Dit is een samenvatting van het vak Grondwettelijk Recht, gedoceerd door M. Van Damme in tweede bachelor Rechten (aan de VUB). Deze samenvatting is gebaseerd op het handboek Grondwettelijk recht van M. Van Damme. Ik haalde met het leren van enkel deze samenvatting een 15/20.
Recht ontstaat op het ogenblik dat mensen zich in een samenlevingsverband gaan organiseren en
zich gaan onderwerpen aan een minimum van regels. Die regels beheersen de sociale verhoudingen
en zijn verplicht na te leven, op straffe van sanctionering.
Vroeger vooral negatieve sancties (bv. gevangenisstraffen of geldboetes).
Tegenwoordig ook positieve sancties of stimuli (bv. een chemisch bedrijf dat van de overheid
subsidies krijgt op voorwaarde dat het zich van bepaalde zuiveringsinstallaties bedient).
Soorten regels: privaatrecht en publiekrecht:
Regels die de verhoudingen tussen particulieren onderling beheersen: privaatrecht.
Regels die het optreden van de overheid en de verhoudingen tussen de openbare
gezagsdragers en de particulieren betreffen: publiekrecht.
o Het grondwettelijk recht is een onderdeel van het publiekrecht en omvat de meest
fundamentele regels betreffende de organisatie en de werking van de Staat en
betreffende de rechten en de vrijheden van de particulieren, die in relatie met de
overheid ‘de burgers’ worden genoemd.
o Het bestudeert de vestiging, de structuur en de uitoefening van het overheidsgezag,
de inrichting van de staatsmachten en hun onderlinge verhoudingen, en de
fundamentele rechten en vrijheden van burgers.
Een ander belangrijk luik van het publiekrecht is het administratief of bestuursrecht.
Bestudeert de voorschriften die de bestuurlijke bedrijvigheid regelen van de
overheidsorganen.
Heeft als studieobject de overheidstaken die geen wetgeving of rechtspraak zijn.
Het grondwettelijk recht en het bestuursrecht vormen het publiekrecht in de strikte betekenis van
het woord. Het socialezekerheidsrecht, het strafrecht en het begrotingsrecht vormen het
publiekrecht in ruime zin.
Het grondwettelijk recht wordt ook het ‘staatsrecht’ of ‘constitutioneel recht’ genoemd.
≠ staatsrecht (omvat ook bestuursrecht + nadruk op institutionele aspecten betreffende de
inrichting en de werking van de staatsinstellingen)
≠ constitutioneel recht (gedateerd + nadruk op constituerende functie, zijnde het instellen en
inrichten van staatsorganen en het regelen van de bevoegdheden en de werking ervan.
De wetenschappelijke discipline van het grondwettelijk recht mag niet worden verward met
verwante disciplines zoals de staatsleer en de politieke wetenschap (duidelijk verschil op vlak van
werkmethode of onderzoeksoogmerk).
Er kunnen wel degelijk raakvlakken bestaan tussen het grondwettelijk recht en de staatsleer
en deze laatste heeft invloed uitgeoefend op het grondwettelijk recht.
1
,TITEL II: GRONDWETTELIJK RECHT EN POLITIEKE WETENSCHAP
HOOFDSTUK 1: TRADITIONELE VS REALISTISCHE BEOEFENING VAN HET GRONDWETTELIJK RECHT.
Grondwettelijk recht Politieke wetenschappen
Verwantschap Studie van het functioneren van de Studie van het functioneren van de
staat. staat.
Werkmethode Van oudsher op traditionele wijze Peilt naar de werkelijke bestaande
beoefend. verhoudingen en invloedssferen
Normatieve wetenschap waarin binnen het staatkundig bestel.
een primordiaal belang gehecht Causaal van aard.
wordt aan de juridische organisatie
van de positie van de Staat in de
samenleving.
Positivistisch-formalistische
oriëntatie ten grondslag.
Studieobject Rechtsregels: nagaan wat onder Wat is en welke zijn de werkelijke
bepaalde omstandigheden hoort te verhoudingen tussen gezagsdragers
zijn (sollen). en burgers (sein).
