alle a en b’s en casusnummer kloppen niet. Zelf kijken.
Casus 1:
1. Welke IPR-regeling:
Toepasselijk recht.
2. Welke regeling?
Rome 1:
Materiele toepassing:
o Burg/handelszaken
o Contractuele verbintenis
o Internationaliteit
o Geen uitzondering ex art 1(2)
Formele toepassing:
o Art 2 > universeel.
Temporele toepassing
o Art 28 ovk gesloten op of na 17/12/2009
3. Toepassing:
Artikel 14:
cedent b cessionaris
a c
Schuldenaar
Verhouding cedent en schuldenaar:
Welk recht is van toepassing op de vatbaarheid voor vordering van cessie
(relatie vordering cedent op schuldenaar). Als je kijkt naar artikel 14 dan
wordt dat geregeld in lid 2. Het gaat om het rehct van de gecedeerde
vordering beheerst. De cedent is hier Estins gevestigd in Estland en de
schuldenaar is Felicia en gevestigd in NL. Is de vordering van Estin op
Felicia voor cessie vatbaar?
De vordering die aanvankelijk Jari had tegen felicia. De vordering blijft de
hele tijd beheerst door hetzelfde recht, het is een vordering uit od en die
wordt beheerst door Noors recht. Dit hadden we vorige week
geconstateerd. Dat is het recht dat de gecedeerde vordering beheerst.
Daarmee weten we ook dat de vatbaarheid voor de vordering voor cessie
moet worden beoordeeld aan de hand van Noors recht.
, Verhouding tussen cedent en cessionaris:
Dan gaat het om de vraag of de cessie geldig is gebeurd? Welk recht
daarop van toepassing is halen we uit artikel 14 lid 1. Het is het recht dat
ogv Rome 1 op de tussen hen bestaande overeenkomst van toepassing is.
Welke overeenkomst gaat het dan over? > over de cessieovereenkomst.
Wie is de cessionaris is deze casus? VTM gevestigd in NL.
Je moet als eerste kijken of er sprake is van een rechtskeuze ex artikel 3.
Dat is in de casus niet het geval. Dus we kijken dan naar de algemene regel
van artikel 4 > lid 1 levert niks op. Lid 2 zegt dat je moet gaan kijken naar
het recht van het land van de kenmerkende prestant. Wie verricht hier de
kenmerkende prestatie? > binnen een cessieovereenkomst is dat de
cedent. Die is gevestigd in Estland dus het recht van Estland is van
toepassing. Op grond van artikel 4 is recht van Estland van toepassing op
de cessie overeenkomst.
Je moet dan nog kijken naar artikel 4 lid 3 of er sprake is van een
kennelijk nauwere band, dit moet je niet ruim opvatten. Hier is dat niet zo
dus het recht uit Estland is van toepassing.
Verhouding tussen cessionaris en de schuldenaar:
Tussen VTM en Felicia. Welk recht is op deze verhouding van toepassing?
Zie hiervoor artikel 14 lid 2. Verwijst naar hetzelfde recht als bij de a-
verhouding. Dus dat is niet zo moeilijk. Recht wat van toepassing is op de
A-verhouding is altijd het zelfde als op de C-verhouding.
In de casus is dat dus Noors recht.
Casus 2:
b
subrogant Gesubrogeerde (derde)
c
a
Schuldenaar
Er is contractuele subrogatie. Realiseer je dit. Als er iets is met
schadeverzekeraar op grond waarvan de verzekeraar schade uitkeert en
dan beweert dat die subrogeert ofzo dat valt onder wettelijke subrogatie.
Dat zien we in artikel 7:962 BW. Het gaat hier om wettelijke subrogatie en
dat wordt niet geregeld in artikel 14. Er zijn twee bepalingen die zien op
wettelijke subrogatie:
Artikel 15 Rome 1 > vordering vloeit voort uit
overeenkomst en die wordt gesubrogeert. In de casus
hebben we hier niet mee te maken. het gaat hier om een
vordering uit OD. Zie daarvoor:
Artikel 19 Rome 2. Deze is in deze casus van belang.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukstarxxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.