Samenvatting voor het tentamen JCT1 in collegejaar 2 HBO-Rechten op de Hanze,
Deze samenvatting bevat de onderdelen Europees Recht, Human Rights, en ICT-recht. Bij Europees recht heb ik voornamelijk gebruik gemaakt van het voorgeschreven boek (praktisch Europees Recht), aangevuld met aantekening...
Inhoudsopgave
Week 1 (1+2 Praktisch Europees recht)........................................................................................................... 2
Hoofdstuk 1 – Europese Unie...............................................................................................................................2
Hoofdstuk 2 – instellingen van de Europese Unie..............................................................................................10
Week 2 (3+4+5 Praktisch Europees recht)..................................................................................................... 18
Hoofdstuk 3 – Wetgeving, directe werking en staatsaansprakelijkheid............................................................18
Hoofdstuk 4 – De vier vrijheden.........................................................................................................................25
Hoofdstuk 5 – Vrij verkeer van goederen...........................................................................................................31
Week 3 – Human Rights............................................................................................................................... 34
College 1.............................................................................................................................................................34
College 2.............................................................................................................................................................37
Week 5 – ICT-Recht...................................................................................................................................... 40
Hoorcollege Week 5...........................................................................................................................................40
Flitscollege – Totstandkoming & Toepassingsbereik AVG..................................................................................46
Flitscollege – Datalekken en de AVG..................................................................................................................47
Flitscollege – Functionaris Gegevensbescherming (FG).....................................................................................49
Flitscollege – Rechten betrokkene en doorgifte (aan derde landen)..................................................................49
Week 7 – merkrecht en handelsnaamrecht................................................................................................... 58
Flitscollege domeinnamen.................................................................................................................................62
Europees recht
Stof uit boek aangevuld met uitleg van hoorcolleges
Human Rights
Samenvatting van stof blackboard
ICT-Recht
Verschillende flitscolleges, hoorcollege en webinair octrooicentrum
1
,Week 1 (1+2 Praktisch Europees recht)
Hoofdstuk 1 – Europese Unie
Internationaal recht
Als personen of rechtspersonen afspraken met elkaar maken, stellen zij een contract op
volgens de nationale wet. Als (lid)staten afspraken met elkaar maken, is niet het nationale,
maar het internationale recht van toepassing. Het internationale recht regelt alle
betrekkingen tussen staten.
De afspraken die staten met elkaar maken op basis van internationaal recht worden vaak in
een verdrag vastgelegd.
Staatssoevereiniteit
De overheid van een staat heeft staatssoevereiniteit: andere staten kunnen bijvoorbeeld niet
bepalen hoe Nederland zijn regelgeving vormgeeft. Deze macht ligt alleen bij de nationale
overheid. De soevereiniteit van een staat kan beperkt worden door:
1. Overdragen soevereiniteit
2. Onvrijwillige beperking
Ad 1: Overdragen soevereiniteit
Een staat kan ervoor kiezen om (een deel van) de beslissingsbevoegdheid over te
dragen aan bijvoorbeeld een internationale organisatie (bijvoorbeeld de Europese
Unie). De staat kan dan niet alles meer zelf regelen, maar accepteert dat een
organisatie hoger en gezaghebbender is dan de staat zelf.
Soevereiniteit zal over het algemeen alleen worden overgedragen als dit het belang
van het land dient en bijdraagt aan het welzijn van inwoners. Bij de oprichting van de
EU waren het voorkomen van oorlog en het bewerkstelligen van economische groei
en herstel de belangrijkste redenen voor het overdragen van soevereiniteit.
Overdragen is niet permanent
Zie art. 50 VEU.
Het is (sinds 2009) bijvoorbeeld mogelijk om het lidmaatschap in de EU op te zeggen
en staatssoevereiniteit te hernemen.
Ad 2: Soevereiniteit onvrijwillig beperkt
Ook kan de soevereiniteit onvrijwillig worden beperkt. Dit is het geval indien een staat
wordt binnengevallen door een ander land en dat andere land de macht overneemt.
