College 1: introductie en hechtingsproblematiek..................................................................................... 2
Artikel Humphreys ............................................................................................................................... 8
Artikel Seim ......................................................................................................................................... 9
College 2: broers en zussen & mentale gezondheid ............................................................................. 10
Artikel Buist ....................................................................................................................................... 16
Artikel van Berkel .............................................................................................................................. 17
Artikel Hayden ................................................................................................................................... 18
College 3: complexe echtscheidingen ................................................................................................... 19
Richtlijn scheiding hoofdstuk 2, 3 en 4 .............................................................................................. 29
Artikel van Dijk ................................................................................................................................... 32
College 4: rouw en verlies in het gezin .................................................................................................. 34
Artikel Jiao ......................................................................................................................................... 42
Artikel Stikkelbroek ............................................................................................................................ 43
Artikel van Heijningen ....................................................................................................................... 44
College 5: jeugdhulp bij complexe gezinsproblematiek ........................................................................ 45
Artikel Bouma .................................................................................................................................... 54
Artikel Koper ...................................................................................................................................... 55
Artikel Assen...................................................................................................................................... 56
College 7: kinderen van ouders met psychische problemen (KOPP) ................................................... 66
Richtlijn KOPP/KOV hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 ...................................................................................... 72
Artikel Leijdesdorff ............................................................................................................................. 74
Artikel Källquist .................................................................................................................................. 75
College 8: intergenerationele overdracht .............................................................................................. 76
Artikel van Santvoort ......................................................................................................................... 84
Artikel Assink ..................................................................................................................................... 84
Artikel Lebowitz ................................................................................................................................. 85
College 9: jeugdzorg bij uithuisplaatsing ............................................................................................... 87
Artikel Asif.......................................................................................................................................... 98
Artikel Dubois-Comtois ...................................................................................................................... 99
Artikel Gutterswijk.............................................................................................................................. 99
1
,College 1: introductie en hechtingsproblematiek
Orthopedagogiek richt zich op:
• Problemen in ontwikkeling, opvoeding of gedrag
• Kinderen en volwassenen (opvoeders of volwassenen in
afhankelijkheidsrelatie)
• Ontwikkeling kind in interactie met omgeving:
- Gezin
- School
- Leeftijdsgenoten
- Maatschappij
• Dit vak richt zich op de familiecontext (Bronfenbrenner), kijkt daarnaast ook
naar invloed van maatschappij op het gezin
Gezinsfactoren
Gezinssysteem theorie
= Individuen worden beïnvloed door het netwerk van relaties waar zij deel van
uitmaken.
• Cross-over effecten: gezinsleden beïnvloeden elkaar direct
- Ouder 1 zijn stress heeft invloed op ouder 2, wat invloed kan hebben op de
omgeving.
• Spill-over effecten: ‘subsystemen’ beïnvloeden elkaar. Interacties binnen een
subsysteem hebben invloed op de interacties binnen een ander subsysteem.
- Relatieproblematiek tussen ouders kan ervoor zorgen dat ouderschap van
ouder 1 minder goed wordt.
Gezinssysteem & individuele ontwikkeling
• Ouder-kind relatie
➔ Colleges 1 en 4: hechtingsproblematiek en rouw en verlies in het gezin
• Relatie tussen kind en broers/zussen
• Individuele eigenschappen van broers/zussen
• Relatie tussen ouders en broers/zussen
➔ College 2: broers/zussen en mentale problemen
• Individuele eigenschappen van de ouder
• Relatie tussen ouders
➔ Colleges 3, 4, 7 en 8: relatieproblemen tussen ouders, rouw en verlies in het
gezin, psychische problematiek bij ouders, intergenerationele overdracht
Maatschappij & gezin (zitten maatschappelijke factoren in!)
• Begeleiding bij problemen binnen het gezin
➔ College 5: Jeugdhulp bij disfunctioneren gezin
• Opgroeien in een andere context dan het gezin
➔ College 9: Opgroeien na uithuisplaatsing
• Impact van de maatschappij op het gezin
➔ College 6: maatschappelijke factoren
Hechtingsstoornissen
Gehechtheid
• Genetische predispositie voor gehechtheid: ieder kind wordt geboren met
biologische aanleg om zich te hechten aan iemand, zodat diegene voor
hem/haar kan zorgen. Doel: veiligheid, bescherming.
• Ontwikkeling in de vroege kindertijd:
2
, - 1e Fase: 3 mnd: ongericht gehechtheidsgedrag (geen voorkeur ouders en
onbekenden)
- 2e Fase: 3 - 6 mnd: gerichtheid op bekende verzorgers (wel voorkeur)
- 3e Fase: 6 - 36 mnd: consolidatie van relatie (separatieangst, angst voor
vreemden)
- 4e Fase: Vanaf 3 jr: intern werkmodel (meer besef dat als de ouder weg is
dat niet de relatie weg is)
• Kwaliteit afhankelijk van (voor een groot deel) ouderlijke reacties:
- Veilig gehechtheid (60-70%)
- Onveilig gehechtheid (ambivalent/vermijdend) (30-40%)
- Gedesorganiseerd (15%) (ouder die beangstigend laat zien, meest erg)
Hechtingsstoornis
= Stoornis bij aangaan sociale relaties in meerdere contexten.
• Reactie op pathologische omgeving (bv. verwaarlozing of groot verloop
verzorgers)
• Persistent, maar herstel mogelijk in ondersteunende omgeving
Subtypen hechtingsstoornissen
• Geremde type, DSM: Reactieve gehechtheidsstoornis
- Kinderen die niet in staat zijn tot hechting aan een individu, extreme
geremdheid/waakzaamheid in sociale relaties, ambivalent/tegenstrijdige
reacties. Kunnen heftige dingen bij komen kijken: ouder vermoorden.
- Geen sprake van een gehechtheidsrelatie, niet onderdelen in de typen
• Ontremde type, DSM: Ontremd-sociaalcontactstoornis
- Geen onderscheid maken in het benaderen van bekenden en vreemden
- Staat niet in de DSM als hechtingsstoornis
DSM V: Reactieve gehechtheidsstoornis (RHS)
A. Een consistent patroon van geremd, emotioneel teruggetrokken gedrag ten
opzichte van volwassen verzorgers.
B. Gekenmerkt door minstens 2 van de volgende kenmerken:
• Minimale sociale en emotionele reacties op anderen.
• Beperkte positieve gevoelsuitingen.
• Episoden van onverklaarde prikkelbaarheid, verdriet of angst die opvallend
zijn.
DSM V: Ontremd-sociaalcontactstoornis (OSCS)
A. Een gedragspatroon waarbij een kind actief onbekende volwassenen benadert en
met hen omgaat, en minstens 2 van de volgende kenmerken vertoont:
• Vermindering of ontbreken van terughoudendheid in benaderen van
onbekende volwassenen.
• Overmatig familiair verbaal of lichamelijk gedrag.
• Verminderd of niet in de gaten houden van verzorger bij exploratie.
• Bereidheid om mee te gaan met een onbekende volwassene.
Dat ongeremde is niet beperkt tot impulsiviteit. Stoornissen afhankelijk van context.
DSM V: RHS & OSCS
C. Het kind heeft een patroon van extreme vormen van ontoereikende verzorging
meegemaakt, zoals blijkt uit minstens 1 van de volgende kenmerken:
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottehuijzers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.66. You're not tied to anything after your purchase.