Verdiepen in rekenontwikkeling (Owe 1.07) (PABP1.07)
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
elfiboerkamp
Content preview
H. 2 Ontluikende gecijferdheid
→ groep 1 t/m 3
,Ontwikkeling van het elementair getalbegrip; leren tellen speelt hierbij een rol. Het verkennen
van de verschillende betekenissen en functies van getallen en de opbouw hiervan.
In betekenisvolle situaties → verkennen van getallen en getalrelaties.
Steeds meer grip op omgaan met de telrij, hoeveelheden en getallen.
Wiskundige WO: kinderen leren reken-wiskundige begrippen en vergroten hun
handelingsmogelijkheden.
Rijke leeromgeving = betekenisvol leren. Nodigt leerlingen uit om op onderzoek te gaan.
(kansrijke momenten benutten)
Voorbeeld:
huishoek (hoe lang duurt het nog voordat het eten klaar is.)
spelletjes
Zone van de naaste ontwikkeling: Daar waar de leerling het met begeleiding kan doen, maar
zonder begeleiding nog niet. Uitdaging.
Telrij : inprenten is belangrijk tot 10
Ontdekken van de tel namen na de 10 zorgt voor een impuls om de telrij beter te beheersen.
Al van jongs af aan krijgen kinderen vat op hoeveelheden.
Kinderen herkennen kleine hoeveelheden vanaf het tweede levensjaar.
Ze worden zich bewust van het telwoord dat daarbij hoort. Ze herkennen deze meteen:
subiteren wordt dat genoemd. Dit betekent: direct of onmiddellijk zien. (2 stukjes brood, 3
blokken). Vanaf 5 wordt het steeds moeilijker
Hoeveelheden moeten overzichtelijk zijn. Hoe zorg je daarvoor met grotere hoeveelheden en
met welke strategieën? Eén-één relatie: er zijn evenveel traktaties als kinderen. Bij ieder potje
hoort een dekseltje. Bij elk dropje leggen we een pepermuntje en wat is dan meer?
Hoe tellen kinderen?
Akoestisch tellen: telrij wordt hardop gezegd. Nog geen betekenis. In het begin zitten
er nog gaten in de telrij.
Asynchroon tellen: het hardop tellen en het aanwijzen lopen niet synchroon.
Synchroon tellen: Het kind kan tegelijkertijd voorwerpen aanwijzen en het juiste
telwoord benoemen
Resultatief tellen: Het kind is in staat een hoeveelheid te tellen en al aanwijzend de
juiste telwoorden te gebruiken. Het verloopt synchroon en de kinderen kunnen
bovendien het resultaat van het tellen aangeven.
Verkort tellen: Kinderen ontdekken dat het niet nodig is alles een voor een te tellen. Het
kind leert verkorte telstrategieën bijvoorbeeld: doortellen en terugtellen met sprongen.
Subiteren: Kinderen herkennen hoeveelheden direct (6 eieren in een doos)
Bij tellen valt onderscheid te maken naar abstractieniveau:
1. Contextgebonden tellen
Context gebonden tellen is betekenisvol tellen. Niet tellen van losse objecten waar je
verhaaltje bij verzint. Het gaat erom dat het voor kinderen betekenisvol is om de situatie
te tellen.
, 2. Object gebonden tellen
Objectgebonden tellen is het tellen van dingen zonder specifieke betekenis.
3. Formeel tellen: meest abstracte vorm.
Onder rekenvoorwaarden vallen alle aspecten van ontluikende gecijferdheid.
Resultatief en verkort tellen zijn belangrijke voorwaarden in groep 3.
Ontwikkelingspsycholoog Piaget (1969) koppelt het getalbegrip aan het vermogen tot logisch
denken en de denkontwikkeling van het kind.
Hij onderscheidt 4 belangrijke rekenvoorwaarden:
1. Conservatie = het inzien dat een hoeveelheid hetzelfde blijft, ook al verandert de
vorm van die hoeveelheid (hoog/laag glas)
2. Correspondentie = een-op-een-relaties kunnen leggen, belangrijk bij het synchroon tellen. (Is
er voor elk ei een eierdopje?)
3. Classificatie = het maken van groepen op basis van een/meer gemeenschappelijke
kenmerken, bijvoorbeeld: alle houten auto’s of meisjes met blond haar en een spijkerbroek aan.
4. Seriatie = aanbrengen van een volgorde. (Ga van klein naar groot staan).
Piaget bedoelde deze vaardigheden niet als te trainen vaardigheden, maar om de ontwikkeling
van kinderen te duiden.
Soorten getallen:
Hoeveelheidsgetal
kardinaal getal: geeft een bepaalde hoeveelheid aan
Telgetal
ordinaal getal: geeft de rangorde in een telrij aan, maar ook een nummer (3e, 4e,
nummer 7 etc.)
Meetgetal: geeft een maat aan
Naamgetal: geeft het getal een aanduiding bijv: A15
Formeel getal: kaal rekengetal
Al in de voorschoolse periode hebben kinderen behoefte aan het symboliseren van een
hoeveelheid. Zo gebruiken ze hun vingers om aan te geven dat ze 3 jaar oud
zijn.Rekenspelletjes zoals muizenrace helpen hierbij.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elfiboerkamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.