Leerdoelen Blok 1
Literatuur:
-C.L.G.F.H. Albers, ‘Bestraffend bestuur 2014’, in C.L.G.F.H. Albers, M.L.
van Emmerik, C.M. Saris & F.J.P.M. Haas, Boetes en andere bestraffende
sancties: een nieuw perspectief? (VAR-preadviezen 2014), Den Haag:
Boom Juridische uitgevers 2014, pp. 7-36,
http://verenigingbestuursrecht.nl/over/var-preadviezen/
-Buruma, ‘Geen blad voor de mond’ (afscheidsrede RUN), 2011, http://www.mr-
online.nl/images/stories/files/BURUMA-HELEMAAL.pdf , p. 5-21.
-Ministerie van Justitie en Veiligheid, Nader Rapport bestuurlijke
boetestelsels, Stcrt. 2018, 31269.
-Lopik & S. Stax, ‘Klimaatverandering en strafrecht: een
verkenning’, Strafblad 2020/3.
-Sociale constructie van criminaliteit: de inhoud van het begrip criminaliteit
berust op door mensen gemaakte afspraken. Wat crimineel gedrag is, is
afhankelijk van hoe de samenleving erop reageert en van degene die het
definieert.
-Criminalisering is het proces waardoor bepaalde gedragingen als strafbaar
worden geëtiketteerd, dus als strafrechtelijk probleem worden gezien. Politici,
media, belangengroepen en burgers zorgen ervoor dat bepaalde gebeurtenissen
veel aandacht krijgen. Zo wordt dus het idee gecreëerd dat er een probleem is
waar iets aan gedaan moet worden. De tendens is dan vaak dat het strafrecht als
oplossing wordt beschouwd voor het probleem.
Formeel (wettelijk) v. de facto
Hoe worden bestaande regels gehandhaafd door politie en justitie? Hoe hanteert
de rechter de regels?
Bewijsminima is belangrijk om te bepalen of een gedraging strafbaar is,
bijvoorbeeld zedendelicten in de privésfeer.
Wat strafbaar is niet van nature gegeven, maar is het resultaat van een politiek
en maatschappelijk proces. Reikwijdte van het proces hangt ook af van hoe het
wordt gehandhaafd.
Strafrecht als ultimum remedium: van oudsher wordt het strafrecht als
laatste redmiddel gezien dat mag worden ingezet als er geen alternatief is,
omdat het een ingrijpend middel is.
Wat maakt het strafrecht zo bijzonder?:
-De mogelijkheid van een vrijheidsstraf
-Strafvorderlijke bevoegdheden, waaronder de dwangmiddelen
-Aard/ doel van de sanctie: in het strafrecht is het toevoegen van leed het doel,
niet primair reparatie of herstel van de situatie zoals in het bestuursrecht
-Gevolgen (VOG): veroordeling kan gevolgen hebben voor verklaring omtrent
gedrag
-Symbolische werking: de autoriteiten zeggen met het strafrecht eigenlijk
officieel ‘dit is slecht gedrag’ / normatieve lading
Verschil tussen wetsdelicten en rechtsdelicten: uitgangspunt is dat moreel
verwerpelijke gedragingen via het strafrecht worden gehandhaafd. En andere
,gedragingen die niet zo’n normatieve lading hebben ook via het bestraffend
bestuursrecht kunnen worden gehandhaafd.
Het strafrecht en het bestuursrecht groeien steeds meer naar elkaar toe:
- Het OM, politie en bestuursorganen nu zelf een straf kunnen opleggen, namelijk
de bestuurlijke strafbeschikking. Als VE moet je zelf het initiatief nemen om naar
de rechter te stappen en ik verzet te gaan. Je kan dan geen gevangenisstraf
krijgen, maar soms wel een taakstraf.
-In het bestuursrecht steeds meer bestraffende sancties: bestuurlijke boete.
Sancties die soms ook leedtoevoeging beogen en niet alleen maar herstellen. Er
zijn ook andere bestuursrechtelijke sancties die niet punitief bestraffend zijn
bedoeld, maar die wel punitief worden ervaren: afnemen nationaliteit, alcoholslot
of niet meer krijgen van vergunning voor horecazaak.
-Strafrecht is niet alleen ingrijpend maar het biedt ook veel rechtsbescherming.
Ook hierin zijn strafrecht en bestraffend bestuursrecht naar elkaar toegegroeid
onder invloed van het EVRM.
