7.1 Algemeen p. 145
Het strafprocesrecht: : dit is het deel van het strafrecht dat betrekking heeft op de regels
voor strafrechtelijk onderzoek. Ook wel formeel strafrecht of
strafvordering genoemd.
Wanneer komt het tot een : Er moet vastgesteld worden wat er precies is gebeurd, en welke
daadwerkelijke bestraffing? personen daarbij betrokken zijn geweest.
7.2 Een eenvoudige strafzaak p. 145
Voorbeeld eenvoudige strafzaak: : p. 145 t/m 148.
Er zal via drie invalshoeken naar a) Welke personen en instanties spelen een rol bij het strafproces?
de beschreven strafzaak worden b) Uit welke fasen bestaat het strafproces?
gekeken: c) Op welke manier mogen de strafrechtelijke overheidsorganen
optreden?
7.3 Procesdeelnemers p. 149
7.3.1 Algemeen
• Verdachte: : Op grond van feiten en omstandigheden die worden geconstateerd
in een bepaald strafrechtelijk onderzoek, kan het redelijke
vermoeden ontstaan dat er een strafbaar feit heeft plaats gevonden
(verdenking) en dat een bepaalde persoon dat feit heeft begaan
(verdachte).
: Tot het moment van de veroordeling wordt uitgegaan van de
onschuld van de verdachte.
• Raadsman: : Dit is een advocaat die de verdachte adviseert en met hem de
verdediging voert.
• Getuige: : Wanneer een strafbaar feit ten laste is gelegd, zal dat ook moeten
worden bewezen, wil er een veroordelend vonnis gewezen kunnen
worden. De schriftelijke verklaring kan door de rechtbank gebruikt
worden voor het bewijs.
• Deskundige: : Deskundigen die speciaal onderzoek verrichten voor een rechter
worden forensische deskundigen genoemd. Zij kunnen worden
benoemd met de opdracht bepaald onderzoek uit te voeren. Bijv.
een medische expertise.
• Benadeelde partij: : De benadeelde partij kan zich met een civielrechtelijke
schadeclaim voegen in het strafproces.
• Rechtbank, gerechtshof en : Strafzaken kunnen door deze drie soorten rechterlijke colleges
worden berecht. Ieder van die gerechten heeft een eigen regio
waarbinnen het rechtspreekt (rechtsgebied).
: Zowel de rechtbank, het gerechtshof als de Hoge Raad kent
enkelvoudige en meervoudige kamers.
Rechtbank: : Het rechtsgebied van een rechtbank wordt het arrondissement
genoemd. Ieder arrondissement heeft één rechtbank, die alle zaken
in eerste aanleg behandelt.
: Er bestaan in totaal negentien rechtbanken.
Meervoudige kamers: : Zij oordelen alleen over ingewikkelde en ernstige strafzaken.
Kantonrechter: : Oordeelt over de meeste overtredingen (art. 382 Sv).
Politierechter: : Oordeelt over eenvoudige misdrijven (art. 368 Sv).
Kinderrechter: : Zaken met minderjarige verdachten worden doorgaans door de
kinderrechter behandeld.
Gerechtshof: : Dit zijn grotere rechtsgebieden, die een aantal arrondissementen
omvatten. Gerechtshoven zijn verbonden aan een ressort. Zij
behandelen alle zaken in hoger beroep.
1.1
, : Er zijn vijf gerechtshoven.
Rechter-commissaris (RC): : Dit zijn rechters die slechts deelnemen aan het onderzoek dat aan
de zitting voorafgaat (raadsheer-commissaris).
Bevoegdheden RC: : De RC is onmisbaar bij de uitoefening van bepaalde
opsporingsbevoegdheden. Zo is een machtiging van de RC vereist
voor de doorzoeking van een woning ter inbeslagneming.
: De RC is tevens de centrale figuur tijdens het gerechtelijk
vooronderzoek.
Hoge Raad: : De HR is de hoogste rechterlijke instantie in NL. Er bestaat slechts
één Hoge Raad, die is gevestigd in Den Haag.
: Bij de HR werken naast raadsheren ook advocaten-generaal.
Advocaten-generaal (AG’s): : Zij hebben een adviserende functie: zij geven hun visie op zaken
die aan de Hoge Raad worden voorgelegd. Deze adviezen worden
‘conclusies’ genoemd. Zij worden opgenomen als bijlagen bij
arresten van de HR.
Procureur-generaal (PG): : Een procureur-generaal is het hoofd van de advocaten-generaal.
• Opsporingsambtenaar: : De politie heeft voor de opsporing van stafbare feiten een groot
aantal bevoegdheden gekregen, zoals het aanhouden en fouilleren
van verdachten.
: Hoewel in de praktijk over het algemeen de politie die
bevoegdheden uitoefent, spreekt de wet over
opsporingsambtenaren (art. 141 en 142 Sv).
• Openbaar Ministerie: : Het OM is de instantie die beslissingen neemt om een zaak aan de
rechter voor te leggen (art. 9 Sv).
Taken van het OM: : Het OM heeft de verantwoordelijkheid over het
opsporingsonderzoek. Hoewel voornamelijk de politie zich
daarmee bezighoudt, zijn ook leden van het OM aangewezen als
opsporingsambtenaar.
: De tenuitvoerlegging van rechterlijke uitspraken (art. 553 Sv).
Leiding van het OM: : De leiding van het gehele OM is in handen van het college van
procureurs-generaal (art. 130 RO).
: Dit college kan bijv. aangeven welke strafbare feiten met prioriteit
moeten worden aangepakt.
: De minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor het
hele OM.
Hulpofficier van justitie: : Bepaalde hogere politiefunctionarissen zijn benoemd als
hulpofficier van justitie (art. 154 Sv).
Bevoegdheden: : Bijv. het in verzekering stellen van een verdachte.
Parket: : Ieder arrondissement heeft een eigen bureau van het OM, dit wordt
het parket genoemd.
Arrondissementsparket: : Bij de rechtbank spreken we van een arrondissementsparket.
: Hierbij werken officieren van justitie onder leiding van een
hoofdofficier van justitie.
Ressortparket: : Bij het gerechtshof spreken we van het ressort parket.
: Bij het ressortparket worden zij advocaten-generaal
respectievelijk hoofdadvocaat-generaal genoemd.
Landelijk parket: : Het landelijk parket is er voor de aanpak van (internationale)
georganiseerde criminaliteit.
Functioneel parket: : Het functioneel parket is er voor de opsporing en vervolging van
milieudelicten, economische delicten en fraude.
• Reclassering: : De reclassering houdt zich bezig met de persoon en
omstandigheden van de verdachte. Zij is betrokken bij de
ontwikkeling en organisatie van de taakstraffen en zij kan
aanwijzingen geven waaraan veroordeelden zich moeten houden
die voorwaardelijk veroordeeld zijn. Verder geeft zij de rechter
1.2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s0704. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.