ETHIEK EN DEONTOLOGIE
1. WAT IS EEN ETHISCH DILEMMA ?
Dilemma’s in de toegepaste psychologie:
Jurre (♂, 48j) is opgenomen. Zijn echtgenote vraagt om duidelijkheid waarom Jurre hun
woonkamer in brand wou steken. Jurre is nog niet aanspreekbaar.
Dominique (♀, 32j) solliciteert bij het bedrijf waar jij werkt. Je kent haar en denkt dat ze een
goede collega zou zijn. Doe jij de selectie of niet?
Stella (♀, 35j) haalt 49/100 voor een test. Ze heeft 50/100 nodig om door te gaan. Ze is
gemotiveerd en het zou veel voor haar zelfvertrouwen betekenen.
Flip (♂, 15j) komt niet op gesprek. De ouders bellen met de vraag of hij altijd komt opdagen.
Ben je eerlijk tegen de ouders?
1.1 Moreel of ethisch dilemma
Wanneer je een gedrag stelt dat in overeenstemming is met de morele normen en waarden, dan stel
je moreel toelaatbaar gedrag. Soms is er verdeeldheid in de samenleving over hoe je moet handelen.
Bij problemen waarin het lastig is om te bepalen wat de beste, de betere of de minst slechte keuze is.
In de hulpverlening ondervinden hulpverleners ook dilemma’s. Een moreel (of ethisch) dilemma
wordt door een hulpverlener vaak intuïtief aangevoeld en men zit ‘gewrongen’ met de situatie.
Men voelt aan dat er iets ‘niet klopt’ :
1 verschillende morele waarden staan tegenover elkaar (bv. gelijkwaardigheid versus
eerlijkheid),
2 verschillende deontologische verplichtingen lijken onderling tegenstrijdig (bv.
beroepsgeheim garanderen versus recht op informatie),
3 ethische overwegingen lijken moeilijk verenigbaar met wettelijke verplichtingen (bv.
bezorgde ouders van een volwassen opgenomen patiënt informeren over de
toestand van hun zoon versus Privacywet).
In onderstaande tabel zie je hoe een ethisch dilemma kan uiteenvallen in schijnbaar twee
tegenstrijdige handelingen. Het kiezen voor de ene waarde (handeling) gaat dan ten koste van de
andere waarde.
Handeling 1 Handeling 2
Iemand verplicht opnemen in een instelling & Iemand vrije keuze laten, maar wel gevaar voor
zo het gevaar voor zichzelf beperken zichzelf laten zijn
Kind begeleiden tegen de wil van ouders en Kind niet begeleiden en zo ouderlijk gezag
ouders niet inlichten dat je hulp biedt+ welzijn respecteren + welzijn kind niet verhogen
kind mogelijks verhogen
Iemand niet aanwerven voor een job en zo Iemand de kans bieden om te werken + niet
discrimineren omdat een werkgever niemand discrimineren + risico dat de werkgever jou
met die geloofsovertuiging wil tewerkstellen. Zo bestraft en dat de werknemer toch ontslagen
wel die werkgever te vriend houden. wordt
1
, De termen ‘ethiek’ en ‘moraal’ zijn met elkaar verbonden, maar betekenen niet hetzelfde.
Je moraal zijn alle normen en waarden die voor jou belangrijk zijn. Met je moraal bepaal je of je
iets goed of fout vindt. Goed zijn de dingen die bij jouw normen en waarden passen; fout zijn de
dingen die niet bij jouw normen en waarden passen. Wanneer je het woord moraal als een
bijvoeglijk naamwoord gebruikt, gebruik je de term ‘moreel’ (bv.: een morele keuze).
Ethiek is het (kritisch) nadenken over de moraal. Waarom vind je dat iets wel of niet bij jouw
normen en waarden past? Iets is “ethisch” als je er nog even over na moet denken. Je weet dan nog
niet of je het goed of fout vindt. Je hebt nog geen oordeel of je trekt je oude oordeel in twijfelt.
“Je ethisch gedragen” betekent dus dat je nadenkt over hoe je moet handelen. “Je moreel
gedragen” wil zeggen dat je handelt volgens je eigen moraal, dit doe je vaak zonder nadenken.
1.2 Waarden en normen
Een morele waarde is een zaak waarvan mensen vinden dat ze goed, belangrijk of nastrevenswaardig
is. We vinden een aantal zaken belangrijk en waardevol. Dit duiden we aan met morele waarden.