Echter, het is niet de bedoeling om de zware rechtsbescherming van het
strafrecht te omzeilen door te zeggen ‘dan zetten we wel bestuurlijke boetes in’.
Indien de aard van de norm en de sanctie punitief zijn valt het wel onder de
zogenaamde ‘criminal charge’ van artikel 6 EVRM. Zodra er sprake is van een
criminal charge, dan moet het land waar het omgaat rechten aanbieden zoals het
nemo teneur beginsel, onschuldpresumptie, etc. Dit zijn nog niet alle rechten die
je normaal zou hebben bij het strafrecht. In het strafrecht zijn de regels
indringender de rechter is op zoek naar de materiele waarheid, de bewijslast ligt
bij het OM, de rechter voert ambtshalve toetsen uit.
Waarom worden sommige gedragingen niet civiel opgelost?
Soms heeft het strafrecht voordelen en soms heeft het civiel recht voordeel.
Bijvoorbeeld wrakporno door je ex-partner. Het blijkt in de praktijk onmogelijk om
zelf een zaak te beginnen. Het is voor het slachtoffer moeilijk om achter te halen
vanuit welke IP-adres de beelden zijn gepost daarvoor heb je bedrijven als
Facebook, Instagram etc nodig en die luisteren niet altijd naar het slachtoffer. In
zo’n geval biedt het strafrecht voordelen want het OM kan door het inzetten van
dwangmiddelen een bedrijf als Facebook dwingen om de gegevens vrij te geven.
In het civiel recht is dit niet mogelijk. Er zijn ook delicten waarbij geen direct
slachtoffer een zaak beginnen, dus in dit geval heb je het strafrecht eerder nodig.
Sommige gedragingen hebben ernstige consequenties zoals wraakporno dus is
dit alleen een onrecht tegen een individu of een onrecht tegen heel de
samenleving? Het civiel recht heeft als voordeel dat het conflict niet wordt
ontnomen van het slachtoffer. Als het OM een zaak opneemt hoeveel invloed
heeft een slachtoffer nog op die zaak? Het OM heeft het opportuniteitsbeginsel
en bepaalt wat er met een aangifte gebeurt.
Criteria voor strafbaarstelling
Zijn er grenzen aan strafbaarstelling door de democratisch gekozen wetgever?
- Het moet zich houden aan rechtstatelijke beginselen, zoals het respecteren van
grondrechten/mensenrechten. Vrijheid van de burgers staat voorop. Die vrijheid
wordt beperkt door strafbaarstellingen. Dit mag alleen als er een niet te
vergaande inbreuk wordt gemaakt grond- en mensenrechten.
- Criteria voor strafbaarstelling waaronder het ultimum remedium: criteria zijn
geen wettelijke criteria maar toetsingscriteria om te beoordelen of
strafbaarstelling op zijn plaats is en de toetsingscriteria zijn gedacht vanuit de
,grondbeginselen van het strafrecht. Omdat strafrecht zo’n ingrijpend middel is,
moet de wetgever goed legitimeren waarom het wordt ingezet.
De wet moet voorschrijven wat strafbaar is
- Wetten moeten duidelijk zijn lex certa.
- Het doel is rechtszekerheid zodat er geen machtsmisbruik gebeurt
- De rechter heeft geen onbegrensde ruimte om te straffen
Naast juridische kennis is ook sociale wetenschappen nodig:
1. Wat is het probleem? Is het een probleem of niet? Hoe vaak komt het voor?
2. Is het strafrecht effectief om dit probleem aan te pakken? Kunnen de
strafdoelen worden behaald? Strafdoelen (o.a. generale preventie) Veel mensen
denken dat een hogere straf mensen zal verhouden om een strafbaar feit te
plegen, maar eigenlijk moet je de pakkans vergroten.
3. Wat zijn de neveneffecten van een strafbarstelling? Bij het boerkaverbod kan
het zo zijn dat doordat het dragen van een boerka strafbaar is vrouwen meer
binnen gaan blijven terwijl dat niet een van de doelen is van die wet.
Memorie van Toelichting:
“De grenzen van wat in Nederland wel en niet geoorloofd gedrag is moeten
helder zijn. Bij overschrijding hiervan dient een passende interventie te volgen.
