Deze samenvatting bevat alle stof behandeld in de hoorcolleges, werkgroepen, literatuur en jurisprudentie. Alle stappenplannen staan hier overzichtelijk in weergegeven. Meer heb je niet nodig om goed voorbereid naar je tentamen te gaan!
As far as I know, it contains everything necessary for the exam and the explanation is clear.
Seller
Follow
SPlaisier3
Reviews received
Content preview
Strafprocesrecht samenvatting B2B4
Week 1
Het doel van het strafprocesrecht is dat het (doel gebonden) eisen stelt aan de (wijze) van opsporing,
vervolging en berechting. De normen die aan de overheid worden gesteld, beogen rechtsbescherming tegen de
overheid te garanderen.
Nog een paar nevendoelen zijn:
Speciale preventie: voorkomen dat de verdachte het opnieuw iets strafsbaar doet
Generale preventie: voorkomen dat andere de verdachte na gaan doen
Voorkomen van eigenrichting
Kanaliseren van maatschappelijke onrust
Genoegdoening aan het slachtoffer
Dit alles te realiseren door procedurele rechtvaardigheid en de democratiefunctie.
In deze week zijn de bronnen van wetgeving, het Wetboek van Strafvordering (Sv), het Wetboek van
Strafrecht (Sr), de Opiumwet (OPW), de Wet Wapen en Munitie (WWM) en de Algemene wet op
binnentreden (Awbi).
De structuur van een strafzaak is over het algemeen als volgt:
Vooronderzoek (art. 132 Sv) -> opsporingsonderzoek (art. 132a Sv)
Vervolgingsbeslissing:
o Dagvaarding
o Sepot
o Buitengerechtelijke afdoening
o (Opportuniteitsbeginsel: OM poortwachter tot rechter)
Eindonderzoek (boek 2 Sv, titels 6-8)
o Eerste aanleg (Kanton, PR, MK) (art. 268 - 366a Sv)
o Hoger beroep (boek 3, art. 404 e.v. Sv)
o Cassatie (boek 3, art. 427 e.v. Sv)
Uitganspunten en beginselen zijn o.a.:
Strafvorderlijk legaliteitsbeginsel (deze week en week 3)
Opportuniteitsbeginsel (week 2)
Waarborgen positie verdediging (verdachte en raadsman)
o Gematigd accusatoir karakter (arrest Bloedproef II)
o Verdedigingsrechten (art. 6 EVRM; Handvest en richtlijnen EU -> zie week 2)
Rechtsbijstand, vertaling, equality of arms: interne openbaarheid, tegenonderzoek
Onschuldpresumptie
Beginselen van een goede procesorde
o Doelbinding -> met welk doel mag een dwangmiddel/bevoegdheid gebruikt worden?
o Proportionaliteit en subsidiariteit
Onafhankelijke en onpartijdige rechter
o Externe openbaarheid
Geweldsmonopolie politie
Verdachte (art. 27 Sv)
Kan het object zijn van dwang- en opsporingsmiddelen, maar is ook degene tegen wie de vervolging is
gericht.
Vereisten:
, Degene te wiens aanzien
Een redelijk vermoeden van schuld
Aan een strafbaar feit
Voortvloeit uit feiten of omstandigheden
Een hulpmiddel bij het vaststellen of iemand een verdachte is de volgende vragen te stellen;
Individualiseerbaar?
o Kan inderdaad een concreet persoon worden aangewezen?
Concretiseerbaar?
o Kan geconcretiseerd worden welk strafbaar feit deze persoon vermoedelijk heeft begaan?
Objectiveerbaar?
o Zijn de feiten en omstandigheden inderdaad voor een objectieve buitenstaander zo te
interpreteren dat van een redelijk vermoeden van schuld sprake is? (Geen onderbuikgevoel).
Aanhouding
Toets op het einde altijd de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. Als je geen aanleiding ziet
om aan het slagen van deze beginselen te twijfelen, kun je dit zeggen en dan is dit vaak voldoende.
