100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Strafrechtelijk sanctierecht $7.29   Add to cart

Summary

Samenvatting Strafrechtelijk sanctierecht

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een samenvatting van de literatuur voor het vak Strafrechtelijk sanctierecht. Dit document vat samen wat de auteur in het artikel schrijft. Ik heb dit vak in 1 keer met een 7 gehaald.

Preview 3 out of 28  pages

  • June 13, 2024
  • 28
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Week 1
Hoofdstuk 1 - Sanctierecht
Oogmerk van generale preventie: met bestraffing wordt beoogd anderen dan de dader te
weerhouden van het plegen van strafbare feiten.

Vijf kenmerken van het sanctiestelsel van het Wetboek van Strafrecht van 1881:
1. Relatief mild
2. Overzichtelijk
3. Met de vrijheidsstraf als centrale straf
4. Eensporig
5. Met een prominente rol voor de strafrechter

Strafrechtvaardigingstheorieën

Klassieke strafrechtstheorieën:
 Beccaria: de vrijheid van burgers wordt als uitgangspunt genomen. Burgers geven een
deel van hun persoonlijke vrijheid aan de gemeenschap in ruil voor bescherming door
de gemeenschap bij inbreuken op hun rechten of vrijheden door anderen. Een middel
daartoe is straf. Het doel van de bestraffing is in het bijzonder de dader te beletten zijn
medeburgers door strafbare feiten verder te benadelen en de medeburgers ervan af te
schrikken hetzelfde te doen als de dader. → staat in het teken van preventie. De
strafbedreiging dient niet hoger te zijn dan noodzakelijk.
→ Relatieve strafrechtstheorie: de grondslag van en de rechtvaardiging voor het
straffen wordt gezocht in het te verwachten toekomstig effect ervan.
 Bentham: Utilistische theorie: de mens maakt als homo economicus een rationele
belangenafweging tussen de voordelen die een strafbaar feit oplevert en het nadeel dat
voortvloeit uit de bestraffing.

Absolute strafrechtstheorie:
De grondslag van en rechtvaardiging voor het straffen wordt niet zozeer gezocht in het
veronderstelde toekomstige effect maar in het vergelden van de schuld. Er wordt gestraft
omdat er misdaan is.
 Kant: de straf dient als uitdrukking van de rechtvaardigheid op de misdaad te volgen,
ongeacht het effect ervan. De strafmaat dient te worden afgestemd op de ernst van de
misdaad en niet op de eventuele gevolgen van de straf. → retributivistisch: straf wordt
gezien als een morele of noodzakelijke reactie op hetgeen is misdaan, los van een
mogelijk toekomstig effect van de straf.

Neoklassieke strafrechtstheorie:
 Hegel: de strafmaat wordt bepaald aan de hand van proportionele schuldvergelding, is
sprake van een bovengrens van de straf: niet meer leed mag worden toegevoegd dan
verantwoord is in het licht van de ernst van het feit en de schuld van de dader.

Moderne richting:

,Deze leer stoelden niet langer op de leer van het sociale contract, maar op de gedachte dat het
noodzakelijk is de samenleving te beveiligen. Disciplines als geneeskunst, biologie en sociologie
moesten antwoord bieden op de vraag waarom een dader tot het begaan van een misdrijf was
gekomen. Aan de hand van deze antwoorden, zou de strafrechtelijke reactie moeten worden
afgestemd op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de dader teneinde te
voorkomen dat deze opnieuw in de fout zou gaan. De straf is in deze visie primair een
instrument van sociale controle en niet een morele reactie op verwijtbaar begaan onrecht.

In de (neo-)klassieke straftheorieën waren de rechten van het individu jegens de staat
dominant in de gedachtevorming. De Moderne Richting benadrukte juist de bescherming van
het collectief tegen gevaarlijk geachte personen.

De voornaamste theoretische bewegingen die ons sanctiestelsel hebben beïnvloed, waren
aldus de (neo-)klassieke richting, die door de wetgever van 1881 tot uitgangspunt werd
genomen, en de Moderne Richting in het strafrecht, die mede heeft bijgedragen aan belangrijke
innovaties als de voorwaardelijke veroordeling, de uitbouw van de v.i. en het spoor van
maatregelen naast dat van de straffen.

