Schematische samenvatting - Psychopathologie & Psychiatrie: KINDEREN - KU Leuven - IN 1X GESLAAGD!
25 views 2 purchases
Course
Psychopathologie en psychiatrie (P0M34A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Schematische samenvatting van alle colleges van kinder- en jeugdpsychiatrie behorend tot het vak Psychopathologie & Psychiatrie gedoceerd aan de KU Leuven.
Grieken: kind heeft bescherming nodig – Maar:
Te veel verwenning → prikkelbaarheid = gedragsmoeilijk kind.
Tirannie (te veel controleren) → somberheid = depressief kind.
→ Vaardigheden en talenten van een kind tot uiting laten komen.
Middeleeuwen: kind is kleine volwassene met economische waarde, maar ook ruimte voor.
Disciplinering + tucht
18 eeuw – Verlichting: opvoeding en onderwijs is belangrijker dan economisch nut
e
Ontwikkelingsgericht leren
1801 – eerste “kind-psychiatrische behandeling” door Itard van een wolvenkind:
5 jaar opvoedingstraining → resultaat: geen taalverwerving; wel enigszins gesocialiseerd.
Discussie (Itard en Pinel): nature vs. nurture.
1845: Heinrich Hoffman – ‘Der Struwwelpeter’
“Wangedrag” zal leiden tot nefaste consequenties = kinderpsychiatrische problemen
1909 – eerste mediatietherapie door Freud
Legde de verbinding tussen het gezin en het kind
Vader geleerd hoe om te gaan met het kind om het gedrag v.h. kind te veranderen → Mediatietherapie
DC 0 to 5 = diagnostische classificatie voor 0 tot DSM = vanaf 6-jarige leeftijd.
5-jarigen a.d.h.v. meerassigstelsel (anders dan
DSM) …. DSM-4: Disorders Usually First Diagnosed in infancy, childhood, or adolescence.
AS-I = klinische st. Meerassigheid: AS-IV = psychosociale- & omgevingsproblemen: relatieproblemen;
AS-II = relationele context mishandeling/verwaarlozing; problemen met onderwijs; problemen justitie.
AS-III = lichamelijke gezondheid
AS-IV = psychosociale stressoren DSM-5: “ontwikkelingschronologisch”.
AS-V = ontwikkelingscompetenties Meerassigheid verlaten, maar mogelijk om aan de hand van V-codes
omgevingsproblemen te benoemen.
Onderscheid:
Algemene problemen: kunnen al tussen 0 en
5 jaar worden gediagnosticeerd maar op
latere leeftijd.
Specifieke problemen: enkel van toepassing
op kinderen van 0 tot 5 jaar.
,NEUROBIOLOGISCHE ONTWIKKELING
GEBOORTE: Aantal hersencellen ligt vast.
TUSSEN GEBOORTE EN ± 25J.
Synaptogenese = uitgroei van dendrieten die eerst korte en dan lange verbindingen aangaan → max. aantal synapsen rond 2j.
Myelinisatie = isoleren v.d. dendrieten zodat prikkeloverdracht sneller kan
Synaptic purning = snoeien van dendrieten die overbodig zijn geworden a.d.h.v. apoptosis = connecties die veel gebruikt worden overleven; de
anderen sterven af.
→ De sequens waarin dat we bepaalde dingen kunnen leren is gepreprogrammeerd (kritieke type), maar hoe je daarbinnen je ontwikkelt is een sociaal
leerproces (sensitieve type van ontwikkeling).
NEUROBIOLOGISCHE ONTWIKKELINGSST. (NOS)
1. Ontstaan vroeg in de ontwikkeling → ontwikkelingsachterstanden die voor beperkingen zorgen.
2. Vaak familiaal voorkomen.
3. > jongens dan bij meisjes.
4. Veel comorbiditeit vanwege
- Pleiotropie = zelfde genen
- Linkage = genen dicht bij elkaar
- GXG-interactie: meer impact indien samen → “triggergenen”
- Gedeelde omgevingsfactoren: bijv. lage socio-economische klasse.
- Assortative mating = selectieve koppeling van mensen met een bepaalde problematiek – over generaties heen genetische basis diagnose moeder +
genetische basis diagnose vader meegegeven → zorgt voor meer en meer samen voorkomen van diezelfde genetische risicofactoren.
Neurodiversiteitsparadigma = kritiek op het stellen van een diagnose als representatie van het stoornisdenken → 1) Duidt personen als onvolwaardig
aan; 2) impliceert dat personen verandert moeten worden om te passen in de maatschappij. Het stellen van een diagnose en behandeling is geen hulp,
maar een sociale norm die wordt opgedrongen, stigmatiserend is en bovendien essentiële ongelijkwaardigheid tot stand brengt → De omgeving dient
veranderd te worden en we moeten er als maatschappij voor zorgen dat deze persoon met zijn eigen talenten en vaardigheden even goed kan
functioneren in de maatschappij.
Helft psychische problematieken start < 18j. – piekleeftijd = 14.5j. (1/3 e al kenbaar)
ADHD & ASS – piekt rond 5.5j.
Angstproblematiek – piek rond 5j. en rond 15.5j → meestal < 20j.
Eetstoornissen – piek rond 15j.
OCS – grote piek rond 14.5j.
, P-factor = onderliggende gemeenschappelijke factor voor kwetsbaarheid psychopathologie
→ Soort van representatie voor de mate van ernst.
Significant geassocieerd met:
Temperament = negatieve emotionaliteit; emotieregulatie; hoge impulsiviteit.
Neurocognitie = executieve functies; IQ.
Structurele en functionele neurobiologische verschillen.
Omgevingsfactoren = lage sociaaleconomische status; laag geboortegewicht; niet-steunend en/of verwerpend ouderschap.
Voorspellend voor:
Mentale gezondheid; psychiatrische diagnose; suïcidaliteit en non-suïcidaal zelf verwondend gedrag en verslaving.
Slechte schoolprestaties, afhaken op school.
Minder prosociaal gedrag.
Strafbaar gedrag en veroordelingen.
Mrazek & Haggerty-spectrum als niveau van ingrijpen
Vroegdetectie = universeel en selectief
Preventie = universeel, selectief tot geïndiceerd.
- Universeel = ingrijpen ongeacht of daar personen tussen zitten met een hoog/laag risico.
- Selectief = gefocust op bepaalde groepen waarvan je weet dat ze risicofactoren kunnen vertonen.
- Geïndiceerd = je hebt al bepaalde symptomen kunnen herkennen.
Vroeginterventie = vanaf geïndiceerd, identificatie tot vroege behandeling.
Hulpverlening = vanaf identificatie, vroege behandeling tot standaardbehandeling.
Voorgezette zorg = van langdurige behandeling (incl. hervalpreventie) tot langdurige zorg.
→ De kinder- en jeugdpsychiatrie komt om de hoek kijken vanaf de standaardbehandeling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 5amengevat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.