It helped me a lot to get the essentials out of it. I also made the questions myself and could
Seller
Follow
taraanouk
Reviews received
Content preview
1:
Kind in ontwikkeling:
Observatiemethoden:
Je kunt observeren om gegevens te verzamelen over de ontwikkelingen van een kind, zonder dat er een
aanleiding is. Deze vorm van observatie heet reguliere observatie en gebruik je om het kind te volgen in zijn
ontwikkeling. De observaties gebruik je voor de opbouw van het kindvolgsysteem. Dit is een
informatiesysteem waarin je gegevens vastlegt over de ontwikkeling, mogelijkheden en behoeften van
kinderen. De informatie uit reguliere observaties heeft als doel:
Zoveel mogelijk informatie verzamelen over de kinderen en de groep
Kunnen inspelen op individuele behoeftes van een kind
Inzicht krijgen in de beste benadering van een kind of een groep
Informatie verzamelen om ouders te kunnen informeren over de ontwikkeling van hun kind
Teams inzicht geven in het welbevinden van hun groep en hun individuele kinderen
Observeren kan gebeuren op verschillende manieren. Bij longitudinale observatie volg je een kind
gedurende een lange periode. Bij de cross-sectional observatie observeer je meerdere kinderen tegelijk op
hetzelfde onderdeel. Je maakt daarbij gebruik van een observatie formulier. Kinderen observeer je op
verschillende gebieden:
- Zelfredzaamheid – is het vermogen om zelfstandig dagelijkse handelingen uit te voeren.
- Weerbaarheid – is het vermogen van een kind om voor zichzelf op te komen en hoe het zich
handhaaft in een groep.
- Taalontwikkeling – observeer je door te kijken naar de woordenschat en zinsopbouw van een kind. Je
let ook op de uitspraak van bepaalde klanken.
- Creativiteit – hierbij kijk je naar de manier waarop een kind experimenteert met dingen en hoe het
ontdekt op welke manier het kan omgaan met materiaal in zijn omgeving.
- Spelgedrag – kijk je naar de manier waarop een kind met andere kinderen omgaat. Speelt het kind
naast of met elkaar.
- Motoriek – de ontwikkeling van de motoriek houd je in de gaten door te kijken naar fijne en grove
motoriek van het kind. Hoe beweegt het kind, is het passend voor zijn leeftijd?
Grove motoriek is de ontwikkeling van de grote bewegingen, zoals lopen, kruipen en rollen. Fijne motoriek
betreft de kleinere bewegingen, zoals knippen met een schaar of een veter strikken.
Voor het observeren van kinderen in de kinderopvang of in het basisonderwijs zijn verschillende methodes. Een
aantal veelgebruikte methoden zijn:
Focus op kinderen – is een observatiemethode die informatie geeft over de ontwikkeling en het
welbevinden van kinderen. In dit geval gaat het om het welbevinden van kinderen van nul tot 12 jaar.
Methode is bedoeld voor kindercentra en naschoolse opvang. De informatie uit de observatie geeft
handreikingen voor:
- Beter inspelen op het gedrag van kinderen
- Aandacht tussen kinderen verdelen
- Creatief omgaan met de groep
- Handelen en activiteiten.
Werkwijze: een keer per jaar gedurende enkele weken voer je observaties uit. Naast
groepsobservaties zijn er vooral observaties van individuele kinderen.
Werken aan welbevinden – levert informatie op over het welbevinden van kinderen op een groep,
kinderen tussen 0 en 12 jaar. Is bedoeld als feedbackinstrument voor teams. Bij de methode horen
observatieformulieren en vragenlijsten.
