
omstandigheden onomkeerbaar.
4. Ontwikkeling is holistisch; Alle aspecten van een persoon veranderen
samen en integreren met elkaar.

Verloop van ontwikkeling:
1. Continu proces; persoon verandert continu.
 Hierbij gaat het om kwantitatieve veranderingen; nieuwe vaardigheden
vloeien automatisch voort uit al aanwezige vaardigheden en een persoon
krijgt steeds neer mogelijkheden erbij.
2. Een discontinu proces; De ontwikkeling verloopt meer abrupt, in aparte
stappen waarbij personen ‘sprongetjes’ maken.
 Anderen vinden dat er sprake is van een kwalitatieve veranderingen; Elke
fase levert nieuw gedrag op dat wezenlijk verschilt van het gedrag uit de
vorige fase.

Gevoelige periodes: een specifiek moment tijdens de ontwikkeling waarin de
ontwikkeling versneld vooruitgaat en er een verhoogde gevoeligheid bestaat voor
stimuli vanuit de omgeving.



2

,  Als die ontwikkeling tijdens die periode niet plaatsvindt, ontstaat de kans
dat het volledige potentieel nooit bereikt wordt. (Zoals bijvoorbeeld
taalverwerving).
 Op het juiste moment de juiste zaken aanreiken, kan voorkomen dat een
kind een achterstand oploopt in zijn ontwikkeling.
 MAAR de aanwezigheid van een bepaalde stimuli in een specifieke periode
tijdens de ontwikkeling kan ook een abnormale ontwikkeling tot gevolg
hebben.

Het Nature-Nurture debat;
- Nature; alle erfelijke eigenschappen, karakteristieken, capaciteiten en
vermogens die mensen van hun biologische ouders erven.
 Oogkleur bijvoorbeeld
- Nurture; alle ervaringen die een persoon opdoet en de kwaliteit van de
sociale en de fysieke omgeving waarin hij verkeert.
 De opvoeding die een kind krijgt bijvoorbeeld.
 Hierbij gaat het tegenwoordig om in hoeverre elke factor van invloed is.

§2.2 Erik Erikson
De psychosociale
ontwikkelingstheorie:
Wordt gebruikt om de sociale en
emotionele ontwikkeling van een
persoon te begrijpen.
 Ontwikkeling eindigt niet in
de kindertijd maar is een
levenslang proces.
 In 8 opeenvolgende
levensfasen;

Voor de ingang van een nieuwe levensfase wordt gewerkt aan een nieuwe
psychosociale identiteit, die gemarkeerd wordt door een crisis, conflict of
uitdaging die het hoofd moet krijgen zodat je je optimaal kan ontwikkelen.
 Het moment dat je een nieuwe fase ingaat, voel je je niet meer passen in
de sociale rollen waarin je je eerst wel goed bij voelde.

Steun:
- Wordt nog steeds gebruikt in vervolgstudies om identiteitsvorming te
onderzoeken.
- James Marcia: kwam met een alternatieve visie door duidelijk afgebakende
identiteit statussen te onderscheiden onder adolescenten.
Kritiek:
- ‘In hoeverre is de theorie universeel toepasbaar’.

§2.4 Lawrence Kohlberg
De morele stadiumtheorie: Hierbij gaat het om een moreel dilemma.
Niveau Uitleg Stadium
Pre-conventioneel Kinderen gedragen zich naar (1) Nadruk op het voorkomen
niveau de opgelegde regels en van straf.
bepalen wat goed of fout is (2) Nadruk op het verkrijgen
door het te baseren op de van een beloning.
straf (1) of beloning (2).
Conventioneel Kinderen gaan rekening (3) Nadruk op gerespecteerd
niveau houden met het belang van willen worden door anderen
anderen (3) en dit (4) Nadruk op sociale orde en

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Denn1s. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.72
  • (0)
  Add to cart