Bedrijfsfinanciering
Topic 1: introductie tot ondernemingsfinanciering
Investeringsbeslissing VS-financieringsbeslissing
- Investeringsbeslissing (capital budgeting decision = capital expenditures)
o Aankoop/verkoop van REELE-activa (= actief gebruikt voor de productie van goederen of diensten)
§ Materiële: terreinen, gebouwen, machines)
§ Immateriële activa (IVA: goodwill, branding)
- Financieringsbeslissing
o Aankoop/verkoop van FINANCIELE-activa (= financiële claim op inkomsten gegenereerd door RA)
§ Geformaliseerd via een financieel instrument (cash, KT-beleggingen, aandelen, obligaties)
§ Wijzigt kapitaalstructuur: schulden versus eigen vermogen
§ Omvat uitkeringsbeslissing: dividenden/ aandeleninkoop
§ Verkoop van financiële vaste activa (deelnemingen)
è Als je een investeringsbeslissing neemt, dan is dat doorgaans ook gekoppeld a/e financieringsbeslissing
Rol van de financiële manager
= fungeert als een tussenpersoon tussen de investeringsbeslissing en de financieringsbeslissing
1) Geld van investeerders
(2) Geld geïnvesteerd in bedrijf
(3) Geld gegenereerd door activiteiten
(4a) Geld geherinvesteerd
(4b) Geld terugbetaald aan investeerders
= Banken: intrest & Investeerdes: dividend
Je ziet de rol v/d financiële manager die investeringsbeslissingen moet nemen in het middenpaneel.
Aanwending middelen, investeringsbeslissingen aan of tegenover financieringsbeslissingen
,- Financieringsbeslissingen (Interne vs. Externe financiering)
o Interne financiering: met aanwezige middelen
Bv. cash op de balans, gefinancierd door
aandeelhouders
o Externe financiering:
Bv. banklening, obligatie uitgeven, …
+ naar de kapitaalmarkt gaan om extra aandelen uit te geven (Secondairy Equity Offering - SEO)
+ naar de beurs om extra aandelen uit te geven (Initial Public Offering – IPO)
! In sommige gevallen is het moeilijk om extern kapitaal via schulden aan te trekken!
Bv. bij startups die vrij riskant zijn, dan gaat het om een venturecapitalist of een business angel
o Distributie middelen
= het geld dat je verdiend hebt ga je v/d nettowinst (bottom line earnings) misschien een
deel uitkeren als dividend, aandeleninkopen, … à Het managen van uw beleggers
Bv. Meta heeft recent aangekondigd dat ze voor de eerste keer in hun geschiedenis een
dividend gaan uitkeren
- Investeringsbeslissingen (Interne investeringen vs. M&A)
o Organisch groeien = interne investeringen
§ Gestage/ rustige groei, deel v/d winst wordt gereserveerd rechts op de balans bij EV
o Externe groei realiseren via fusies en overnames (M&A)
§ Snellere groei
o Werkkapitaalbeheer
= valt grotendeels onder de investeringsbeslissingen omdat dat op de linkerkant v/d balans vooral zit
Bv. voorhoudbeheer, klantenvorderingen, …
,Wat is het belangrijkst: investerings- of financieringsbeslissingen?
1. Start-up- en groeifase
= bedrijven moeten vooral op investeringsbeslissingen focussen om financiële waarde te vergroten
Bv. Facebook, Uber
- Weinig belang voor financieringsbeslissing
- Groot belang voor naamsbekendheid, groei creëren en voldoende users krijgen
Vb. Uber
Wanneer je een taxi bestelt via Uber, dan zijn daar eerst honderden miljoenen aan investeringen mee
Gepaard gegaan
• Zeer riskant project
• Kans dat een bank dat wil financieren is zeer klein
• Wordt vooral gefinancierd met EV via Venture Capitalists
‘In deze ronde hebben jullie 10 miljoen euro nodig. Maar in ruil
Voor die 10 miljoen euro willen we 40% v/d aandelen hebben’
à Om hun eigen risico in te dekken
à Kans op mislukking is zeer reëel
è Financieringsmix speelt in deze fase doorgaans weinig rol
2. Mature fase: kapitaalkost (WACC) van het bedrijf optimaliseren/verlagen om de financiële waarde te verhogen
• Belangrijk voor juiste optimalisatie van EV en VV
• Nieuwe investeringen gaan financieren
• Er ontstaat druk om aandeelhouders te belonen (via dividenden en/of aandeleninkoop)
3. Aftakeling/verval: bedrijven moeten zich bekommeren om de uitkeringspolitiek en geld laten
terugvloeien aan investeerders
Vb. Limburg en West-Vlaanderen
= veel bedrijven die in een aftakelingsfase zitten door de moeilijke concurrentiepositie en winstmarges
waren vrij klein m.a.w de investeringen die je in die business deed daar ging je aandeelhouderswaarde
mee vernietigen (Vlasteelt & Tapijtindustrie)
Oplossing: Een stuk van dat geld laten terugvloeien naar aandeelhouders via uitkeringspolitiek,
dividenden, kapitaalverminderingen, ganse divisies gaan verkopen, …
! Geen geld tegenaan te gooien = te laat!
