Lichamelijke Opvoeding En De Bewegingswetenschappen
Motor Control and Learning (BKULL00B8B)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
merel-verheyden
Content preview
H1 Perspectieven in motorische controle
en leren
Inleiding
Doel experimenteel leerpsychologisch onderzoek: op een meer systematische wijze de principes te
bepalen die aan de grondslag liggen van leren 🡪 oorzaken – effecten
Afhankelijke variabele (voorspelde gedrag) vs. onafhankelijke variabele (effect op voorspelde
gedrag)
- Kwantitatief of kwalitatief karakter
Kwalitatief: Als in motorisch antwoord wordt beloond, dan zal het geleer worden
Kwantitatief: de waarschijnlijkheid dat in motorisch antwoord zich voordoet is een
exponentiële functie van het aantal pogingen dat beloond wordt
- Maakt voorspellingen en controle mogelijk
- Motorisch leren: wetten zijn specifiek (taakgerelateerd) 🡪 diverse opdrachten en veelzijdige
bronnen van informatiefeedback
Motorisch leren en motorische controle
Definitie motorisch leren
Adams (1980): Leren is het resultaat van bepaalde ervaringen die leiden tot een relatief stabiele
mogelijkheid om antwoorden te genereren. Het stockeren en terug uit het geheugen ophalen van
deze relatief stabiele mogelijkheid staat centraal i.h. onderzoek v.h. geheugen.
Schmidt (1988): Motorisch leren is een stel van interne processen geassocieerd met oefening of
ervaring die leiden tot relatief permanente veranderingen in het vermogen om te antwoorden
1. Leren is niet direct observeerbaar
→ afgeleide toestand van het organisme, afgeleid uit prestatie
→ ! leren is niet de enige variabele die een invloed heeft op prestatie
2. Leren is het resultaat van welbepaalde ervaringen (gerichte oefening)
3. Leren is een stabiele mogelijkheid tot het genereren van antwoorden
→ = relatief permanent (bv fietsen)
4. Onderzoek houdt zich bezig met stockage en heroproepen vd relatief permanente
gedragsveranderingen
→ leren: verwerven van een relatief permanente dispositie om te antwoorden
→ Geheugen: vastleggen van het geleerde doorheen de tijd en de activatie van het geleerde
wanneer dat gedrag terug nodig is.
1
,6 stappen nodig om leeronderzoek te verrichten (Adams)
1. Identificatie vd afhankelijke variabele (motorisch antwoord)
→ observatie met blote oog of kinematische registratie
2. Manipulatie vd onafhankelijke variabele
3. Opstelling van een leeromgeving
4. Observatie van veranderingen ih motorische antwoord tgv oefening
5. Tijdelijke/permanente veranderingen scheiden
6. Verbetering vd nauwkeurigheid en consistentie vh antwoord → leren
Definitie van motorische controle
Beschrijft en verklaart
- Op welke wijze bewegingen tot stand komen (aandacht op organisatie en controle vh
motorisch apparaat)
- Op welke wijze sensorische processen samenhangen met motorische handelingen
Centraal thema: bepalen vd locus waar de organisatie en controle vd motoriek plaatsgrijpt
- Perifere uitgangspunt: beweging wordt gecontroleerd dr feedback van spieren &
gewrichten; vestibulaire, auditieve en visuele systemen
- Centrale uitgangspunt: bewegingen worden vooraf gestructureerd (feedback niet
noodzakelijk)
Gesloten-lus systemen
Bestaan uit 3 delen (cfr. Thermostaten voor de regulatie van kamertemperatuur)
1. Referentiemechanisme = centraal onderdeel
→ vertegenwoordigt datgene wat bereikt moet worden (bv kamertemperatuur van 20°C)
2. Vanuit omgeving info vergaren om de waarde te bepalen die het systeem wenst te
reguleren (actuele temperatuur in huis)
3. Feedback: deze info terugkoppelen naar de referentie
