100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting inleiding politicologie (eindcijfer: 9) $8.78
Add to cart

Summary

Volledige samenvatting inleiding politicologie (eindcijfer: 9)

1 review
 67 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een volledige samenvatting van het vak inleiding politicologie. Mijn cijfer was een 9, ik heb geleerd aan de hand van deze samenvatting.

Preview 3 out of 29  pages

  • June 13, 2024
  • 29
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: keesheck1 • 2 months ago

avatar-seller
HC 1 – Democratie

Robert Dahl
Dahl is bekend om zijn werk over democratie, zijn ideeën worden nog steeds gebruikt. Hij zegt:
 Verschil tussen de idee van de ideale democratie en de werkelijk bestaande democratie: een
echte democratie kan dus alleen kleinschalig zijn
 Praktische democratie is op grotere schaal: democratie via vertegenwoordiging nodig
 Spanning tussen een ideale democratie en een werkelijk bestaande democratie
 De democratie is een project dat nooit af is, we moeten streven naar meer
democratie
 Democratie heeft het volgende dus nodig:
o Effectieve deelname = stemmen, beslissen en uitvoeren, je bent deel van het proces
o Gelijkheid bij het stemmen = extreme gelijkheid
o Een verlicht begrip krijgen = je moet een idee/mening hebben over het hele proces
o Eindcontrole over de agenda uitoefenen = beleid maken, maar ook beleid uitvoeren
o Opnemen van volwassenen = iedereen moet meedoen

Hoewel zijn ideaal de Griekse democratie blijft, kent Dahl ook een idee over de werkelijk bestaande
democratie. Dit model heeft deze kenmerken in deze volgorde, lijkend op de liberale democratie
maar in werkelijkheid een polyarchie:
 Verkozen vertegenwoordigers met vrije, eerlijke en frequente verkiezingen
 Vrijheid van meningsuiting
 Alternatieve bronnen van informatie
 Vrijheid van vereniging
 Inclusief burgerschap

Republicanisme
Het republicanisme begint bij de Grieken in de 4 e eeuw voor Christus. Kenmerken van dit model zijn:
 Actieve, directe participatie was ook zelfrealisatie: door mee te doen kan je jezelf ‘maken’
 Er was geen tot weinig scheiding tussen privé en openbaar: geen vrijheid van, maar vrijheid
tot  samenvallen van object en subject van de macht
 Door het proces van meedoen aan de politiek, ben je vrij en je bent een ethisch burger
 Minder nadruk op individuele rechten
 De demos (het volk) was de soeverein
 Dahl was dus geïnspireerd door de Grieken, veel gelijkenissen!

In de praktijk was de politiek gebaseerd op een populatie van mannen die ouder dan 20 waren,
vrouwen en slaven waren geen burgers. Er waren polissen, géén staten.

In de 10e eeuw komt het republikeinse model terug in bijvoorbeeld kleine steden (in o.a. Noord-
Italië). Deze steden waren tegen de paus, de nadruk lag op seculair bestuur. Het model was toen wel
minder radicaal, er was i.t.t. de Grieken minder direct bestuur en participatie, maar er was wel meer
participatie door raden/groepen/belangengroepen.

Electorale democratie
De electorale democratie is de meest dunne conceptie van een (liberale) democratie. Belangrijke
vertegenwoordigers van dit model zijn Huntington en Schumpeter. Er zijn drie kenmerken:
 Vrije en eerlijke verkiezingen: geen corruptie, gelijke kansen in verkiezingen
 Oppositie: het moet mogelijk zijn aan de macht te kunnen komen, concurrentiestrijd
 Algemeen kiesrecht

,Er ligt ook nadruk op andere onderdelen van de democratie (zoals vrijheid van meningsuiting etc.),
maar de focus ligt op verkiezingen.

Liberale democratie
 Scheiding der machten = de spanning tussen invloed van het de meerderheid en de
rechtsstaat
 Verband tussen de staat en de maatschappij = representatie en politieke partijen
 Pluralisme = politiek pluralisme en sociaal pluralisme
 Politiek: staking, mediavrijheid en protesteren zijn belangrijke waarden
 Sociaal: verschil van meningen accepteren

Volgens Diamond zijn aanvullende kenmerken van de liberale democratie:
 Vertegenwoordigers zijn democratisch gekozen
 Vrije en eerlijke verkiezingen
 Niet alleen partijen maar ook belangengroepen zijn beschermd (rechten beschermen)
 Verschillende vormen om je mening te kunnen uiten
 verschillende soorten media
 Gelijkheid voor de wet
 Rechten van groepen en individuen zijn beschermd
 bescherming tegen vrijheidsbeneming
 Geen etnische exclusie: het gaat ook om minderheidsgroepen (denk aan de rechtsstaat)
o Spanning tussen rechtsstaat en democratie

