Samenvatting van de hoorcolleges van het tweedejaars vak Hepatobiliair systeem in de bachelor Diergeneeskunde. Ook verkrijgbaar in bundel!
Inhoud:
- Hoorcollege 1: Embryonale ontwikkeling en de functionele bouw van de lever
- Hoorcollege 2: Lever & biotransformatie & toxiciteit
- Hoorcollege 3: ...
Samenvatting HC Hepatobiliair systeem Iris Schoonderwaldt
Hoorcollege 1: Embryonale ontwikkeling en de functionele bouw van
de lever
Embryonale ontwikkeling
Een embryo bestaat uit drie kiembladen. De
lever en galwegen ontstaan uit twee
kiembladen: het mesoderm en endoderm. Uit
het endoderm ontstaat de voordarm. Op een
gegeven moment ontstaat aan de ventrale zijde
een uitstulping, de ventrale endodermale knop.
Deze vormt twee delen. Uit het craniale deel
hiervan ontstaan de lever en galgangen, en uit
het caudale deel ontstaan de galblaas en ductus
cysticus.
Je ziet dat er uit de voordarm nog meer
uitstulpingen ontstaan, o.a. de pancreas en de
galblaas. Paarden, ratten, duiven en
walvisachtigen hebben geen galblaas! In de
embryonale fase ontwikkeld dit systeem zich
wel, maar later gaat het weer in regressie.
Uit het mesoderm ontstaat het mesenterium.
Daarnaast vormt het ook bloedvaten. Het
septum transversum (wordt uiteindelijk het
middenrif) ontstaat ook uit het mesoderm. Het
septum transversum zit erg dicht tegen de lever
aan, waardoor de lever (rood) eigenlijk het
septum transversum (oranje) in groeit. Hierdoor
ontstaat een deel van de lever dus
oorspronkelijk uit het mesoderm.
Sinusoïden
De venae vitellinae (aderen van de
dooierzak) zitten oorspronkelijk om de
dooierzak heen. Uiteindelijk gaan deze
vaten vier belangrijke bloedvaten vormen.
Als de dooierzak bijna op is worden de
vaten de buik in getrokken. Hier gaan ze
dwarsverbindingen maken, en het
leverweefsel groeit daar omheen.
Uiteindelijk vormen de dwarsverbindingen
zo de leversinusoïden.
In de afbeelding op de volgende pagina zijn de venae vitellinae in het groen te zien.
1
,Samenvatting HC Hepatobiliair systeem Iris Schoonderwaldt
Je had ook nog de venae umbilicalis, welke in het rood zijn getekend. Deze gaan ook een verbinding
vormen met de lever. Uiteindelijk blijft alleen de linker vena umbilicalis over. Deze vervoert
zuurstofrijk bloed uit de placenta via een shunt direct naar het hart. Deze shunt heet de ductus
venosus, welke ook uit de vena vitellinae wordt gevormd. In het volwassen dier gaat deze shunt in
regressie. Als deze toch blijft bestaan noem je het een porto-systemische shunt. Hierdoor wordt het
bloed niet ontgift, en er kunnen geen bouwstoffen vanuit de lever aan het bloed worden
meegegeven.
Uiteindelijk blijft alleen de rechter vena vitellinae over. Deze gaat zich ontwikkelen tot de vena
portae. Deze verzameld bloed uit het maag-darmkanaal en brengt dit naar de lever.
Tot slot ontstaat uit de venae vitellinae ook een deel van de vena cava caudalis.
Ligging en grootte van de lever
De lever ligt voor het grootste deel binnen de ribboog. Bij
buikpalpatie is de lever dan ook eigenlijk niet te voelen! De lever
ligt tegen het diafragma aan, craniaal van de maag.
Qua vorm van de lever zijn er diersoortverschillen. Linksboven is
een hondenlever, linksonder is een paardenlever, rechtsboven is
een varkenslever en rechtsonder is een runderlever. Merk op dat
er bij de paardenlever inderdaad geen galblaas te zien is!
De lever kan vergroot of verkleind zijn. Een vergrootte lever
(hepatomegalie) komt duidelijk achter de ribboog vandaan en is
dan ook met buikpalpatie te voelen. Een verkleinde lever is echter
niet te palperen. Dit kun je diagnosticeren met bijv.
röntgenonderzoek.
Als je de lever verder wilt onderzoeken kun je een punctie en een echo doen.
2
,Samenvatting HC Hepatobiliair systeem Iris Schoonderwaldt
Ophanging van de lever
De lever zit natuurlijk ook vast in de buikholte. De
lever zit vast aan het omentum minus (aan de
curvatura minor van de maag). Ventraal zit de lever
vast aan de ventrale buikwand, via het ligamentum
falciforme. Hierin loopt het ligamentum teres
hepaticus of round ligament, een overblijfsel van de
vena umbilicalis. Het ligamentum coronaria verbindt
de lever met het diafragma. Daarnaast heb je ook
nog het ligamentum triangulare. Deze zit zowel links
al rechts, en bevestigd de lever aan de dorsale
buikwand.
In de afbeelding hieronder kijk je links van craniaal op
de lever (pariëtaal aanzicht). Het diafragma is er als het ware afgepeld. Rechts kijk je van caudaal op
de
lever (visceraal aanzicht).
Vorm van de lever
De vorm van de lever verschilt
erg tussen de diersoorten. Als
basis nemen we de lever van een
hond. Een hondenlever heeft erg
veel lobben. Paard en rund
hebben het minste lobatie.
In eerste instantie ontstaat er
tijdens de embryonale
ontwikkeling een linker en een
rechter lob. Uit de rechter lob
ontstaan vervolgens de lobus
caudatus en de lobus quadratus. Het ligamentum falciforme geeft het oorspronkelijke midden van de
lever aan. De galblaas ontwikkeld zich tussen de lobus quadratus en de rechter leverlob.
Bij de hond zie je later dat zowel de linker als de rechter lob zich gaan verdelen in een mediale en
laterale lob.
3
, Samenvatting HC Hepatobiliair systeem Iris Schoonderwaldt
Hieronder zie je nog een keer de afbeelding van de vorige pagina, maar nu met de namen van de
lobben erbij. De lobus qaudatus bestaat uit de processus papillaris (niet elke diersoort heeft deze) en
de processus caudatus. De processus caudatus is vaak goed te herkennen. Bij bijna alle diersoorten
(behalve het varken) ligt de rechternier tegen deze processus aangedrukt, waardoor je een indeuking
krijgt.
In de afbeelding hieronder zie je wat levers van verschillende diersoorten. De lever van het paard is
goed te herkennen aan de weinige lobatie, de J-vorm en het vettige, gele aspect.
Varkens hebben echt een netwerkstructuur in de lever. Dit komt door dikke bindweefselkoorden in
het leverweefsel. Hierdoor kun je eigenlijk ook nooit een DNAB nemen van de lever van het varken.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisschoonderwaldt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.