Ontwikkelingsvolgmodel (OVM) – is een longitudinaal observatiesysteem voor het volgen van het
gedrag en de ontwikkeling van kinderen van 0 tot 13 jaar. Kent 3 versies: 0 tot 4 jaar, 4 tot 7 jaar en 7
tot 13 jaar. Het doel is vroeg signalering. Dat is het op tijd signaleren en onderkennen van problemen
om in een vroeg stadium te kunnen ingrijpen. Het is een continu observatieproces en wordt gebruikt bij
allerlei situaties, lessen en activiteiten. Je noteert wanneer hij verandering ziet bij een kind.
Ontluikingsvolgsysteem baby’s en peuters – ontluiken betekent bij bloemen opengaan en bloeien.
Het ontluikingsvolgssysteem voor baby’s (OVB) en peuters (OVP) gebruik je om het functioneren en de
ontwikkeling van jonge kinderen zo goed mogelijk te volgen. Je kijkt naar de volgende gebieden:
sociaal-emotionele ontwikkeling, zelfredzaamheid, speel-en leerontwikkeling, taalontwikkeling,
motoriek.
ABC-Schema – als er sprake is van ongewenst gedrag kun je het gedrag in beeld brengen
aan de hand van het ABC-schema. Abc staat voor: Activating event of Antecedent (de
, 2:
gebeurtenis die de aanleiding is), Behaviour, en Consequence. Om gedrag te veranderen
moet je eerst weten waardoor het ontstaat. De centrale vraag luidt: wat lokt dit gedrag
uit? Gedrag kan uitgelokt worden door de antecedentaanleiding. Als je weet welke
aanleiding bepaald gedrag oproept bij een kind dan kan je die veranderen zodat ander
gedrag ontstaat. Ook de consequentie die volgt op vertoond gedrag is bepalend. De
consequentie bepaalt namelijk of gedrag wordt versterkt, in stand gehouden of juist
afzwakt.
A: B: Gedrag C: Gevolg
Gebeurteni Behaviour Consequen
s ce
Antecedent
Observeren met KIJK! – de methode kijk! Heeft als doel: de ontwikkeling van kinderen van 0 tot 12 in
kaart brengen en een daarbij horend ontwikkelings gericht activiteitenaanbod ontwerpen. Kijk! Gebruik
je als:
- Instrument om op groepsniveau te signaleren wat er speelt op de groep
- Ontwikkelingsvolgsysteem om het ontwikkelingsverloop van een kind te volgen
- Om op individueel niveau te signaleren of er achterstanden zijn bij een kind
- Hulpmiddel om geschikte vervolgactiviteiten te kiezen op pedagogisch vlak
Betrokkenheid geeft aan in hoeverre een kind verbonden is met andere kinderen en de pedagogisch werkers
of leerkracht. De mate van betrokkenheid geeft een goede indicatie voor de ontwikkeling van een kind. De
ontwikkelingsgegevens van een individueel kind komen in een individueel rapport, ook de mogelijke
ontwikkelingsvoorsprong of – achterstand. Een ontwikkelingsvoorsprong wil zeggen een voorsprong van een
half jaar op wat er verwacht mag worden. Een achterstand is een achterstand van een half jaar op wat er
verwacht mag worden. KIJK! Is er voor baby’s/dreumesen, peuters, groep 1-2, groep 3-4, groep 5-8 (rekenen) en
de BSO.
Welbevinden is de mate waarin je je op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied goed voelt. Waarnemen doe je
onbewust, observeren altijd bewust. Observeren is een bijzondere manier van waarnemen. Je kiest bewust
momenten en je beschrijft objectief wat je ziet. Je observeert vaak omdat je iets te weten wilt komen,
bijvoorbeeld waarom je collega een moeilijke verstandshouding heeft met een kind en jij niet.