Het verschil tussen een electorale en een liberale democratie: In een electorale democratie zijn ook
rechten, maar het startmoment van die rechten is de eerlijke verkiezingen. Als dat lukt, groei je
misschien naar een liberale democratie. Rechten zijn ook belangrijk, maar het is alleen door
verkiezingen dat je een democratie kunt beschermen, dat kun je niet met rechten.
 Volgens de electorale democratie is eerlijke verkiezingen dus belangrijker dan (mensen)rechten.

Radicale democratie
De radicale democratie is een soort van kritiek op de liberale democratie. Er zijn meerdere vormen
van een radicale democratie, maar de belangrijkste twee zijn:
I. Marxisme/communisme = economische gelijkheid
 Bij een liberale democratie is de staat niet neutraal  einde politiek
 De staat is daar voor één klasse, die van het kapitaal  einde van klassen
 Liberalisme gaat om het beschermen van privé eigendom  einde privé-eigendom
 De basis van liberalisme is ongelijkheid en exploitatie  einde klassen/eigendom
II. Deliberatieve democratie
 Burgerjury, burgers participeren d.m.v. loting
 Kritiek op de liberale democratie, teveel vertegenwoordiging
 Extreem gedecentraliseerd, aanvulling op directe democratie

 Radicale democratie in alle mogelijke vormen heeft als basis een soort van republicanisme.


HC 2 – De ontwikkeling van de democratie

Of er sprake is van een democratie wordt gemeten aan de hand van de vraag of er verkiezingen zijn,
of er algemeen kiesrecht is en of er sprake is van de scheiding der macht. Er zijn drie soorten
regimes:
1. Democratie: het volk regeert zichzelf

, 2. Anocratie: half democratisch, half autoritair
3. Autocratie: autoritair regime, een groep of een kleine groep regeert

Er zijn drie golven
van democratisering
te onderscheiden.
Bij alle drie golven is
er daarnaast sprake
van backsliding,
landen worden ook
minder
democratisch.




De eerste golf (1800-1920)
Voor 1760 was er geen democratie. Natuurlijk waren er instituties om klassen/groepen te
vertegenwoordigen, maar zij waren niet autonoom: zij hadden geen eigen rechten t.o.v. de
monarchie. De eerste democratieën ontstonden in de VS, de VK en Frankrijk.

De Verenigde Staten, radicaal
Voor de democratie was het in de VS al relatief makkelijk om te stemmen, de eigendomskwalificaties
lagen erg laag. De rijkdom was in de VS relatief hoog: mensen hadden land en het was relatief
makkelijk om rijk(er) te worden. De vertegenwoordiging was echter nog onder controle van
Engeland. Dan volgt de Amerikaanse Revolutie in 1776. Het belangrijkste probleem was daarbij of er
belasting betaald diende te worden zonder vertegenwoordiging in het parlement.
De Grondwet ontstond in 1787 en was relatief radicaal:
 Volkskiesrecht voor mannen met lage vermogensbepalingen (voor die tijd)
 Op het federale niveau werden wetgevende en uitvoerende macht gekozen
 Onafhankelijke rechterlijke macht
 Burgerrechten en politieke rechten, mogelijkheid tot participatie

Dit leidt tot economische ontwikkeling en economische vrijheid, tot mobiliteit binnen klassen.
Amerika was daarmee de eerste electorale democratie. Slaven kregen echter pas na 1861-1865
stemrecht. Er waren niet echt politieke partijen, er waren wel meer groepen zonder sterke
organisatie/ideologie.

Het Verenigd Koninkrijk, gradueel
De burgeroorlog in 1642-1651 leidt tot het beperken van de macht van de koning, het parlement had
destijds al rechten maar wilde er meer. Dit is een goed voorbeeld van een anocratie. Er was nog
steeds sprake van corruptie en restricties op eigendom; de politiek was scheef. Het plattenland en de
aristocratie hadden veel meer invloed dan de steden. Er zijn echter wel sterke veranderingen
onderweg: industrialisatie (zoals in de VS) en het begin van een sterkere middenklasse.

In de 19e eeuw leidt dat tot flinke verandering in de economie en in de instituties die leiden tot:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noortjelangman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.78  6x  sold
  • (1)
Add to cart
Added