Oefentoets IPO1B

Oefenvragen IPO1B
Voorbeeldvraag

1. Welke bewering is correct over de tevredenheid en problemen in het
opvoeden van kinderen in Nederland?
A. De meerderheid van de ouders voelt zich incompetent als opvoeder in
Nederland
B. Een aanzienlijk aantal ouders heeft problemen in de relatie met hun kinderen
C. Het merendeel van de kinderen in Nederland ervaart problemen tijdens hun
ontwikkeling
D. Een groot deel van de kinderen in Nederland woont gelukkig


Antwoord vraag 1: Welke bewering is correct over de tevredenheid en
problemen in het opvoeden van kinderen in Nederland?
A. De meerderheid van de ouders voelt zich incompetent als opvoeder in
Nederland
B. Een aanzienlijk aantal ouders heeft problemen in de relatie met hun kinderen
C. Het merendeel van de kinderen in Nederland ervaart problemen tijdens hun
ontwikkeling
D. Een groot deel van de kinderen in Nederland woont gelukkig

Antwoord: D
Verklaring: Een groot deel van de kinderen in Nederland woont gelukkig. Uit
gegevens blijkt dat 93% tot 95% van de kinderen tevreden is, wat suggereert dat een
groot deel van de kinderen in Nederland gelukkig woont. Ook blijkt dat 16,5% van de
ouders zich incompetent voelt als opvoeder, wat niet de meerderheid is. Hoewel 12%
van de ouders ontevreden is over de relatie met hun kind, wordt dit niet beschreven
als een "aanzienlijk aantal" in vergelijking met de andere percentages. Daarnaast
ervaart 14% tot 22% van de kinderen problemen tijdens hun ontwikkeling, maar dit
impliceert niet automatisch dat het merendeel van de kinderen in Nederland
problemen heeft tijdens hun groei.