Week 1:
- Aangeven welk type internationale organisatie de EU juridisch gezien is en meer in
het bijzonder de bijbehorende begrippen ‘intergouvernementeel’ en ‘supranationaal’
toelichten.
Supranationaal: je staat een stukje van je soevereiniteit af. Ieder EU-land staat een
stukje soevereiniteit af en legt deze neer bij de EU.
( Europese commissie, Hof van Justitie)
Intergouvernementeel: tussen lidstaten. Veel van de besluiten worden in overleg of
met meerderheid genomen.
( Europese Raad)
- Aangeven wat de twee oprichtingsverdragen van de EU zijn en wat hun onderlinge
rechtsverhouding is.
VEU & VwEU
*Inhoudelijk *Werking
*Belangrijkste doelstellingen *Bevoegdheden + hoe deze uit te voeren
Deze verdragen vormen samen de basis voor de Europese unie, dit staat in art. 1 lid 2
VwEU & art. 1 VEU.
- De doelstellingen en de rechtsbeginselen van de EU benoemen en toelichten.
Doelstelling (art. 3 VEU): vrede & veiligheid. Door het vervlechten van de
verschillende economieën zorg je voor onderlinge samenwerking en afhankelijkheid.
Hierdoor ga je oorlog tegen, ze zijn immers van de ander afhankelijk.
Rechtsbeginselen:
Attributiebeginsel (art 5 lid 2 VEU): de EU mag alleen dingen uitvoeren waar
een grondslag voor staat/wettelijke grondslag.
Subsidiariteitsbeginsel (art. 5 lid 3 VEU): zo dicht mogelijk bij de lidstaten.
o Exclusief (art. 3 VEU): alleen de EU bevoegd.
o Gedeeld (art. 4 VEU): is de EU samen met de lidstaten bevoegd.
Evenredigheidsbeginsel (art. 5 lid 4 VwEU): de EU moet de minst ingrijpende
maatregel kiezen.
Deze beginselen zorgen ervoor dat de soevereiniteit niet helemaal ingeleverd wordt,
oftewel de lidstaten worden beschermd voor de EU.
Loyale samenwerking (art. 4 lid 3 VEU): lidstaten moeten zich houden waar ze
zich aan gebonden hebben.
, - Uitleggen welke afzonderlijke taken en bevoegdheden de EU-instellingen hebben
(met uitzondering van de ECB en de Rekenkamer).
EU-instellingen (art. 13 VEU)
1. Het Europees parlement (art. 14 VEU)
o Samenstelling: vertegenwoordigers van de burgers van de unie
(gekozen door ons).
o Bezigheid: wetgevende taak + begrotingstaak (samen met de Raad).
2. De Europese Raad (art. 15 VEU)
o Samenstelling: alle staatshoofden & regeringsleiders + voorzitter v.d.
Europese commissie.
o Bezigheid: bepaalt de algemene beleidslijnen en prioriteiten.
3. De Raad (art. 16 VEU)
o Samenstelling: steeds één minister uit elke lidstaat, maar het zijn
steeds verschillende ministers, dit is namelijk afhankelijk van het
onderwerp.
o Bezigheid: wetgevende taak + begrotingstaak (samen met EP).
4. De Europese commissie (art. 17 VEU)
o Samenstelling: 28 commissarissen, uit elke lidstaat één.
o Bezigheid: dagelijks bestuur + initiatiefrecht mogen als enige
wetsvoorstellen doen + zien toe op de naleving ervan.
5. Het Hof van Justitie (art. 19 VEU)
o Samenstelling: 28 onafhankelijke rechters, uit elk EU-land één.
o Bezigheid: doen uitspraak over de interpretatie van de EU-wetgeving.
Prejudiciële vraag: een rechter van de Hoge Raad (hoogste rechter)
“moet” een prejudiciële vraag stellen aan het HvJEU, als zij niet zeker
weten hoe zij een verdrag/EU-wet moeten interpreteren. De
Nederlandse rechter vraagt dus uitleg over een rechtsregel aan het
HvJ EU. Een lagere rechter is dit echter niet verplicht, hij “mag” een
prejudiciële vraag stellen.
Week 2
- Uitleggen wat de betekenis is van de EU als ‘autonome rechtsorde’.
EU-recht: het geheel van juridische regels, betreffende doelstelling, inrichting en
functioneren van de EU.
De EU heeft dus zijn eigen beleid en regels. De lidstaten moeten gehoorzamen aan
deze rechtsorde.
- De primaire en secundaire bronnen van Europees recht benoemen en toelichten.
Primair:
o VEU en VwEU
o Handvest grondrechten EU
Secundair:
o Verordeningen
o Richtlijnen
o Besluiten
o Aanbevelingen & adviezen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shanthi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.