Dwangmiddelen
Voorbeelden:
Staande houden (art. 52 Sv)
Aanhouden verdachte (art. 53/54 Sv)
o Betreden en doorzoeken (art. 55/55a Sv)
Fouilleren
o Ter identificatie (art. 55b Sv)
o Ter inbeslagneming (art. 56 Sv)
Foto's/vingerafdrukken ter identificatie (art. 55c Sv)
Speekseltest bij geweldplegers (art. 55d/e Sv)
o Vaststellen middelengebruik
Ophouden verhoor (art. 56a Sv)
Inverzekeringstelling (art. 57 Sv e.v.)
, Maatregelen ihbv het onderzoek (art. 61a Sv)
Voorlopige hechtenis (art. 63 Sv e.v.)
Inbeslagneming (art. 94 Sv e.v.)
o Fouilleren (art. 56 Sv)
o Betreden plaatsen
o Doorzoeken plaatsen
o Vorderen uitleveren
Er wordt deze week vooral gekeken naar de dwangmiddelen van betreden, doorzoeken en voorlopige
hechtenis. Betreden en doorzoeken zijn steundwangmiddelen.
Stappenplan betreden en doorzoeken:
1. Wat is het doel van het betreden of bezoeken?
Aanhouden: verdachte
Inbeslagneming: spullen
2. Betreden of doorzoeken?
Bij betreden mag je alleen kijken (als het ware met je handen op je rug). Je mag alleen deuren
openmaken om van kamer naar kamer te gaan.
Bij doorzoeken mag je ook je dingen openmaken (bv. kasten). Deze bevoegdheid gaat dus verder dan
alleen betreden. Als je mag doorzoeken, mag je ook automatisch betreden.
3. Is er sprake van een woning?
Algemene wet binnentreden (Awbi): als je een woning wil betreden, heb je een machtiging nodig
van art. 2 lid 1 Awbi en art. 3 Awbi (een hulpofficier kan zichzelf een machtiging geven)
Je mag met deze machtiging ook de deur openbreken (nadat ze hebben aangebeld ->
proportionaliteit).
4. Is het optreden gebaseerd op een bijzondere wet (in de cursus alleen drugszaak of wapenzaak)?
Art. 9 Opiumwet (OPW): betredingsbevoegdheid
Art. 49 Wet Wapen en Munitie (WWM): doorzoekingsbevoegdheid ter inbeslagneming
Let hierbij dus op om wat voor soort bevoegdheid het gaat en met welk doel deze gebruikt wordt!
5. Kijk welk wetsartikel op de casus van toepassing is (als het niet om een bijzondere wet gaat):
Art. 55 lid Sv: betreden ter aanhouding bij heterdaad
Art. 55 lid 2 Sv: betreden ter aanhouding door een opsporingsambtenaar
Art. 55a lid 1 Sv: doorzoeken ter aanhouding
Art. 96 Sv: betreden ter inbeslagneming
Art. 96b Sv: doorzoeken ter inbeslagneming van vervoersmiddel
Art. 96c Sv: doorzoeken ter inbeslagneming van plaatsen
Art. 97 Sv: doorzoeking ter inbeslagneming van woning zonder toestemming bewoner
Art. 110 Sv: doorzoeking ter inbeslagneming door de rechter-commissaris (RC)
6. Proportionaliteit en subsidiariteit: als je geen aanleiding ziet om hieraan te twijfelen, kun je dit gewoon zo
opschrijven.
Als je de rechtmatigheid van de inbeslagneming van een bepaald voorwerp moet bepalen:
Art. 134 Sv: de definitie van inbeslagneming: “Onder inbeslagneming van eenig voorwerp wordt
verstaan het onder zich nemen of gaan houden van dat voorwerp ten behoeve van de
strafvordering.”
Art. 94 Sv: welke voorwerpen zijn vatbaar voor inbeslagneming?
o Waarheidsvinding
o Wederrechtelijk verkregen voordeel (meestal geld)
Kies 1 van de 2 opties (meestal zal het waarheidsvinding zijn).
