Samenvatting Literatuur Nederlands Klas 5: Renaissance, Gouden Eeuw, en Verlichting
2 views 0 purchase
Course
Nederlands
Level
VWO / Gymnasium
Dit is een samenvatting van de literaire en culturele aspecten van Nederland tijdens de Renaissance, Gouden Eeuw, en Verlichting. Door culturele achtergrond, Nederlandse schrijvers en hun overtuigingen, een samenvatting van het scheepsjournaal Bontekoe, en aantekeningen van de vlogboeks die op yout...
Samenvatting Literatuur Nederlands Klas 5
Nieuw Nederlands cursus 5
De boekdrukkunst gaf de renaissance een kickstart: doordat boeken bereikbaarder
werden voor de lagere klassen en er sneller boeken konden gemaakt worden, konden
ideeën zich sneller en voor een groter publiek verspreiden. De ideale mens en prioriteiten
van de samenleving veranderden van bezig zijn met het hiernamaals (memento mori) en
religieuze autoriteiten naar een focus op de individu en wat die kon bereiken
(humanisme). Mensen verwierpen de gewoontes en sociale hiërarchie van de
Middeleeuwen en raakten geïnspireerd door de Oudheid. De Homo Universalis werd als
de ideale mens gezien (zie vlogboeks 2de alinea).
In de Gouden Eeuw was Amsterdam een belangrijke stad. Met snelle bevolkingsgroei
door geloofsvluchtelingen en werkmigranten was er een grote vraag naar werk. De
Verenigde Oost-Indische Compagnie maakte een einde aan deze vraag, Amsterdam
groeide door handel en kolonisatie tot een grootmacht en handelstad met grote welvaart.
Er zijn nog een aantal reisverhalen van de VOC bewaard gebleven, zoals het
scheepsjournaal van Bontekoe. Deze verhalen werden veel gelezen omdat de mensen in
Nederland nieuwsgierig waren naar de nieuwe wereld die ontdekt werd. Ook in Amerika
was de invloed van Nederland groot: ze vestigden een “nieuw Nederland”, handelden
met de inheemse Amerikanen, brachten religieuze tolerantie en een multiculturele
samenleving naar Noord-Amerika.
Tijdens deze eeuwen vonden er ook geloofsstrijden plaats. Ten eerste was er het grote
conflict tussen katholieken en protestanten, in gang gezet door Maarten Luther. Kritiek op
de rijkdom van monniken en pausen en de moraliteit van aflaten zorgde voor de
Beeldenstorm in 1566.
Politieke onrust en de strenge regels van Spanje leidden tot de Opstand, ook wel de 80-
jarige Oorlog. Hierin speelde Willem van Oranje een essentiële rol. Hij erfde enkele
gebieden in de Nederlanden, maar voordat hij daarover kon heersen, werd hij door Karel
V naar Brussel gestuurd voor katholieke heropvoeding. Daarna werkte hij zich omhoog
tot Karel V’s plaatsvervanger in Nederland, maar Karel’s opvolger, Filips II, ging iets
minder makkelijk met Willem om, en zij kregen onenigheid die de start van de 80-jarige
oolog inleidde. Officieel begon deze oorlog met de slag bij Heiligerlee, Friesland, in 1568.
In de tachtigjarige oorlog speelden de (water)geuzen een belangrijke rol: zij plunderde
langst de kust van Nederland en rebelleerden tegen de Spaanse macht. De geuzen
bestonden vooral uit opstandige Nederlandse edelen en hun strijders. Eerst was de naam
‘geuzen’ een scheldnaam (betekent ‘bedelaars’) gebruikt door de katholieken, maar later
eigende de protesteerders zich die toe en droegen hem met trots. Er was zelfs een apart
genre van liederen voor geuzenliederen, deze ging over heldendaden en religie, en
waren soms ook spot- of strijdliederen. Later werden deze gebundeld in Het Geusen
lieden boecxken.
Ook het Wilhelmus (geschreven rond 1570) is een van die geuzenliederen: een strijdlied,
anoniem gepubliceerd, deel van de propaganda van de geuzen. Daarnaast is het een
naamdicht/acrostichon, dus de eerste letter van elk couplet vormt samen de naam
Willem van Nassov (v=u). Het werd pas het Nederlandse volkslied in 1932. Het woord
‘duits’, gebruikt in het eerste couplet, komt van het woord ‘diet’, dat ‘volk’ betekent: dus
met ‘van Duitsen bloed’/’uit een Duits geslacht’ wordt ‘een man van het volk’ bedoeld ->
het imago dat de geuzen aan Willem van Oranje als leider gaven.
