100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Levensfasen en Inleiding in de pedagogiek - Mens en gedrag 2 $6.87   Add to cart

Summary

Samenvatting Levensfasen en Inleiding in de pedagogiek - Mens en gedrag 2

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting is geschreven voor mensen die het tentamen mens en gedrag 2 moeten doen. In deze samenvatting vind je begrippen, maar ook foto's ter verduidelijking uit het boek.

Preview 4 out of 76  pages

  • No
  • 7 t/m 9 het boek levenfasen en 1,2,3 en 5 uit het boek inleiding in de pedagogiek
  • June 12, 2024
  • 76
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Mens en gedrag 2
Hoofdstuk 1: Het begrip opvoeding
Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat het begrip pedagogiek inhoudt, geredeneerd vanuit jouw
studierichting.
- Je kunt aangeven wat het maatschappelijke belang van de 4 basisdimensies is.
- Je kunt verbanden leggen tussen het circulaire proces en de uniciteit van het kind.
- Je kunt een mening vormen over de invloed van de vier basisdimensies op de
zelfredzaamheid, de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen van het kind.
- Je kunt een mening vormen over facetten die een rol spelen bij het opvoeden van het
kind in de samenleving.

1.2 Beschrijving van het begrip pedagogiek
Pedagogiek houdt zich bezig met de opvoeding van kinderen en jeugdigen van 0 tot 18 jaar.
Pedagogiek betekent kinderleiding.
Andere woorden voor pedagogiek zijn: opvoedkunde, opvoedingsleer of
opvoedingswetenschap.
1. Opvoedkunde: Richt zich op de vaardigheden van de opvoeder.
2. Opvoedingsleer: Richt zich op het vergaren (verzamelen) van kennis over
opvoeden.
3. Opvoedingswetenschap: Richt zich op het ontwikkelen van theorieën over en
methodieken rondom opvoeding.

Hulpwetenschappen: Zijn mensen van psychologie, sociologie, theologie en andragogie.
- Ontleent zijn theoretische gegevens ook aan andere wetenschappen.

Uitleg begrip opvoeding volgens verschillende mensen.
- Langeveld (1971): Opvoeding is alle omgang tussen kind en volwassenen. In de
omgang moeten liefde, geborgenheid en aandacht een rol spelen.
- Malschaert en Traas (2009): Een opvoedrelatie waarbij intimiteit en veiligheid een rol
spelen.
- Rispens, Hermanns en Meeus (1996): Vanuit de vier dimensies grenzen stellen,
instructie, ondersteuning en controle aan hoe opvoeding gestalte krijgt.

Met al deze informatie kwamen ze samen met 1 definitie voor het begrip opvoeding:
Opvoeding is alle omgang tussen ouder en kind waarbij een relatie wordt aangegaan. In
deze omgang biedt de ouder het kind liefde, geborgenheid, veiligheid, intimiteit, aandacht,
grenzen, instructie, ondersteuning en controle. Hierdoor zal het kind tot zelfontplooiing
komen en over het nodige zelfvertrouwen en de nodige zelfstandigheid en zelfredzaamheid
beschikken om richting te geven aan zijn verdere leven.

3 punten in de omgang tussen de ouder en het kind:
1. Wederzijds respect tussen ouder en kind.
2. Kind ervaart voldoende veiligheid, vertrouwen, acceptatie en ondersteuning door
ouder.
3. Kind wordt uitgedaagd om eigen beslissingen te nemen en te experimenteren.

1.3 De vier basisdimensies van opvoeden (Rispens, Hermanns en Meeus)
De vier basisdimensies zorgen ervoor dat het kind door de verschillende ontwikkelingsfasen
heen kan slaan om volwassen te worden.

,De wijze waarop de basisdimensies wordt toegepast in de opvoeding is afhankelijk van de
waarden, nomen en opvattingen van ouders, al dan niet geboren in Nederland.
1. Ondersteuning bieden.
2. Instructie geven.
3. Controle uitoefenen.
4. Grenzen stellen.