Kijk welk artikel over inbeslagneming op de casus van toepassing is (zie het lijstje hierboven).
, Wanneer er sprake is van een machtiging tot het betreden van een huis ter aanhouding, bevat dit ook al de
bevoegdheid tot inbeslagneming. De schriftelijke machtiging gaat namelijk over het “schenden” van het
huisrecht en niet over de bevoegdheid tot inbeslagneming. Daarom mag er ook in beslag worden genomen
ondanks dat de bevoegdheid tot betreden tot aanhouding is gegeven. Met de voortgezette toepassing heb
je daarna ook de bevoegdheid tot inbeslagneming als hier aanleiding toe is en er wordt voldaan aan de eisen
van inbeslagneming.
Via art. 96 lid 2 Sv kan een opsporingsambtenaar ook een situatie “bevriezen”. Hij moet dan wachten totdat
er de juiste toestemming is voor doorzoeking ter inbeslagneming. Dit is dus wat er kan gebeuren als de
opsporingsambtenaar nog niet aan de vereisten voldoet van het wetsartikel dat de benodigde bevoegdheid
omschrijft.
Voorlopige hechtenis
Vormen van voorlopige hechtenis: art. 133 Sv
Bewaring: max. 14 dagen
o Bevolen door RC (art. 63 lid 1 Sv)
o Op vordering van OvJ (art. 63 lid 1 Sv)
o RC moet eerst de verdachte horen (art. 63 lid 3 Sv) -> uitzondering in art. 77 lid 1 Sv,
verdachte mag ook gehoord worden 24u na het besluit tot bewaring.
Het horen verdachte niet nodig als RC geen grond tot bewaring ziet (art. 63 lid 2 Sv)
Gevangenhouding: max. 90 dagen
o Alleen bij verdachte in bewaring (art. 65 lid 1 Sv)
o Bevolen door de raadkamer van rechtbank, op vordering OvJ (art. 65 lid 1 Sv)
o Eerst moet verdachte worden gehoord door de rechtbank (dit is niet vereist bij een
verlenging van de gevangenhouding)
Gevangenneming: max. 90 dagen
o Bij vrije verdachte (als het onderzoek ter terechtzitting al begonnen is)
o 3 gevallen, zie art. 65 lid 2 en 3 Sv en art. 66a Sv
De voorlopige hechtenis mag maximaal 104 dagen tot de terechtzitting duren.
Hierna kan er een pro-forma zitting gedaan worden. De rechtbank kan dan bevelen dat de verdachte langer
vastgehouden wordt.
Je kijkt eerst of er sprake is van voorlopige hechtenis volgens art. 133 Sv.
Hierna ga je de vereisten van de specifieke vorm van voorlopige hechtenis af.
Daarna kijk je naar de algemene eisen van voorlopige hechtenis (die op alle vormen van toepassing zijn).
Voorwaarden van voorlopige hechtenis (op alle vormen van toepassing):
Geval voor voorlopige hechtenis: art. 67 lid 1 en 2 Sv
o Begin bij lid 1 sub a: misdrijven waarop 4 jaar of meer gevangenisstraf staat
o Lid 1 sub b en c: limitatieve opsomming van misdrijven waarop een gevangenisstraf staat van
minder dan 4 jaar
o Lid 2: verdachte heeft geen vaste woon- of verblijfplaats in NL en wordt verdacht een
misdrijf waarop gevangenisstraf staat
Ernstige bezwaren tegen de verdachte: art. 67 lid 3 Sv
o Blijkt uit feiten en omstandigheden
o Meer dan redelijk vermoeden van schuld
o Opnieuw toetsen in elke fase (van de vormen van voorlopige hechtenis)
o In praktijk marginaal getoetst
o Niet vereist bij terroristische misdrijven (art. 67 lid 4 Sv)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SPlaisier3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.