Enkele belangrijke waarden in de zorg zijn onder andere (Liégeois, 2019):
Waarden Beschrijving
Autonomie Keuzevrijheid en zelfstandigheid
Verantwoordelijkheid Taken naar behoren uitvoeren
Integriteit Eerlijk, oprecht en niet omkoopbaar
Privacy / Vertrouwelijkheid Persoonlijke levenssfeer (lichaam, geest…)
Zorg / Weldoen Goed doen, welzijn en geluk -> paternalisme
Respect Erkennen en waarderen van de andere
Rechtvaardigheid Juiste verdeling van middelen, gelijke kansen, gelijke behandeling
Eerlijkheid Waarheid spreken, beloftes houden
Deskundigheid Kwaliteit bieden
Veiligheid Schade voorkomen, beperken
Een morele norm is een gedragsregel met een bepaald draagvlak in de groep. Om deze waardevolle
elementen te beschermen, ontstaan er regels die je gedrag voorschrijven, iets waar je je als groepslid
van de samenleving aan zou moeten houden. Deze gedragsregels duiden we aan met morele
normen. Morele normen kan je onderverdelen in geboden (iets wel doen) of verboden (iets niet
doen). Normen zijn vaak concreet, en geven een ondergrens/minimum waaraan je gedrag dient te
voldoen. Voorbeelden:
Je mag niet stelen (eerlijkheid, respect)
Je moet de waarheid spreken (eerlijkheid)
Je mag geen plagiaat plegen (eerlijkheid, rechtvaardigheid, integriteit…)
Je mag een cliënt niet discrimineren (respect, integriteit)
2
,Jurre (♂, 48j) is opgenomen. Zijn echtgenote vraagt om duidelijkheid waarom Jurre hun woonkamer
in brand wou steken. Jurre is nog niet aanspreekbaar.
Wel zeggen (bv psychose): vrouw gerustgesteld - mogelijks later Jurre (on)tevreden - tegen
de wet
Niet zeggen: vrouw mentaal zwaar - mogelijks later Jurre (on)tevreden - wet gevolgd
Situaties waarin een hulpverlener merkt dat hij gebonden is aan persoonlijke waarden of
beroepsethische normen die in dat specifieke geval niet met elkaar te verenigen zijn.
Intuïtief aangevoeld & gewrongen gevoel, men voelt aan dat er iets ‘niet klopt’
Enkele normen, waarden en/of juridische zaken die niet te verenigen zijn
Omdat we in de hulpverlening een verantwoordelijkheid dragen om bepaalde morele waarden en
normen (bv. eerlijkheid, autonomie van de cliënt waarborgen) na te leven, werden plichten voor de
beroepsgroep neergeschreven. Deze staan in een deontologische code.
➔ Toch zijn hierdoor niet alle ethische vragen opgelost. In de hulpverlening ondervinden
hulpverleners ethische dilemma’s.
1.3 Moreel versus praktisch dilemma
Moreel dilemma: om te weten of het om een ethisch dilemma gaat, kan je nagaan of ze voldoet aan
de criteria van Rothfusz:
minstens 2 alternatieven waaruit gekozen moet worden
Vaak de zwart-wit versie: ‘Ik doe het’ <> ‘Ik doe het niet’
alternatieven hebben te maken met waarden en normen. Het gaat dus niet om de vraag hoe
je iets moet aanpakken. Het botst met jouw interne, met jouw ‘ik’
‘Hoe ga ik om met de diefstal van het kind dat ik begeleid op school?’ <> ‘Hoe ga ik
pedagogisch het best te werk bij het melden van de diefstal door dit kind?’
een dilemma voor jou als psychologisch consulent. Het is voor een concreet individu, niet
voor ‘psychologisch consulenten in het algemeen’
‘Hoe reageer ik op euthanasie-vragen?’ <> ‘Hoe reageer ik op de euthanasie-vraag van
Sofie?’
Er zijn concrete mogelijkheden waaruit je moet kiezen
Praktisch/methodologische dilemma = Ik weet ongeveer de richting, maar niet hoe. Het is niet per se
een ethisch dilemma.
Je voelt wel welke richting je als hulpverlener uit wil, maar je weet niet wat de beste
methode is. Zo kan het zijn dat je weet dat je de ouders van een minderjarig kind wil
informeren omdat je dat ethisch gezien het beste vindt. Toch heeft het kind gevraagd om
niets door te geven. Bij dit dilemma vraag je je af hoe je, met respect voor alle betrokkenen,
tot een volgende stap geraakt.