Fundamenten van ontwikkeling:
Er zijn verschillende aspecten die de basis leggen voor een goede ontwikkeling van een kind. Dit noem je de
fundamenten van ontwikkeling. De 7 fundamenten van ontwikkeling zijn:
Emotionele en fysieke veiligheid
Uitnodigende en uitdagende omgeving
Mogelijkheden tot onderzoeken en experimenteren
Interactie
Samenspelen
Zelfvertrouwen
Eigenwaarde
Fysieke veiligheid betekend dat de ruimte waarin het kind zich bevindt, veilig is. Bij fysieke veiligheid gaat het
om de grotere gevaren, zoals vallen van een trap of het oplopen van brandwonden. Naast fysiek veilig moet een
kind zich ook mentaal veilig voelen. Dit noem je emotionele veiligheid. Het kind moet het gevoel hebben dat
er altijd iemand is die hem beschermt en troost als er iets naars gebeurt. Een uitnodigende omgeving is een
omgeving die de belangstelling van het kind wekt. Naast een uitnodigende omgeving moet de omgeving ook
uitdagend zijn. Een uitdagende omgeving is een omgeving die kinderen motiveert en ervoor zorgt dat het
kind iets wil gaan doen. Uitdagend betekent ook dat er telkens wat nieuws valt te ontdekken. Zo blijven
kinderen zich steeds ontwikkelen.
Kinderen willen de wereld ontdekken. Dit doen ze door te onderzoeken en dingen uit te proberen. Je kunt
kinderen helpen de wereld te ontdekken door ze een omgeving aan te bieden waarin genoeg te beleven valt. Er
moeten voldoende materialen zijn om uit te proberen. Wanneer je kinderen laat zien wat er mogelijk is, gaan ze
vanzelf weer verder op onderzoek uit.
Het is goed voor de ontwikkeling van kinderen om contact te hebben met anderen. Dit noem je interactie. Je
hebt interactie met andere mensen nodig om je prettig te voelen en je verder te ontwikkelen. Je stemt jou
interactie af op de leeftijd en behoeften van een kind. Door interactie leren kinderen onder meer samenspelen
, 3:
en voor zichzelf opkomen. Door samenspelen leren kinderen vaardigheden als samenwerken, onderhandelen en
delen. Kleine kinderen zijn vooral op zichzelf gericht. Ze spelen vaak naast elkaar. Van echt samenspelen is nog
geen sprake. Pas vanaf een jaar of vier zoeken kinderen bewust andere op. Kinderen leren ook dat er regels zijn
bij het samenspelen. Ze krijgen reactie op hun eigen gedrag. Zo leren ze zichzelf beter kennen
Een goede omgeving stimuleert het zelfvertrouwen en de eigenwaarde van het kind. Het leert dat het een
belangrijk en waardevol persoon is, die er mag zijn. Kinderen ontdekken niet alleen de wereld, ze ontdekken
tegelijkertijd ook zichzelf. Door interactie met de omgeving leert het kind wat het kan en wat het niet kan. Om
eigenwaarde bij een kind te ontwikkelen, is positieve aandacht vanuit de omgeving nodig. Heet het kind
welkom. Geef persoonlijke aandacht. Kinderen groeien van complimenten.
Jongens en meisjes ontwikkelen zich anders. Als vanaf de geboorte zie je de verschillen in de ontwikkeling. Zo
hebben jongen andere hormonen dan meisjes en ontwikkelen de hersenen zich anders. Het verschil in
ontwikkeling verklaart ook het verschil in gedrag. De ontwikkeling van jongen verloopt op sommige gebieden
langzamer dan die van meisjes. Zo is het afweersysteem van jongens wat zwakker. Jongens beginnen ook later
te praten dan meisjes en kennen in het begin veel minder woorden. Ze stotteren ook vaker dan meisjes. Ook op
fysiek gebied ontwikkelen jongens zich langzamer dan meisjes. Meisjes groeien geleidelijk, bij jongens zie je
vooral groeispurts. Ze komen later in de puberteit en zijn ook later uitgegroeid dan meisjes. Rond de leeftijd van
12 jaar zijn de lichamelijke verschillen tussen jongen en meisjes goed zichtbaar.