Strikt: bestuderen van: Ruimer en minder afgebakende
*Staatsinrichting thema’s: staatsvormen, partij-
*Verhouding staat – burger systemen, electorale procedures,
*Rechten en vrijheden burger politieke gedragingen. Politiek heeft
te maken met de strijd om macht
Beide disciplines kunnen verrijkend op elkaar inwerken. In de loop van de 20 ste eeuw werd de
traditionele beoefening van het grondwettelijk recht geleidelijk aan verdrongen door een meer
realistische beoefening ervan.
Couwenberg (NL):
Aandacht niet langer uitsluitend op de formele-constitutionele structuren. Hij gaat uit van
het materieel grondwettelijk recht dat wordt beïnvloed door allerlei politieke en
maatschappelijke machtsverhoudingen. De grondwet of constitutie in materiële zin vormt
een samenhangend geheel van basisprincipes en instituties m.b.t. de inrichting en het
functioneren van een bepaalde samenleving.
In navolging van de Franse auteur Hauriou onderscheidt hij een ‘politieke’ en ‘sociale constitutie’.
Politieke constitutie: geheel van karakteristieke elementen van de staatsinrichting, het
rechtssysteem, het openbaar bestuur, maar ook op de politieke machtsverhoudingen, het
partijwezen en dominante ideologische stromingen binnen een samenleving. ‘Constitutie’
wordt opgevat als een geheel dat wordt gevormd door het politiek-juridische stelsel en de
politieke cultuur van een samenleving.
Sociale constitutie: betrekking op een door allerlei factoren bepaalde constellatie van
maatschappelijke verhoudingen.
Bij een realistische beoefening van het grondwettelijk recht wordt een confrontatie van de formele
gelding van rechtsnormen met de feitelijke werking ervan onontbeerlijk geacht en wordt naar de
politieke en staatskundige praktijk gezocht.
2
,HOOFDSTUK 2: WAAROM EEN REALISTISCHE BEOEFENINGVAN HET GRONDWETTELIJK RECHT?
Dit kon leiden tot een meer efficiënte en interdisciplinaire wetenschapsbeoefening. Ook omdat werd
ervaren dat de traditionele beoefening van het grondwettelijk recht niet in staat was om bepaalde
evoluties op doelmatige wijze te vatten, d.w.z. er voldoende inzicht in te krijgen.
Enkele voorbeelden:
De klassieke 3-deling der staatsmachten: kon moeilijk worden ingepast in de bestuurs ‐ en en
beleidsprocessen van moderne staatsverbanden.
o Scheiding der machten (zoals vorm gegeven door Montesquieu) gaat ervan uit dat,
ter wille van de bescherming van de rechten en vrijheden van de burgers,
overheidswillekeur moet worden vermeden door de drie staatsfuncties aan
verschillende overheidsorganen toe te kennen (scheiding tussen de staatsmachten
was niet absoluut, maar deze werkten onderling samen en controleerden elkaar
door een systeem van ‘checks and balances’.
o Deze visie werd in de loop van de constitutionele ontwikkeling niet altijd
bijgetreden. Zo werd in de Franse Grondwet van 1791 het beginsel van de scheiding
der machten ‘verabsoluteerd’.
o De Belgische grondwetgever heeft niet voor het systeem van de strikte scheiding
geopteerd, maar heeft gekozen voor een interdependentie tussen de
staatsmachten, al was het maar omdat die machten meewerken aan de
bevoegdheidsuitoefening van een andere macht.
De ontwikkeling van een parlementaire tot een partijendemocratie werd moeilijk verwerkt
door het traditionele grondwettelijk recht.
De ontwikkeling van de sociale rechtsstaat ging gepaard met de erkenning van een aantal
sociale grondrechten als complement van de klassieke grondrechten van de burgers. Die
ontwikkeling is als constitutioneel veranderingsproces door de traditionele beoefenaren van
het grondwettelijk recht slechts vertraagd opgemerkt en geassimileerd.
Internationalisering van bepaalde aspecten van de nationale soevereiniteit, zoals bv. het
externe veiligheidsbeleid, is laattijdig geïntegreerd in het grondwettelijk recht.