Het strafrecht heeft daarbij de rol van ultimum remedium. Er is aanleiding voor
strafrechtelijke handhaving bij normschendingen van zodanige ernst dat
handhaving ervan niet of niet alleen door andere sancties dan strafrechtelijke
sancties kan plaatsvinden”
Politieke context:
Leerdoelen Blok 2: Europees- en internationaalrechtelijk
perspectief
Literatuur:
- Groenhuijsen & J. Ouwerkerk, ‘Ultima ratio en criteria voor strafbaarstelling in
Europees perspectief’, in: M. Groenhuijsen, T. Kooijmans en J.
Ouwerkerk, Roosachtig strafrecht. Liber Amicorum Theo de Roos, 2013,
Deventer: Kluwer, p. 249-279 (op Canvas).
- P.H.P.H.M.C. van Kempen, Repressie door mensenrechten: over positieve
verplichtingen tot aanwending van strafrecht ter bescherming van fundamentele
rechten (oratie RU), 2008, Nijmegen: Wolf Legal Publishers,
http://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/74249/74249.pdf?sequence=1 ,
, p. 7-40, 51-56 en 65-89.
-Lindenberg, ‘Verkrachting, aanranding en de bescherming van de seksuele
integriteit: moet Nederland ook naar een 'Nein heißt Nein'? In E. Gritter
(Ed.), Modern Strafrecht, 2019,
Kluwer,https://research.rug.nl/files/76743600/2019_Lindenberg_Verkrachting_aan
randing_en_de_bescherming_van_de_seksuele_integriteit.pdf (Koppelingen naar
een externe site.)
-EHRM 31 juli 2000, appl.no. 35765/97 (A.D.T. t. Verenigd Koninkrijk)
Historische achtergrond
-1886: ultimum remedium
‘Het beginsel is dit: dat alleen datgene mag gestraft worden, wat in de eerste
plaats onregt is. dit is eene conditio sine qua non. In de tweede plaats komt de
eisch er bij dat het een onregt zij, waarvan de ervaring heeft geleerd dat het
(waarbij natuurlijk op den gegeven maatschappelijk toestand te letten is) door
geene andere middelen behoorlijk is te bedwingen. De strafbedreiging moet
blijven een ultimum remedium.’
-1911: zedelijkheidswetgeving
Bestrijding van zedenlosheid. Er kwamen verboden op pornografie, bordelen en
homoseksuele ontucht.
-Jaren ’20-30: openbare orde
Tijd van de opkomst van de communisme en om de dreiging van communisme te
bestrijding is opruiing strafbaar gesteld. Groepsbelediging strafbaar gesteld in
tijden van fascisme
-Jaren ’60-70: individuele vrijheid
Zedelijkheidswetgeving wordt aangepast, niet alles wat onwenselijk is moet
strafbaar zijn. Homoseksuele ontucht werd van het wetboek afgehaald. Gedoogd
beleid ten aanzien van drugs. Bepaalde vormen van pornografie werden niet
meer strafbaar gesteld bijvoorbeeld er mocht geen pornografische films in grote
bioscoop worden gedraaid, maar in kleine wel mits de kijker was gewaarschuwd.
Grote bioscopen vonden het niet eerlijk en een van de bioscopen draaide de film
“deep throat”. Bioscoop werd vervolgd, maar niet strafbaar zolang het alleen
meerderjarig wordt getoond en deze waren aangewezen op het bijzonder
karakter van de film.
-Midden jaren 80:
Begon de ontwikkeling dat de overheid weer steviger inzetten op het aanpakken
van criminaliteit.
-Jaren ’90: toename criminalisering
Opkomst van punitieve bestuursrecht. Zedenwetgeving werd uitgebreid vanwege
internationale verplichtingen en veranderd maatschappelijke opvattingen.
21ste eeuw: uitsluiten risico’s
Terrorisme bestrijden vanwege 9/11, moord op Theo van Gogh, Syriëgangers
Training van/voor, financiering voor, samenspanning voor terrorisme wordt
strafbaar gesteld
Actoren nationaal:
-Nederlandse wetgever: strafbaarstelling keuzes: wel of niet strafbaar stellen,
maar ook:
*Welke bestanddelen: objectief, subjectief (opzet, schuld)
*Strafuitsluitingsgronden (algemeen/ bijzonder)
*Algemene leerstukken zoals voorbereiding, medeplichtigheid
*Sanctie
*Strafvordering bv op klacht
-Nederlandse rechter: hoe ver mag de rechter gaan in de interpretatie van de wet
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kkboudih. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.70. You're not tied to anything after your purchase.