Familiesociologie: trends theorie en kwantitatief onderzoek (200300004)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
StuviaManMetHetStuviaPlan
Reviews received
Content preview
Familiesociologie: trends, theorie en
kwantitatief onderzoek
- Week 1 -
Familiesociologie gaat voorbij het nucleaire gezin. Het bestudeert (veranderende)
contexten en bredere sociologische kernvragen. Denk hierbij aan ongelijkheid en
sociale cohesie. Wat houdt een samenleving bij elkaar en wat houdt families bij
elkaar? We kijken naar het meso-level van de maatschappij, vaak met een
historisch perspectief.
Een relevante historische trend in Nederland is de eerste demografische
transitie. Het geboortecijfer neemt af, als reactie op een afnemend sterftecijfer.
De prognose is dat de totale bevolking hierdoor uiteindelijk afneemt. De tweede
demografische transitie (SDT) ziet niet het aantal, maar de aard van de
demografie veranderen. Mensen trouwen later en scheiden meer. Mensen
worden later ouders en hebben vaker geen kinderen.
SDT: Forerunners of change: binnen een land start een culturele voorhoede
vaak met nieuw gedrag. Tussen landen is Scandinavië vaak de voorloper. SDT zet
zich eerst door in sommige landen, dus kun je verschillen in familiegedrag tussen
landen herkennen.
Twee verklaringen van SDT:
1) Volgens Lestaeghe en vd Kaa: individualisering, zelfontplooiing en
secularisering.
2) Volgens Gary Becker: economische, institutionele en technologische
verandering.
De keerzijde van SDT is toenemende ongelijkheid tussen kinderen van hoog en
laag opgeleide ouders in levenskansen (zoals beschreven in diverging destinies
van McLanahan).
Het basisidee van Diverging Destinies (DD) is dat familiegedrag veranderd
naar opleiding. Hoog opgeleiden stellen trouwen uit en hebben vaders die
meewerken in huishoudens. Ze winnen kapitaal. Lager opgeleiden scheiden vaker
en verliezen kapitaal. Negatief gedrag zoals scheiden komt vaker voor bij lager
(en middelbaar) opgeleiden gezinnen. Het omgekeerde geldt voor positief
gedrag. Vaders en moeders die hoger opgeleid zijn, spenderen ook meer tijd met
hun kinderen.
De grote trend vanaf 1899 is in Nederland dat trouwen afneemt en scheiden
toeneemt. Men woont wel meer samen. Becker stelt in New Home Economics dat
de voordelen van trouwen zijn afgenomen. Vrouwen werken meer, dus het
verdelen van werk op basis van geslacht is minder logisch in huishoudens. Je
hebt geen ‘keeper’ nodig.
Hoger opgeleide mannen hebben een grotere kans om te trouwen, vrouwen juist
een kleinere kans. Voor vrouwen is dat een economische keuze volgens de
independence hypothese. Vrouwen scheiden vaker en trouwen minder, omdat
ze minder voordelen hebben bij specialisatie van huishoudelijke taken en omdat
ze meer alternatieven hebben.
, Volgens Oppenheimer (ja, zo heet hij echt) is er nog een sociaaleconomische
verklaring. De economische positie van mannen is ook veranderd door de
toenemende instabiliteit van loopbanen. Ook dit heeft als gevolg dat trouwen
afneemt en scheiden toeneemt.
De crisis verklaring stelt dat economische crises (kortetermijn) trends in
scheiden/trouwen beïnvloeden.
Meer scheidingen verklaart Minder huwelijk verklaart
door: door:
Cultureel: Individualisering & Anti-marriage ideology
secularisering
Institution Welvaartstaat & de grote Geregistreerd partnerschap &
eel: leugen samenlevingscontract
De economische context is volgens de change marital bargain theorie een
interactie-effect tussen de SES van vrouwen & mannen en hun huwelijksvorming.
De rol van de sociaaleconomische status van vrouwen is veranderd door de
verandering van de economische context. Als het meer gangbaar is dat vrouwen
werken, dan willen ze ook een meer symmetrisch partner. Economische
veranderingen maken de bijdrage van vrouwen meer nodig. De aantrekkelijkheid
van vrouwen hangt ook af van hun SES.
Oppenheimer stelt dat context van tijd en plaats geen invloed heeft op de relatie
tussen het SES van vrouwen en hun huwelijksvorming. Volgens Kalmijn trouwen
hoge SES vrouwen als de combinatie van werk en huwelijk mogelijk is. De
selectiviteit van hoge SES vrouwen is minder. Het verschil tussen werkende en
niet-werkende vrouwen is kleiner.
Tijd en plaats vormen een modererende variabele bij de relatie tussen SES
vrouwen/mannen en scheiding.
-Het mechanisme argument stelt dat de economische context is veranderd, dus
hoog SES-vrouw is nu positief. Dit zorgt voor minder scheidingen.
-Het selectie argument stelt dat de selectiviteit van hoge SES vrouwen minder is.
Daarnaast stelt de Goode hypothese dat het veel voorkomen van scheiding de
barrières van scheiden verlaagt. Zowel normatief als juridisch. Hoger opgeleide
mensen scheidden vroeger meer dan lager opgeleide mensen, nu minder.
Waarschijnlijk hebben ze meer mogelijkheid om te scheiden.
Betaald werk naar levensfase:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StuviaManMetHetStuviaPlan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.