Sommige subnationale bewegingen werden niet direct erkend wegens te lang hebben
vastgehouden aan de suprematie van het begrip nationale soevereiniteit en ondeelbaarheid
en eenheid van het staatsgezag.
DEEL II: DE BRONNEN VAN HET GRONDWETTELIJK RECHT
TITEL I: DE HIERARCHIE VAN DE RECHTSNORMEN
Het grondwettelijk recht heeft betrekking op de uitoefening van het overheidsgezag dat vorm geeft
aan de inrichting van de Staat en dat de verhouding Staat-burger regelt op het vlak van de rechten en
vrijheden van de laatste. De overheid beschikt over de bevoegdheid om rechtsregels tot stand te
brengen.
Die rechtsregels vervullen een ordenende functie in de samenleving. Die ordende functie kan
3
, niet door één enkele overheid worden uitgeoefend: diverse overheden beschikken over een
regelgevende of normerende bevoegdheid (bv. federale wetgever, decreetgevers, koning,
gemeenschap- en gewestregeringen)
Hoe meer regelgevers, hoe groter het risico dat normconflicten ontstaan. Om die te
voorkomen of, als ze zich voordoen, op te lossen is naar een criterium van onderscheid
gezocht tussen de normen van de diverse overheidsorganen: hiërarchie van de
rechtsnormen: de normen die lager gerangschikt staan op de hiërarchische ladder (en die
dus een geringere juridische waarde hebben), moeten de hoger gerangschikte norm
respecteren.
De hiërarchie van de rechtsnormen.
De hiërarchie van de rechtsnormen refereert aan een verhouding tussen normen, zijnde regels die
worden gekenmerkt door hun onpersoonlijk karakter en hun toepasbaarheid op een onbepaald
aantal gevallen. De hiërarchie van de normen duidt niet op de verhouding tussen normen en
individuele beslissingen, zijnde beslissingen die neerkomen op de toepassing, in een concreet geval,
van de betrokken normen.
Zowel de geschreven als ongeschreven bronnen worden hierop ingeschaald. Het gaat over een
gradatie in rechtsnormen. Dit leidt tot de volgende vaststellingen:
Lagere regelgever moet overeenkomstig de hogere rechtsnorm handelen:
Bij een conflict moet de rechter voorrang gegeven aan de hiërarchisch hogere norm : de
hiërarchie is juridisch afdwingbaar (niet absoluut, rechter kan niet elke wetsbepaling
sanctioneren die niet conform de grondwet is). De formele wet staat hiërarchisch lager dan
de grondwet, maar dit betekent niet dat een wetsbepaling die in strijd is met om het even
welke grondwetsbepaling door de rechter kan worden gesanctioneerd (zie: bevoegdheden
van het Grondwettelijk Hof).
Is een norm onduidelijk, dan dient deze op zo’n wijze te worden geïnterpreteerd dat hij in
overeenstemming is of blijft met de hogere norm (bv. een wet moet grondwetsconform
worden gelezen).
De leer van de hiërarchie van de rechtsnormen is gebaseerd op het beginsel van de rechtstaat. In een
rechtstaat zijn de overheidsorganen gebonden door het objectieve – democratisch tot stand
gekomen – recht waarvan zij de toepassing moeten verzekeren, waarbij hun machten zijn beperkt
door de individuele rechten en vrijheden van de burgers en de betrokken rechtsregels afdwingbaar
zijn voor een onafhankelijke rechter.
Rechtstaat ≠ wettenstaat: overheden beschikken enkel over de hen toegekende
bevoegdheden door wetgever. De rechtstaat is ruimer omdat het ook beperkingen van de
wetgever veronderstelt.
Tegenovergestelde van rechtstaat = politiestaat: rechtsonderhorigen beschikken over geen
effectieve juridische verweermiddelen om zich te verzetten tegen een onbeperkte
machtsuitoefening van de overheid.
Het bestaan van de rechtstaat houdt in dat:
de overheid gebonden is door het wettigheidsbeginsel: handelingen van een
overheidsorgaan zijn regelmatig indien ze in overeenstemming zijn met de normen
vastgelegd door de
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lawstudentvub1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.20. You're not tied to anything after your purchase.