2. 3 DOMEINEN IN DE BEROEPSETHIEK
2.1 Juridisch luik
Bijvoorbeeld: wat zijn de grenzen van het beroepsgeheim? Wanneer mag het beroepsgeheim
wettelijk gezien doorbroken worden? Vanuit het juridisch oogpunt is het van belang om na te gaan of
er wettelijke regels van toepassing zijn op de casus
3
, 2.1.1 ‘Plichtenleer’
Verantwoordelijkheid nemen bij moeilijke keuzes
= richtlijnen en plichten volgen (Beroepscode volgen – heeft voor- en nadelen)
basisprincipes
- Beroepsgeheim & discretieplicht
- Respect voor de waardigheid van
een cliënt
- Verantwoordelijkheid
- Competentie: enkel doen waar je
competent voor bent
- Integriteit
2.1.2 Juridische luik
Er bestaan diverse wetten waaraan gehoor gegeven moet worden en waarin artikelen staan die
betrekking hebben op, onder andere, kwaliteitsvolle begeleiding aanbieden, geïnformeerde
toestemming, het patiëntendossier, privacy en klachtenrecht.
2.1.2.1 Erkenning van GGZ-beroepen
Sinds 1993 is de titel van psycholoog bij wet geregulariseerd. Je moet aan bepaalde vereisten
voldoen voor je die titel mag gebruiken en je moet je laten inschrijven op een lijst. De
Psychologencommissie werd aangesteld om deze officiële lijst van psychologen in België bij te
houden. Op deze manier probeert de wetgever de vakbekwaamheid van psychologen te garanderen.
De klinisch psycholoog is sinds enkele jaren ook een WUG-er (Wet op de Uitvoering van de
Gezondheidszorg) uitoefent. Er vallen verschillende beroepen onder deze wet zoals onder andere
geneeskunde, vroedkunde, verpleegkunde, zorgkundige, kinesitherapie, klinische psychologie,
klinische orthopedagogie, hulpverlener–ambulancier.
De beschermt de beoefening van gezondheidszorg doordat:
niet iedereen deze titels mag gebruiken (titelbescherming) – niet iedereen kan zich klinisch
psycholoog noemen,
bepaalde activiteiten (zoals psychotherapie) enkel door die titels uitgevoerd mogen worden
(beroepsbescherming),
je bepaalde opleidingen gevolgd moet hebben – psychotherapie uitoefenen mag enkel na
een therapie-opleiding.
Deze erkenning maakt dat de klinisch psycholoog een autonoom gezondheidszorgberoeps-
beoefenaar is. Geen andere hulpverlener kan hem of haar zeggen hoe hij te werk moet gaan. De
discussie tussen de arts en de psycholoog is daarmee definitief van de baan.
En psychotherapie? Dat is geen beroep, maar een manier van behandelen binnen de geestelijke
gezondheidszorg. Je zou dus kunnen zeggen dat je geen psychotherapeut ‘bent’, maar wel
psychotherapie ‘uitvoert’. Psychotherapie mag uitgeoefend worden door personen die reeds
beschikken over een beroepstitel en voldoen aan bepaalde voorwaarden.
4
,De psychologisch consulent behoort niet tot de autonome beroepen en wordt op dit moment nog
niet wettelijk erkend als een gezondheidszorgberoep. Gelukkig ligt er een wetsvoorstel klaar om van
de psychologisch consulent een erkend GGZ-beroep te maken. Het zou dan gaan om een
ondersteunend beroep, waarbij de PC via doorverwijzing en in samenspraak met een autonome
uitvoerder zijn werk uitoefent. De BPC (Beroepsvereniging voor Psychologisch consulenten) ijvert er
al jaren voor dat dit wetsvoorstel gestemd zou worden.
2.1.2.2 De deontologische code voor psychologen en psychologisch consulenten
Als hulpverlener hebben we een grote verantwoordelijkheid in ons beroep en dus een aantal plichten
(bv. dossier correct bijhouden, in team de voorwaarden van het gedeeld beroepsgeheim
respecteren…).. Een lijst met al onze verplichtingen is een deontologische code (van het Griekse
woord voor ‘plicht’ - δεον (deon)).
Er bestaat een verschil tussen de deontologische beroepscode van de psychologen en die van de
psychologisch consulenten. Aan de titel van psycholoog is een tuchtrecht verbonden. Ze moeten zich
houden aan de code want anders kan men binnen het tuchtrecht een sanctie krijgen door de
psychologencommissie (bv. boete, beroep niet mogen uitoefenen…). Het helpt om psychologen die
onethisch handelen af te remmen in dergelijk gedrag.
Voor de PC is er ook een beroepscode en inhoudelijk komt deze sterk overeen met die van de
psychologen, ook al gebruiken ze op sommige punten andere bewoordingen. De BPC is door de
beroepsvereniging ontwikkeld en heeft niet de status van een wettekst. Dit wil zeggen dat de
beroepsgroep geen leden kan sanctioneren. De cliënt kan natuurlijk wel een proces aanspannen
waardoor de hulpverlener eventueel boetes en celstraffen kan krijgen.