De hersenen van jongens en meisjes ontwikkelen zich verschillend. Bij jongens is de rechterhersenhelft beter
ontwikkeld dan de linkerhersenhelft. Daardoor hebben jongens een goed ruimtelijk inzicht. Ze kunnen goed
logisch nadenken. Bij meisjes is de linkerhersenhelft juist beter ontwikkeld. Daardoor zijn ze beter in taal.
De verschillen tussen jongens en meisjes ontstaan deels door hormonen. Bij jongens speelt het hormoon
testosteron een grote rol. Dit hormoon zorgt ervoor dat een baby mannelijke geslachtorganen krijgt. Het
hormoon maak ook dat jongens meer energie hebben dan meisjes.
Doordat jongens zich anders ontwikkelen, hebben ze ook andere behoefte. Niet iedereen kan automatisch
evengoed omgaan met die verschillende behoeften. Dat geldt vooral voor de behoeftes van jongens. Ze vinden
jongens al gauw te druk.
Jongensgedrag: Jongens houden van klimmen, rennen en stoeien. Wanneer je werkt met jongens, houdt dan
het volgende in je achterhoofd:
Geef jongens de ruimte om te bewegen, zorg voor klim- en ren spelletjes
Geef jongens vrijheid om dingen te ontdekken
Zorg ervoor dat er genoeg materialen zijn die jongens kunnen uitproberen
Leg niet te veel uit, maar laat het jongens zien of doe het voor
Bedenk dat jongens eerst doen en dan denken
Weet dat jongens snel afgeleid zijn
Wees niet te snel bezorgt, jongens nemen graag risico
Meisjesgedrag: Meisjes zijn over het algemeen rustig en meer gericht op taal. Voor meisjes gelden de
volgende richtlijnen:
Praat met meisjes en leg hen dingen uit
Zorg voor materialen waarmee ze hun fijne motoriek kunnen ontwikkelen
Meisjes kunnen zich goed langere tijd concentreren, dus speel een spelletje
Laat meisjes hun verhaal vertellen. Luister naar ze
Meisjes ondernemen graag iets samen met anderen, zorg voor groepsactiviteiten
Bedenk dat meisjes soms lang kunnen twijfelen voor ze iets gaan doen
Ieder kind vormt zich tijden zijn leven een zelfbeeld. Het zelfbeeld bestaat uit een aantal onderdelen:
Zelfbesef – vanaf de leeftijd van 2 krijgt een kind zelfbesef. Het leert dat het een eigen ik heeft die
kenmerken bezit. Het kind herkent zichzelf
Zelfkennis – is de kennis die je over jezelf hebt. Zelfkennis zie je terug in de omschrijving die kinderen
van zichzelf geven. Naarmate het kind ouder wordt, heeft het steeds meer zelfkennis
Zelfwaardering – is de beschrijving die iemand van zichzelf geeft, vaak ligt er in een beschrijving een
oordeel verscholen. Een lage zelfwaardering is slecht voor je ontwikkeling
Zelfvertrouwen – wanneer je voldoende vertrouwen in je eigen kunnen hebt spreek je van
zelfvertrouwen. Ja weet dan dat je bepaalde taken aankan. Zelfvertrouwen ontstaat doordat je
regelmatig succes ervaart.
De omgeving waarin je opgroeit heeft een grote invloed op je ontwikkeling van het zelfbeeld. Krijg je vaak
positieve reacties, dan ontwikkel je een beter zelfbeeld dan wanneer je in een omgeving opgroeit waarbij je
telkens kritiek krijgt. Zelfwaardering ontstaat door sociale vergelijking. Een kind dat naar school gaat,
leert leeftijdgenootjes kennen. Met deze leeftijdgenootjes gaat het kind zich vergelijken. Door jezelf met andere
te vergelijken leer je wat jou bijzonder maakt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller taraanouk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.56. You're not tied to anything after your purchase.