ROIC & WACC
= het rendement op een investering (ROIC) genereren < de gewogen gemiddelde kapitaalskost (WACC) m.a.g.
dat de investering die je in die aftakelingsfase doet een Negatieve Net Present Value (NPV) gaat genereren
à Al het geld dat je herinvesteert in die business daar gaan uw aandeelhouders armer van worden
+ bij bedrijven die hun concurrentieel voordeel verliezen moet men een ontoereikend rendement genereren
om hun kapitaalverschaffers met hun opportuniteitskost (WACC) gunstig te stellen/ blij te maken
ROI < WACC = NPV negative (Net Present Value)
Als je gaat investeren in een machine en die kost 1miljoen dan moet je kijken wat brengt die de volgende jaren
+ investering pasl interessant als de opbrengsten die ze teweegbrengen groter zijn dan 1 miljoen euro
, Agency theory
= starten als 1 manszaak (1 aandeelhouder die tevens de manager is maar als je succesvoller wordt,
dan ga je die 1 manszaak - die onbeperkte aansprakelijkheid heeft omvormen naar een vennootschap
De tussen categorie maatschap, partnership is in Nederland en de VS populair (in België minder)
à In België spreken we vooral van 1 manszaken en vennootschappen (BV en NV)
Bij groei gaat men overstappen vennootschapsstructuur willen: sommige v/d aandeelhouders
uitstappen en hun aandelen verkopen aan nieuwe vennoten
+ omdat ze niet de capaciteit hebben om die vennootschap die a/h groeien is succesvol te
begeleiden naar de volgende levensfase dan kom je in een situatie dat de managers het dagelijkse
bestuur op zich gaat nemen
Bv. Coca-Cola bestaat sinds 1886 en is naar de beurs gekomen in 1919 er zijn 100 duizenden
aandeelhouders van Coca-Cola, het is dus niet plausibel dat elk van die aandeelhouders een heel
kleine functie uitoefen in dat bedrijf dat gebeurt niet in de praktijk wordt uitbesteed aan managers
è Managers worden in de Corporate Finance literatuur Agents genoemd
Aandeelhouders (principals) vs. Managers (agents)
Verschillende objectieven:
- Aandeelhouders willen hun financiële waarde maximaliseren
- Aandeelhouders betalen de managers
- Managers moeten handelen in het belang van aandeelhouders soms is eigen belangen groter
o Opzoek naar investeringsopportuniteiten die de aandeelhouders rijker maken
+ aandeelhouderswaarde gaan creëren (niet altijd het geval)
= Agency conflicts
Verschillende informatieset:
- Aandeelhouders hebben niet alle info, managers hebben inside information
o Principal-agent-relatie
o Informatieasymmetrie
o Agency cost
à NOOD AAN CORPORATE GOVERNANCE
Agency conflicts
= weerspiegelt het belangenconflict tussen principals (= aandeelhouders) en agents (= financiële managers)
Manager (agent) is vooral bekommerd om zijn korte termijn bonus
= Bij illusie van goed bedrijfsbeheer kan men opteren voor fusie of overname
Schaal van onderneming vergoot dus ook werklast van manager dus loonsverhoging
Aandeelhouders kunnen pas op LT oordelen of fusie voordelig was voor het bedrijf (OIP)
- Over Investment Problem (OIP)
= wanneer corporate finance te veel in projecten die vaak waarde-destructief zijn investeert
à Ontoereikend rendement realiseren waardoor de kapitaalkost v/d kapitaalverschaffers ≠ kan dekken
à ROIC < WACC
- Under Investment Problem (UIP)
= wanneer er interessante opportuniteiten bestaan die aandeelhouders rijker zouden maken,
Die + NPV genereren maar door managers niet doorgevoerd worden
o Door angst van job verlies
o Door gebrek aan inside information/ asymmetrische info bij de aandeelhouders
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller justinepeeters1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.99. You're not tied to anything after your purchase.