De deontologische code van psychologen wordt vooralsnog in het werkveld vaker gebruikt dan die
voor psychologisch consulenten. Daarom wordt in deze cursus vaak verwezen naar de beroepscode
voor psychologen. Het is echter te verwachten dat de beroepscode voor psychologisch consulenten
steeds meer een belangrijke rol gaat spelen (zeker als het beroep erkend wordt).
Ook andere beroepsverenigingen in België of Nederland ontwikkelen richtlijnen voor
beroepsbeoefenaars, zoals Internationale Richtlijnen voor het Gebruik van Tests (Internationale Test
Commissie, Belgische Federatie van Psychologen, & Nederlands Instituut van Psychologen [NIP],
2001).
2.1.2.3 Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp
Hierin worden de rechten van de minderjarige beschreven (onder andere geïnformeerde
toestemming, vrije keuze van de hulpverlener, zijn dossier, participatie, bijstand en privacy).
Het heeft betrekking op de jeugdhulpverlening: het agentschap jongerenwelzijn, algemeen
welzijnswerk, centra voor geestelijke gezondheidszorg, centra voor leerlingenbegeleiding, kind en
gezin, centra voor integrale gezinszorg en het Vlaams agentschap voor personen met een handicap.
Het geldt in principe niet voor minderjarigen behandeld door hulpverleners die buiten deze sectoren
werkzaam zijn, zoals zelfstandig werkende psychologisch consulenten. Toch kan het raadplegen van
dit decreet door deze hulpverleners nuttig zijn om veelvoorkomende antwoorden te vinden voor
moeilijkheden in de integrale jeugdhulp.
5
, 2.1.2.4 Wet patiëntenrechten
Het bevat artikelen gerelateerd aan de kwaliteitsvolle verstrekking van gezondheidszorg, de vrije
keuze van de hulpverlener, geïnformeerde toestemming van de patiënt, het patiëntendossier, de
privacy en het recht om klacht in te dienen.
2.1.2.5 De Privacywet & GDPR
De Privacywet regelt hoe persoonlijke gegevens bewaard, bewerkt… moeten worden. Het is relevant
voor hulpverleners, omdat het bijhouden van een cliëntendossier valt onder het bewaren van
persoonsgegevens. De wet geeft de cliënt bepaalde rechten, zoals het inzien, corrigeren of laten
vernietigen van gegevens die op hem betrekking hebben, en stelt de voorwaarden vast waaronder de
beroepsbeoefenaar de gegevens kan gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek.
Daarnaast is er ook de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), die voor nog meer
transparantie en controle over gegevens zorgt en dit door nog meer organisaties en instanties (bv.
onderwijsinstellingen, Google…). In de media wordt deze wet vaak aangeduid met de afkorting
GDPR. Het wordt moeilijker voor bedrijven om iets met je gegevens te doen zonder je toestemming.
2.1.2.6 Nog andere
Er zijn nog talloze andere wetten van toepassing op de GGZ. Het meest bekende voorbeeld is het
beroepsgeheim (artikelen 458 en 458bis van het Strafwetboek). Waar relevant, wordt verder in deze
cursus dieper op deze regelingen ingegaan.
2.1.3 Belang van juridische luik
Duidelijkheid over rechten en plichten voor alle partijen: wat moet je doen
1. Bescherming van cliënten: wat mogen zij verwachten van wettelijk kader
2. Biedt houvast: bij dilemma een houvast bieden
MAAR wetten en regels
‘lopen achter de feiten aan’, bv als er iets gebeurd dat niet oké is, de wet kan pas daarna
opgesteld worden
kunnen nooit op alle situaties worden toegepast: unieke situaties en persoonlijk aanvoelen
impliceren vaak een conflictsituatie: gemaakt om conflicten op te lossen (bv privacy
schenden om erger te voorkomen. De wet schenden)
2.2 Moreel/ ethische Luik
Het gaat dan om de persoonlijke normen en waarden die door een bepaalde casus worden
aangesproken. Ethiek is meer dan wetten en regels. Het bestaan van wetten en beroepscodes lijkt te
impliceren dat in het werk van de psychologisch consulent duidelijk kan worden afgebakend wat
‘mag’ en wat ‘niet mag’. Toch kan moreel goed gedrag niet op een simpele manier gevat worden in
een lijstje van geboden en verboden. Daar zijn meerdere redenen voor.
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emiliegoethals. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $19.51. You're not tied to anything after your purchase.