→ lus van controle wordt gesloten
Foutendetectie: uitvoerende niveau gaat fouten reduceren
- Uitvoering van trage bewegingen (snelle 🡪 open-lus)
2
,Open-lus systemen
Geen feedback lus + niet gericht op fouten reduceren 🡪 bewegingscommando’s worden vooraf
gestructureerd en uitgevoerd
Voordeel: snelle en ballistische bewegingen die niet afhankelijk zijn van feedback
Nadeel: kan zich niet aanpassen aan veranderingen in de omgeving
Vereniging van open-lus en gesloten-lus controle
Combinatie beide systemen 🡪 voorgestructureerde commando’s waarvan de bewegingstuitvoering
toch kan aangepast worden aan wijzigingen in de omgeving
- Evolutie van gesloten 🡪 open: automatiseren vd vaardigheid tijdens het leren
- Evolutie van open 🡪 gesloten: bv Parkinsonpatiënten of CVA (vertraging bewegingstuitvoering)
Theorieën van het motorisch leren
Inleiding
2 theorieën die belangrijke invloed hadden op het studiedomein van het motorisch leren: de
gesloten-lus theorie van Adams en de schematheorie van Schmidt
- Geïnspireerd op de informatieverwerkingsbenadering
Gesloten-lus theorie van ADAMS (1971)
Het gesloten-lus beginsel
‘A reference mechanism against which feedback from the respond is compared for the detection and
correction of error.’
- Gericht op eenvoudige vrijwillige bewegingen
- Centrale rol voor kennis van resultaten (KR)
→ motorisch leren = probleemoplossend gedrag: KR is cruciale bron van info
3
, Twee geheugentoestanden
Scheiding van antwoordactivatie en evaluatie 🡪 onderscheid tss 2 bewegingssporen
- Perceptuele spoor = referentiemechanisme
→ complexe sporen: herinneringen v.d. door het motorische antwoord geproduceerde
feedback m.b.t. vroeger uitgevoerde bewegingen
→ interne representatie van sensorische ervaring
- Geheugenspoor = motorisch programma (beperkt en specifiek)
→ selecteert en initieert het antwoord
Beide sporen onafhankelijk van elkaar manipuleren.
‘The starting of the movement is motor recall and is based on the memory trace. Knowing whether
the movement is proceeding correctly or not is a matter of response recognition and the perception
trace along with ongoing feedback govern it.’
1.1. Schematheorie van SCHMIDT
1.1.1. Kritiek van Schmidt op Adams
Stockageprobleem: veronderstelling dat er een directe mapping zou bestaan tss de gestockeerde
geheugentoestanden en de uit te voeren bewegingen, gescheiden geheugentoestand voor iedere
beweging
- Maar: bij uitbreiden v.d. vaardigheden zou er enorme toename in geheugenrepresentaties
zijn
- Kritiek: niet elke beweging is apart opgeslagen in een geheugentoestand
Nieuwigheidsprobleem: geen verklaring voor het tot stand komen van nieuwe acties aangezien
bewegingen nooit op exact dezelfde manier worden uitgevoerd.
Wat met snelle bewegingen? Snelle bewegingen laten geen feedback toe omdat de fouten detectie
en correctie mbv feedback een zekere tijd vraagt
Schematheorie en het gegeneraliseerd motorische programma
Motorisch programma = stel gestockeerde spiercommando’s, die gelijk waar opgeroepen kunnen
worden om tot handelen over te gaan
Evidentie voor centrale representaties: 3 lijnen
1. Bewegingen in 150 ms initiëren, uitvoeren en beëindigen
→ te kort om bewegingen te sturen, dus geen feedback
2. Bewegingen kunnen vooraf gepland zijn
3. Gedeafferentieerde dieren & mensen kunnen vaardig gedrag vertonen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merel-verheyden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.11. You're not tied to anything after your purchase.