Gedurende het Twaalfjarig Bestand, een tijdelijk vredesverdrag gemaakt door overleg in
Antwerpen, kreeg de strijd tussen de remonstranten en contraremonstranten meer
aandacht. De remonstranten vonden dat er pas na het leven van een mens bepaald werd
, of die naar de hemel mocht, en je levenswijze hier dus invloed op had.
Contraremonstranten geloofden daarentegen dat er al bij je geboorte bepaald werd of je
naar de hemel mocht, en je daarover dus geen invloed had. Erasmus was een bekende
remonstrant, en Gomarus een bekende contraremonstrant.
De Franse taal kreeg in de renaissance steeds meer invloed en aanzien in Nederland.
Sinds Frans de voertaal was bij de internationale handel moesten Nederlandse
kooplieden dit leren. Daarnaast werd Frans een aristocratische taal, vooral gebruik door
de adel en mensen van aanzien. Een bekend zinstuk van Willem van Oranje, dat nu ook
nog op het schild van Nederland te zien is, is: “Je maintiendrai”, dat “ik zal handhaven”
betekent. Daarmee bedoelt hij dat hij zal opkomen voor zijn land en volk. Er waren veel
mensen tegen de adoptie van de Franse taal in Nederlands, zoals taalpuristen en mensen
die bang waren voor belemmering van het nationalisme en eenheidsgevoel van
Nederland.
Ook in ons land ontwikkelde de kunst zich. Bij het toneel voor het gewone volk waren er
rondreizende toneelgezelschappen die in open lucht toneelstukken opvoerden, kluchten
en komedies waren hier erg populair. Voor hogere klassen waren er schouwburgen, waar
de rijken zitplaatsen hadden en de armen moesten staan. Hier werden vooral tragedies
en komedies afgebeeld. Voor dit toneel werden strikte regels gehandhaafd.
Een komedie moest bijvoorbeeld 5 bedrijven hebben, vrolijk en leerzaam zijn (prodesse
et delectare), een moraal tonen, en was vaak een spiegel van het volk. Een tragedie had
ook 5 bedrijven, en maakt onderscheid tussen retorische en aristotelische tragediën.
Retorische tragedie had vaak de focus op het dedactische en was moraal en talig.
Aristotelische tragedie had vaak innerlijk conflict en een omslag. Daarbovenop hadden
toneelstukken ook nog een aantal literaire, verhalende technieken, waaronder deus ex
machina: hier zorgt een goddellijk of bovennatuurlijk personage voor een wonderlijke,
onlogische afloop.
Liederen en sonneten waren ook populair. Liederen hadden thema’s zoals geloof, liefde
en het dagelijkse leven. Sonneten kwamen via Frankrijk uit Italië overwaaien, met 14
regels, 2 kwatrijnen (strofe met 4 regels) en 2 terzinen (strofe met 3 regels). De
Italiaanse dichter Petrarca maakte deze dichtvorm bekend in West-Europa. Vooral
Bredero en Hooft schreven sonneten.
In de literatuurgeschiedenis van deze tijd waren er rederijkerskamers. Dit waren literaire
gilden (=clubs) waar schrijvers en dichters zich oefenden in o.a. het schrijven/voordragen
van literaire en zakelijke teksten, en het zingen/spelen van liederen en toneelstukken. In
Amsterdam waren er twee rederijkerskamers: Het Wit Lavendel (van den Vondel) en
D’Eglantier (Bredero, Hooft). Een landjuweel was een toneelwedstrijd tussen
rederijkerskamers. Daarnaast waren er 3 verschillende rederijkersgenre’s: refrein,
rondeel en ballade. Een refrein is een gedicht waarvan de strofen dezelfde slotregel
hebben. Een rondeel is een gedicht van 8 regels, waarin de 1ste, 4de en 8ste regel, en
de 2de en 7de regel vrijwel identiek zijn. Een ballade is een verhalend gedicht.
In 1617 maakten Coster, Bredero en Hooft de Eerste Nederduytsche Academie. Daarmee
wilden ze de wetenschap populariseren doormiddel van het aanbieden van hoger
onderwijs in het Nederduytsch (de landstaal) in plaats van het Latijn, zo werd een goede
educatie bereikbaarder voor de middenklasse.
Schrijvers van de Verlichting
Joost van den Vondel (1587-1679)
Van den Vondel was lid van de rederijkerskamer “het wit lavendel” en was opgevoed als
doopsgezinde, maar switchte naar katholicisme na de dood van zijn vrouw, hierin had hij
vervulling in het logische en consequente daarvan. Ook werd hij erg beïnvloed door de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 104235K. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.