Steentijd........................................................................................................ 3
Deel I: Het oude Nabije Oosten.....................................................................................4
I: De oorsprong van de beschavingen in Egypte en Mesopotomië...................................4
Tijdlijn Egypte................................................................................................ 4
II: Het derde millennium.................................................................................................. 5
De vroege bronstijd........................................................................................5
III: Het tweede millennium............................................................................................... 6
De midden bronstijd (2000-1600)....................................................................6
IV: Het eerste millennium................................................................................................ 7
De vroege IJzertijd (1200-750)........................................................................7
V: Religie....................................................................................................................... 10
Egyptische goden.........................................................................................11
VI: Economie en maatschappij......................................................................................12
VII: Regering.................................................................................................................. 12
DEEL II: De Griekse Wereld......................................................................................... 13
VIII: De Vroege IJzertijd: De Donkere Periode (1200-750)..............................................13
IX: De Archaische periode (750-500 BC)........................................................................13
Griekse en Romeinse goden..........................................................................14
X: De Klassieke Periode (500-330).................................................................................16
XI: De Hellenistische wereld (330-30 BC)......................................................................21
Deel III: Rome............................................................................................................. 25
XXII: Vroege Romeinse geschiedenis.............................................................................25
Sociale samenstelling van de Romeinse bevolking.........................................28
XIII: Verdere expansie en nieuwe sociale spanningen (264-133)...................................29
XIV: De eeuw van de Burgeroorlogen (133-30 BC).......................................................32
XV: De vroege keizertijd (27 BC- 193 AD)......................................................................35
XVI: De crisis van de derde eeuw en de Late Oudheid..................................................41
Semitische talen
- Akkadisch (oud Akkadisch, Babylonisch, Assyrisch)
- Amorietisch
- Aramees en Chaldeeuws
- Kanaänitisch, Fenicisch en Hebreeuws
- Arabisch
- Ethiopisch (Ge'ez)
- Egyptisch, Koptisch (verwantschappen met Semitische en Koesjitische (Noord-Oost
Afrikaanse) talen)
Indo-Europese talen
- Sanskriet
- Hettitisch
- Arische of Iraanse talen: Medisch, Perzisch, Parthisch, Koerdisch
- Grieks
- Latijn en de talen die daaruit zijn afgeleid:
- Italiaans, Spaans, Frans en Roemeens
- Slavische talen: Russisch, Pools, Servisch, Kroatisch, Tsjechisch, Slowaaks en Bulgaars
- Keltisch: taal van de Kelten, Galaten in Klein-Azië, Britten en Celtiberiërs in Spanje; nu:
Bretons, Welsh en Iers Gaelic
- Germaanse talen: talen van de Friezen, Franken, Saksen, Batavieren, Angelen en Goten,
modern Engels, Duits, Nederlands, Zweeds, Deens, Noors
- Armeens
Talen van onbekende families
- Sumerisch
- Hurritisch en Urartisch
- Kassitisch
- Elamitisch
STEENTIJD
- Oude Steentijd (Paleolithicum): jagen en verzamelen
- Midden Steentijd (Mesolithicum): jagen en verzamelen. Domesticatie van wilde
dieren. Verbetering van gereedschappen.
- Nieuwe Steentijd (Neolithicum): begin van het verbouwen van granen. 10.000 v.
Chr. tot 3000 v. Chr.
3
, DEEL I: H ET OUDE NABIJE OOSTEN
I: DE OORSPRONG VAN DE BESCHAVINGEN IN EGYPTE EN MESOPOTOMIË.
Op de rivieroevers van de rivieren de Eufraat en de Tigris in Mesopotamië en de Nijl in
Egypte ontstonden beschavingen, rond 3000 voor Christus (v. Chr). Stedelijkheid en het
geboortecijfer namen toe, waardoor uiteindelijk ook het schrift ontstond.
Twee typen van agricultuur
De eerste vorm is agricultuur op basis regenval. Hiervoor is 250 millimeter regen per jaar
nodig. Alleen in Iran, het Noorden van Irak, Noordelijk Syrië en de kustgebieden aan de
Middellandse Zee haalden deze hoeveelheid neerslag. Dit type van landbouw is gevoelig voor
droogte(s) en klimaatverandering.
Het tweede type is landbouw via irrigatie. Vooral Egypte en zuidelijk Mesopotamië
komen hiervoor in aanmerking. Irrigatie kan zowel op natuurlijke als op kunstmatige manier
plaatsvinden. De Nijl stroomt in juli tot september over, net voordat gewassen ingezaaid
moeten worden, terwijl in Mesopotamië de rivieren in februari en april overstromen, wat net
voor de oogsttijd is. Er was ongeveer een zaai/oogst ratio van 1:15 of hoger.
Dankzij akkerbouw konden mensen op een vaste plek verblijven en zich richten op
andere activiteiten, zoals akkerbouw, leerlooien, schrift en metaalbewerkers. Er ontstonden
versterkte steden, zoals Jericho (7000 v. Chr.). De kern van Mesopotamische steden was
tempel, de verblijfplaats van de staatsgod, welke voorzag in de behoeftes van de
gemeenschap. De tempels groeiden uit tot machtige organisaties. Dankzij deze
tempeleconomie ontstond tussen 3400 en 3200 v. Chr. het spijkerschrift. Zowel hiërogliefen
als het spijkerschrift waren aan het begin pictografisch (elke afbeelding representeerde een
woord). Later werd elke afbeelding een klank. Het Egyptisch schrift gaf alleen de
medeklinkers weer.
TIJDLIJN EGYPTE
3000- 2600: Vroege Dynastieke Periode (1ste en 2de)
2600-2160: Oude Koninkrijk
2160-2000: Politieke fragmentatie
2000-1800: Middelste koninkrijk
1800-1550: Politieke fragmentatie
1500-1100: Nieuw koninkrijk
1100-750: Politieke fragmentatie
750-332: Late Periode: geregeerd door buitenlandse dynastiën of onderdeel van andere
koninkrijken.
1922: opnieuw onafhankelijk
In de meeste steden verlieten de inwoners elke ochtend de stad om buiten op het land te gaan
werken. ’s Avonds keerden zij terug. In het Nabije Oosten was er een verschil tussen de
nomadische levensstijl en de gevestigde groepen. Sommige herders trokken rond in een klein
gebied en werden ‘tussenmensen’ genoemd. Zo konden zij gemakkelijk hun producten in de
stad verkopen. Beide groepen waren afhankelijk van elkaar om producten uit te wisselen,
maar de gevestigde mensen waren bang om geplunderd te worden door de semi-nomaden.
Het water van de Eufraat en de Tigris bevatte zout, wat zich mengde met het grondwater.
Hierdoor werd de grond ongeschikt voor akkerbouw. Hierdoor nam het gebruik van gerst
steeds meer toe, aangezien dit gewas beter tegen zout kon dan tarwe. In Egypte was de
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hjmeints. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.61. You're not tied to anything after your purchase.