1. Ondersteuning bieden
Opvoedgedrag van de ouder dat liefde en zorg voor het kind uitdrukt en dat zich richt
op zijn fysieke en emotionele welzijn, waardoor het zich begrepen en geaccepteerd
voelt.
- Materieel (met materialen) en immaterieel (zonder materialen bijvoorbeeld iets samen
doen).
- Aandacht (warmte geven), affectie en belonen.
- Responsiviteit (de mate van adequaat reageren van de ouder op de signalen van het
kind) en sensitiviteit (het gevoel).
- Stelt het kind in staat om los te komen van ouders.

Straf wordt ter ondersteuning van het gewenste gedrag aan het kind opgelegd. Let wel op als
de ouders uit frustratie straft, kan de opgelegde straf zijn doel (ondersteuning bieden)
voorbijschieten.

Gedrag negeren: Kan worden gedaan als het kind regelmatig hetzelfde ongewenste gedrag
vertoont. Door dit gedrag te negeren, zal het kind er uiteindelijk mee stoppen.
Ondersteuning door middel van belonen
- Bestaat uit handelingen die leiden tot een emotioneel prettig gevoel bij het kind.
- Kan duim, knuffel, glimlach, koekje, sticker enz.

Ondersteuning door middel van straf
- Straffen heeft meestal een negatieve lading, omdat het toegepast wordt bij
grensoverschrijdend gedrag van het kind.
- Straffen heeft een positieve functie de opvoeding.
- Door te straffen biedt de ouder het kind de gelegenheid om te reflecteren op zijn
gedrag en ongewenst gedrag af te leren.
- Straffen vereist consequent gedrag van de ouder. Hij moet er namelijk voor zorgen
dat het kind de opgelegde straf ook daadwerkelijk ondergaat.

Gedragsregulatie: Het reguleren van het gedrag van het kind door impulsen te controleren,
gewoontes te doorbreken en te anticiperen op het eigen gedrag.

2. Instructie geven
- Geeft duidelijkheid aan een kind wat de bedoeling is en welk gedrag verwacht wordt.
- Is een proces dat gevraagd en ongevraagd verloopt.
- Leidt tot zelfstandigheid en zelfredzaamheid.

Als kind wordt overladen met instructies kan het deze gevolgen hebben:
- Het kind zal geen eigen initiatieven durven ontplooien.
- Het kind zal te veel bezig zijn met wat de ouders zal denken van de acties die het van
plas is te ondernemen, waardoor het niet durft te handelen.

, 3. Controle uitoefenen
Autoritaire/restrictieve controle
- Opvoedgedrag waarbij de ouder druk uitoefent op het kind om correct gedrag te
vertonen.
- Straffen en verbieden.
- Macht en gezag spelen een centrale rol.
- Behoeften kind ondergeschikt aan ouders.
- Ondermijnt autonomie.
- Heeft een negatieve invloed op de sociale en cognitieve competenties van het kind.
- Komt voor bij ouders die veel waarde hecht aan rust, regelmaat en gehoorzaamheid
in de opvoeding.
- Later heeft het kind meer conflicten met ouders.

Autoritatieve controle
- Gedragingen van de ouder waarbij uitleg wordt gegeven aan het kind en eisen
worden gesteld aan zijn zelfstandigheid.
- Regels worden afgestemd en ondertiteld.
- Belang aan openheid en zal door uitleg en verklaringen te geven, proberen
instemming te verwerven voor zijn verwachtingen bij het kind.
- Belangen conflict wordt vermeden.
- Belonen waar het kan, straffen waar nodig.
- Gelijkwaardige relaties.
- De ouders hebben meer respect voor de zelfstandigheid van het kind en geven ze
meer vrijheid om zelf dingen op te lossen.
- Heeft positief effect op het kind , omdat het kind hierdoor in staat stelt zelf om zijn
weg te vinden in de richting van rijp gedrag.

