Week 1
1. Wat houdt het M(issing) W(hite) W(oman) S(yndrome) in?
= Dat vermissingen van mooie jonge blanke vrouwen meer media-aandacht krijgen, dan een
vermissing van niet blanke jongen mooie vrouwen. Dit is in de westerse wereld zo.
Geef een voorbeeld van het MWWS.
De vermissing van Nathalie Holloway op Aruba.
2. Wat wordt verstaan onder (factoren van) stafrechtelijke ruis?
1) Bewijzen
Bij het vergaren van bewijs kan ruis ontstaan.
Voorbeelden
Politie richt zich slechts op één scenario.
Verdachte wordt onder druk gezet tijdens verhoor.
Overtuiging van de rechter.
Art. 338 Sv de rechter moet met de wettige bewijsmiddelen de overtuiging
hebben.
2) Waarnemen
Weapon-focus fenomeen: iemand wordt overvallen. Er staat iemand voor je te
zwaaien met dat mes, maar je lijkt op het puntje van dat mes. Je kunt dus moeilijk
een beschrijving gegeven van de dader.
Onze waarneming is altijd beperkt en wordt gestuurd door emoties.
Wij nemen selectief waar en daarom missen wij ook informatie.
3) Herinneren
Ons geheugen werkt niet perfect, en is geen systeem dat als harde schijf informatie
bewaard. Voorbeelden
Getuigenverklaring kan onvolledig en zelfs onjuist zijn.
4) Beïnvloeden
Gedurende het strafproces worden de procesdeelnemers op vele manieren
beïnvloed.
Voorbeelden
Verdachte wordt onder druk gezet tijdens het verhoor.
Rechter wordt onder druk gezet door de samenleving.
5) Verhoren
Verdachte kan onder grote druk van verbalisanten verklaring afleggen.
Verdachte kan graag willen meewerken en min of meer met de verbalisanten
meepraten.
Getuige legt verklaring af in strijd met de waarheid.
De aandacht is gericht op psychologische (ruis)factoren. Deze factoren kunnen betrekking
hebben op bijvoorbeeld het waarnemen en de herinnering en/of beïnvloeding van een
verdachte bij verhoren. Deze (ruis)factoren kunnen de uitkomst van het strafproces sturen in
een ongewenste richting en afbreuk doen aan de betrouwbaarheid van het rechterlijk
oordeel.
3. Noem twee voorbeelden waarbij ‘strafrechtelijke’ ruis de waarde van het bewijs kan
aantasten.
Tunnelvisie
Verdachte wordt onder druk gezet tijdens het verhoor
Geheugen is na een paar dagen weinig slaap niet meer in staat om echt en een
verzonnen verhaal te onderscheiden.
, 4. Wat is het nut van de rechtspsychologie?
= Rechtspsychologie kan een bijdrage leveren aan het nemen van beslissingen binnen de
strafprocedure die op een zo stevig mogelijke wijze zijn verankerd in de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen zullen met behulp van rechtspsychologische instrumenten steeds getoetst
moeten worden op de wijze waarop deze zijn verankerd/verbonden aan de werkelijkheid.
5. Kun je een leugenachtige verklaring vooral herkennen aan de vorm of de inhoud?
= Wie anderen op leugens wil betrappen, doet er beter aan om te kijken naar de inhoud, niet
naar de vorm. De vorm is de stemhoogte, gebaren, wegkijken, friemelen, kortom hoe emand
iets zegt. De inhoud is wat iemand zegt.
6. Wat houdt de “truth-bias” in:
= Dat betekent dat mensen geloven dat anderen vaker de waarheid spreken dan dat ze
liegen.
Week 2
1. Wat wordt verstaan onder een goed verhaal?
= Een goed verhaal vormt de helft van het bewijs en de andere helft wordt gevormd door de
verankering van elementen uit de werkelijkheid die vervlochten worden met het verhaal. Bij
zo’n verhaal wordt ook uitgelegd hoe de dader tot het plegen van dit delict kon komen. Het
idee moet ontstaan: “Dit soort mensen doet onder deze omstandigheden dit soort dingen”.
2. Wat wordt verstaan onder de theorie van Verhaal en Verankering?
= Er moet een:
1) Verhaal zijn
2) Feiten moeten verankerd zijn.
Rechter gaat uit van een bepaald scenario en gaat vervolgens opzoek naar daarbij
passende bewijsmiddelen (verankering).
3. Leg de stelling uit, dat een goed verhaal de helft van een veroordeling is.
Hoe beredeneert een rechter?
Stappenplan:
1) De rechter moet beslissen op basis van een selectie en interpretatie v.d. feiten. De
feiten worden geselecteerd en op een bepaalde manier uitgelegd. De vastgelegde
feiten worden gelinkt aan een rechtsregel.
2) Maar hoe kan de rechter zinvol onderscheid maken tussen relevante en irrelevante
feiten?
3) Dit kan alleen als de rechter een scenario maakt in zijn hoofd.
4) De rechter redeneert dus niet naar een beslissing toe, maar redeneert terug vanuit
een bepaald scenario. Het scenario bepaalt de selectie van de feiten. Dit brengt de
rechter bij een mogelijk toepasselijke rechtsregel.
5) De rechter moet de selectie-beslissing motiveren, maar hier zijn echter geen
duidelijke regels voor (voor de selectie van bewijsmiddelen). De waardering van een
bewijsmiddel (wel/niet betrouwbaar/relevant) is aan de rechter. Dit maakt de
motivering vaak willekeurig. De rechter legt vaak alleen uit waarom hij getuige A.
betrouwbaar acht, maar hij legt niet uit waarom de verklaring van getuige A, in strijd
is met de verklaring van getuige B.
Een goed verhaal is het halve bewijs, de andere helft wordt gevorm door verankering van
elementen van dat verhaal met de werkelijkheid met behulp van bewijsmiddelen.
4. Verklaar waarom in de zaak-Rijkbloem iemand veroordeeld werd ondanks het gebrekkige
bewijs.
= Omdat Rijkbloem geen goed verhaal had, en de familie van het slachtoffer wel. Tevens had
de familie van het slachtoffer het verhaal verankerd met de werkelijkheid met behulp van
bewijsmiddelen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shanthi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.04. You're not tied to anything after your purchase.