De beslissingsbevoegdheid van de aangevallen staat is dan beperkt. Het kan ook door
militair ingrijpen van een onafhankelijke staat gebeuren (zoals bij Irak en Afghanistan)
Internationale organisaties
Er zijn twee soorten organisaties:
1. Gouvernementele organisaties
2. Non-gouvernementele organisaties
2
,Ad 1: Gouvernementele organisaties
Een samenwerkingsverband tussen staten. De oprichting van zo’n organisatie gebeurt in een
verdrag waarin de lidstaten de doelstellingen en de middelen, die de organisatie nodig heeft
om die doelstellingen te bereiken, beschrijven. Het biedt staten de mogelijkheid om samen
te werken op een bepaald beleidsterrein. Die gouvernementele organisaties kan je opdelen:
Intergouvernementele organisatie (IGO)
Als lidstaten geen soevereiniteit (beslissingsbevoegdheid) afstaan is er sprake van een
intergouvernementele organisatie. Hier gaat het om een samenwerking tussen
lidstaten. Lidstaten maken samen afspraken en deze worden dus niet van bovenaf
opgelegd
Supranationale organisatie
Als lidstaten wel soevereiniteit (beslissingsbevoegdheid) afstaan aan de organisatie is
er sprake van een supranationale organisatie. Een supranationale organisatie staat
boven de lidstaten
De EU is een supranationale organisatie. Lidstaten hebben namelijk een groot
gedeelte van hun beslissingsbevoegdheid overgedragen, waardoor de organisatie
regels kan opleggen aan de lidstaten. De lidstaten beslissen altijd samen.
Ad 2: Non-gouvernementele organisaties (NGO)
Geen groep landen, maar een groep personen die een internationale organisatie opricht. Een
‘ngo’ is onafhankelijk van staten en heeft vaak een ideële doelstelling. Een ngo hoeft niet
internationaal te zijn. Voorbeelden van ngo’s zijn het zilveren kruis, Amnesty international en
wereld natuur fonds. Ngo’s hebben niet dezelfde status als gouvernementele organisaties,
maar worden wel vaak uitgenodigd om deel te nemen aan internationale vergaderingen.
Ngo’s hebben dan geen stemrecht, maar wel een adviserende rol.
1.2 – De EU en haar doelstelling
De EU is ontstaan door verschillende internationale verdragen waarin wordt geregeld welke
doelstellingen de EU nastreeft en binnen welke juridische kaders dat dat moet gebeuren.
Met het verdrag aangaande de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en
Staal (EGKS) is de EU gestart.
EEG – Europese Economische Gemeenschap
Om nog beter samen te werken op het gebied van handel en economie ontstaat in
1958 de EEG
3
, Lid worden van de EU: kandidaat-lidstaat
Staten die lid willen worden van de EU kunnen een aanvraag tot lidmaatschap doen op basis
van art. 49 VEU. De aanvraag wordt vervolgens voorgelegd aan de Raad en de Europese
Commissie geeft een formeel advies uit. De raad beslist over het al dan niet in behandeling
nemen van de aanvraag. Wanneer er unaniem door de Raad wordt ingestemd, kan er
worden onderhandeld en is een land een officiële kandidaat lidstaat. (Landen die lid willen
worden van de EU moeten wel voldoen aan de Copenhagen criteria.
Verdragen in de EU
Momenteel zijn er twee verdragen van kracht.
1. Het verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)
2. Het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
Naast deze verdragen is ook het handvest van de Grondrechten van de EU een belangrijk EU-
verdrag.
VEU
In dit verdrag staan de doelstellingen van de EU. De belangrijkste doelstellingen zijn
rede en welzijn, het creëren van een ruimte en vrijheid, veiligheid en recht, het
voltooien van de interne markt, het instellen van een economische en monetaire unie
en het beschermen van mensenrechten.
Doelstelling EU en het bereiken daarvan
De doelstellingen van de EU zijn opgenoemd in art. 3 VEU. Om die doelstellingen te
bewerkstelligen kan de EU kiezen voor negatieve of positieve integratie. Deze twee
instrumenten kunnen tegelijkertijd worden toegepast.
Negatieve integratie
Houdt in dat de EU overgaat tot het uitvaardigen van verboden: ‘Je mag niet’ of ‘het is
verboden’
Positieve integratie
Hierbij gaat de EU over tot het uitvaardigen van geboden: ‘Je moet’. Het doel hiervan
is om de regelgeving in de lidstaten gelijk te stellen (uniformeren)
Doelen EU
1. Vrede en welzijn
2. Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht
3. Interne markt
4. Economische en Monetaire Unie
5. Bescherming van de mensenrechten
Ad 1: vrede en welzijn
Lidstaten werken met elkaar samen. Economische integratie dient niet alleen ter versterking
van de algehele welvaart, maar het zorgt er ook voor dat eventuele conflicten tussen
lidstaten eerder kunnen worden opgelost. Je maakt niet snel ruzie met je handelspartners.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HZrechtenstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.39. You're not tied to anything after your purchase.