4. Grenzen stellen
- Heeft te maken met de wijze waarop de ouder het kind bestraft of beloont om
gewenst gedrag aan te leren.
- Gedragsverandering door beïnvloeding van straffen en belonen.
- Gedragsverandering vindt plaats door middel van beïnvloeding. Daartoe maak je
evenals bij de dimensie ondersteuning gebruik van straffen en belonen.
- Grenzen geven duidelijkheid en zekerheid dat zorgt voor dat het kind zich serieus
genomen voelt en liefde en betrokkenheid krijgt van de ouder.
- Leren omgaan met grenzen en maatschappelijke verwachtingen.
- Ouders tonen respect voor de autonomie van het kind.
- Consequent zijn.

Dit figuur laat zien dat de 4 opvoedingsdimensie met elkaar verbonden zijn. De pijlenlaten
zien dat de dimensies niet los van elkaar staan. Iedere actie die de ouder onderneemt om
het kind te helpen zijn gedrag te veranderen, heeft zijn weerslag op alle dimensies.

, 1.4 Pedagogische opvoedingsdoelen
Voornaamste doel van de ouders is: Het kind laten opgroeien tot een volwassen persoon die
zich kan handhaven in de maatschappij.

Malschaert en Traas: Stellen dat het opvoedgedrag van de ouders erop gericht is om het
kind te helpen zichzelf te ontplooien, zijn mogelijkheden en kwaliteiten te ontwikkelen.
- Het toepassen van opvoedingsdoelen noemen ze een kenmerk van de opvoeding dat
valt onder intentioneel opvoedgedrag.
- Intentioneel opvoedgedrag: Ouder is gericht om bewust of onbewust doelstellingen te
bereiken bij het kind.
Ouders spelen in op de signalen van het kind.

De 3 opvoedingsdoelen/de 3 Z’s (Kuipers en Schleiermacher):
1. Zelfstandigheid (individu): Het kind is in staat om zelf keuzes te maken, daarbij
hoort het recht op een eigen leven en uitvinden wat van belang is.
- De bedoeling is at het kind zelf beslissingen leert nemen, eigen leven leert leiden en
eigen mogelijkheden leert ontdekken.
2. Zelfredzaamheid (samenleving): Het kind is in staat keuzes te maken en deze te
verantwoorden.
- Het kind wordt geleerd om op een positieve manier vorm te geven aan zin
toekomstige rol in de samenleving.
3. Zelfvertrouwen (toekomst): Het kind kan een bijdrage leveren aan te toekomst en is
in staat om technische en praktische problemen op te lossen.

De 3 opvoedingsdoelen versterken elkaar: naarmate een kind meer zelf kan en mag doen,
wordt het zelfstandiger, krijgt het meer zelfvertrouwen en wordt het zelfredzamer.

De mate waarin en de wijze waarop het kind ondersteuning, instructie, controle en grenzen
ervaart van de ouder bij het ontwikkelen van de 3 Z’s zal bepalen of het kind de behoefte
voelt om zijn geplande acties met de ouder te delen.

1.5 Opvoeden als circulair proces
Opvoeding is een circulair proces:
- De ouder is verantwoordelijk voor de opvoeding.
- De ouder biedt het kind ondersteuning, instructie, controle en stelt grenzen.
- Het kind kan rekenen op onvoorwaardelijke liefde van de ouders/verzorgers.
- Het kind leert zelfstandigheid, zelfredzaamheid en zelfvertrouwen.
- Uniciteit: ieder mens anders is en dus andere karaktereigenschappen heeft.

Het opvoedend handelen is gericht op een positieve benadering van het kind. Dit kan
voorkomen dat de ouders met kind in een vicieuze cirkel (neerwaartse spiraal) terechtkomen.
Als een benadering niet past bij een kind kan er een ongewenste reactie komen, dan zal de
ouder een andere manier kiezen om in contact te komen met het kind.

In het circulaire proces wordt er een beroep gedaan op de creativiteit en inventiviteit van de
ouder.
Ouder geeft aan de
hand van de 4
basisdimensies een
prikken en het kind
reageert erop.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller famkenissink. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78600 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.87
  • (0)
  Add to cart