Vijf kenmerken van het sanctiestelsel van het Wetboek van Strafrecht van 1881 in vergelijking
met 2021:
1. Relatief mild: het sanctiestelsel anno 2021 heeft een milder karakter dan dat van 1881.
Dat neemt niet weg dat ook ons huidige sanctiestelsel zeer ingrijpende sancties kent,
ook in vergelijking met het buitenland.
2. Overzichtelijk: het sanctiestelsel van 1881 is overzichtelijker omdat er slechts 3
hoofdstraffen waren. De overzichtelijkheid en eenvoud werd in het stelsel anno 2021
niet in alle opzichten consequent doorgevoerd. Naast de hoofdstraffen kan de rechter
bijkomende straffen opleggen en is de werkstraf als zelfstandige straf toegevoegd aan
de hoofdstraffen.
3. Met de vrijheidsstraf als centrale straf: in het sanctiestelsel van 1881 nam de
vrijheidsstraf een centrale plaats in. ook nu neemt de vrijheidsstraf nog een belangrijke
rol in, maar de wijze van de tenuitvoerlegging ervan is gewijzigd met de komst van de
voorwaardelijke veroordeling.
4. Eensporig: in 1881 was er sprake van een strafstelsel, maar anno nu kwamen er ook
beveiligingsmaatregelen en op herstel gerichte maatregelen. Ons sanctiestelsel is dus
van geëvolueerd van eensporig naar tweesporig.
5. Met een prominente rol voor de strafrechter: het oude wetboek kende de strafrechter
een grotere mate van straftoemetingsvrijheid toe. Dit vertrouwen is in de loop van de
20ste eeuw sterk toegenomen. Maar de laatste tijd zijn er steeds meer wetsvoorstellen
die voortkomen uit de wens de strafrechter meer aan banden te leggen. Dit
uitgangspunt is daarom minder vanzelfsprekend dan in 1881. Om 2 redenen minder
prominent geworden: (1) de strafmonopolie is doorbroken doordat het OM ook straffen
kan opleggen en (2) de rechter heeft nauwelijk invloed op de wijze waarop een straf ten
uitvoer wordt gelegd.

, Paragraaf 2.4.1
Voor de wetgever en de HR is het onderscheid tussen straf en maatregel het uitgangspunt.
Straffen en vergelding zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De grondslag van de straf is
gelegen in de vergelding van de schuld van de verdachte aan een bepaald strafbaar gesteld feit.
Door iemand te straffen wordt hij persoonlijk verantwoordelijk gehouden voor het begane feit.
Geen straffen zonder schuld dient te betekenen dat iemand niet zwaarder gestraft mag worden
dan door de schuld wordt gerechtvaardigd. De HR vindt dat deze stelling geen steun vindt in het
recht.

Ook maatregelen kunnen leed meebrengen. De grondslag van de maatregel is niet gelegen in
de schuld van de verdachte aan het begane feit. Maatregelen zijn onder te verdelen in
beveiligingsmaatregelen en herstelmaatregelen. Beveiligingsmaatregelen beogen de
samenleving te beschermen tegen een bepaald gevaar dat een persoon of voorwerp geacht
wordt te veroorzaken. De beveiligingsmaatregelen zijn toekomstgericht en strekken ertoe de
oorzaken van het strafbare gedrag weg te nemen. Herstelmaatregelen hebben een reparatoir
karakter. Er wordt geprobeerd om de negatieve gevolgen van het delict op te heffen.

De grondslagen van straffen en maatregelen verschillen dus. Het verband met het delict is bij
maatregelen minder fundamenteel van aard, niet intrinsiek. Anders dan bij straffen, vallen de
grondslag en de doeleinden van de maatregelen niet scherp te onderscheiden. De
omstandigheid dat strafdoelen kunnen overeenkomen met de grondslag en het doel van de
maatregel verklaart dat straffen en maatregelen soms in de uitvoering gelijkenis met elkaar
vertonen.

Ligthart & Waal - ‘Normering van het risicostrafrecht: Over retributie en het "Quarantaine-
model"’, Delikt & Delinkwent 2022/47
De dominante strafrechtscultuur in Nederland wordt gevormd door een combinatie van
verschillende strafrechtstheorieën: de verenigingstheorie. Binnen deze theorie vormt
vergelding de grondslag van straf. Als concrete strafdoelen staan speciale en generale preventie
centraal. Straffen is in deze opvatting het toebrengen van verdiend leed = retributie.

Vergelding legitimeert daarbij de oplegging van straf, maar zou ook bescherming bieden aan de
verdachte doordat zij de straf begrensd. Als straffen het toebrengen is van verdiend leed, dan
kan immers niet meer worden gestraft dan de verdachte in een individueel geval daadwerkelijk
verdiend. Retributief straffen verplicht ertoe dat straf in een proportionele verhouding staat tot
de ernst van de daad en het verwijt dat de verdachte kan worden gemaakt. Door de vergelding
bepaalde sanctieruimte, leiden de strafdoelen van speciale en generale preventie uiteindelijk
tot een geïndividualiseerde straftoemeting.

Naast vergelding ligt de nadruk steeds meer op risicopreventie. Deze ontwikkelingen richting
een risicostrafrecht passen binnen het idee van een veiligheidsstaat waarbinnen het
veiligheidsframe dominant wordt en allerlei vraagstukken geframed worden naar veiligheid en
risicobeheersing.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karlijn2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.29
  • (0)
  Add to cart