Dit is een samenvatting van alle hoorcolleges en alle artikelen voor deeltentamen B. Het staat op chronologische volgorde van hoorcollege 7 (SES) tm hoorcollege 11 (opvoedondersteuning en interventies). De gehele samenvatting is in het Nederlands.
Hoorcolleges Brein en Omgeving – Deeltentamen B
Hoorcollege 7 – distale factoren/sociaal economische status
SES zegt iets over de resources (hulpbronnen) die je tot je beschikking hebt. Het
is een multi-dimensioneel construct, dus er zijn verschillende manieren om dit te
meten/hiernaar te kijken:
- Individueel niveau: opleiding, beroep en inkomen of combinaties.
- Buurt SES: veiligheid, criminaliteit, type behuizing (huur/hoop,
flat/eengezinswoning), aanwezigheid groen, bibliotheken etc.
- Subjectieve sociale status: waar plaatst iemand zichzelf op de sociale
ladder?
Mate waarin individuen beter of slechter toegang hebben tot materiële en sociale
bronnen, zoals voeding, huisvesting, veiligheid van de buurt, kwaliteit van de
fysische omgeving, inkomen en opleidingsniveau.
Wat zijn de effecten van deze SES? Vooral effecten die te maken hebben met
gezondheid.
- Kinderen en adolescenten uit lage SES-gezinnen hebben twee tot drie keer
vaker psychosociale problemen, zoals externaliserende problemen,
depressie, problemen met drugsgebruik en schizofrenie.
- Intergenerationele overdracht = wanneer een kind opgroeit in een
gezin met een lage SES is de kans groter dat het kind zelf ook lage SES
blijft houden.
Dit heeft te maken met bijv. onderwijsaspiraties; niet stimuleren om nog
een opleiding te volgen, omdat ouders dat zelf ook niet gedaan hebben. Je
weet niet beter, want iedereen in je omgeving is meteen gaan werken i.p.v.
een opleiding te doen.
Vroege kindertijd: ontwikkeling
De eerste levensjaren: sensitieve periode voor de hersenontwikkeling waarin de
hersenen ook de grootste veranderingen doormaken, maar ook het meest
plastisch zijn dus meest ontvankelijk voor ervaringen.
Ontwikkeling van fijne en grove motoriek, receptieve en expressieve taal,
zelfregulatie en executieve functies.
- In deze periode opgroeien in een minder goede context kan mogelijk
desastreuze gevolgen hebben.
Twee kernmechanismen die een rol spelen:
- Stress
- Cognitieve/talige stimulering
SES en hersenontwikkeling van de foetus.
, - Hoger opleidingsniveau meer witte stof, minder grijze stof, kleiner
volume occipitaal kwab.
- Hogere functie/beroep van moeder meer witte stof, groter cerebellum
en grotere hersenstam.
- Hogere SES (combi opleiding en beroep) groter volume 3 van de 4
kwabben (frontaalkwab, pariëtale kwab, temporale kwab).
Mogelijke verklaringen: stress, meer ontstekingsreacties in het lichaam (invloed
op hoe hersenen zich ontwikkeling).
Vroege kindertijd: hersenontwikkeling
- Grote groei van de witte en grijze stof in de eerste 2 jaar
- Synaptogenese en sensitieve perioden
- Groei en verval synaptische verbindingen
SES, hersenontwikkeling en cognitieve prestaties
Lage SES (armoede) en hersenfuncties:
- Minder sterk gespecialiseerde linker hemisfeer voor taalverwerking.
- Minder efficiënt georganiseerde functionele netwerken (= communicatie
tussen hersengebieden)
- Minder hersenactiviteit in hersengebieden die belangrijk zijn voor de
ruimtelijke waarneming en rekenvaardigheden
Lage SES minder volume grijze stof
Armoede minder volume grijze stof
Bij oudere kinderen, adolescenten en volwassenen hangt SES vooral samen met
taal, executieve functies en geheugen.
SES en hersenstructuur
Stress pad: stress heeft invloed
op ontwikkeling van
hippocampus, amygdala en
prefrontale cortex wat weer
invloed heeft op geheugen etc.
Talige omgeving pad:
stimulerende omgeving waarin
veel wordt voorgelezen/gepraat
en dat heeft invloed op de taalontwikkeling.
Positieve relaties SES en grijze stof (hersengebieden die gerelateerd zijn aan de
ontwikkeling van taal, aandacht, executieve functies, emotieregulatie en
geheugen).
- Corticale oppervlakte (stabiliteit 5-25 jaar)
- Corticale dikte (buurt-SES)
- Corticaal volume (= oppervlak + dikte) (inkomen; armoede tijdens de
babytijd kleiner volume OFC 25 jaar later gedragsproblemen)
- Volume subcorticale gebieden (langzamere groei en kleiner volume van
hippocampus, maar ook structurele verschillen in thalamus en stratum,
hoewel minder consistent).
,Positieve relaties SES en witte stof (hersengebieden die gerelateerd zijn aan de
ontwikkeling van taal, executieve functies en lezen)
- Hoge SES mogelijk buffer voor neurobiologische risico’s (lagere FA); zelfs
als er minder witte stof is, dan kan hoge SES daarvoor compenseren en
dan hoeft t niet te leiden tot minder goede uitkomsten.
SES en hersenfunctie
- Hersenactiviteit in rust: positieve relaties tussen SES en functionele
netwerken.
- Taakgerelateerde hersenactiviteit: gezin SES en buurt SES gelinkt aan
hersengebieden geassocieerd met taal en executieve functies; inkomen en
zelf gepercipieerde status gelinkt aan emotionele reacties.
- SES verklaarde 60% meer variantie in schoolvaardigheden dan genetische
factoren.
- Mediatoren: cognitieve en taalstimulering en stress in het gezin.
SES en hersenontwikkeling
Twee modellen die heel erg op elkaar lijken. Maar toch twee accentverschillen.
Het model van Tooley et al. (2021):
Stelt dat negatieve, repetitieve ervaringen de hersenontwikkeling versnellen en
de plasticiteit verminderen, terwijl positieve, zeldzame ervaringen de
hersenontwikkeling vertragen en de plasticiteit verhogen.
Een enkele negatieve gebeurtenis: hoeft nog niet zoveel invloed te hebben
op hersenontwikkeling bij kinderen.
Het gaat juist om langdurige negatieve gebeurtenissen, zoals armoede.
Constante blootstelling hieraan. Hierdoor rijpen de hersenen sneller en is
er minder sprake van plasticiteit.
SES en hersenontwikkeling in de vroege kindertijd: stress
Lage SES als experience-dependent context:
- Gebrek aan duidelijke structuur, routines en regels. De omgeving is voor
kinderen uit laag SES-gezinnen meer chaotisch, gedesorganiseerd en
weinig stabiel slechtere ontwikkeling van de executieve functies.
- Gebrek aan stabiele en responsieve ouder/verzorger die in
‘overlevingsmodus’ is.
- Hoge mate van (chronische) stress in gezin.
Chronische stress en plasticiteit
Chronische stress versnelt de rijping van hersenen en lichaam minder
neuroplasticiteit.
3 mechanismen:
1. Vaker beroep doen op stresssysteem (o.a. amygdala en PFC) zorgt voor
snellere rijping van dit systeem.
2. Stress vergroot cortisolniveaus en allostatische lading.
3. Omgeving vraagt om volwassenheid aanpassen aan omgeving
(developmental support hypothesis) (bijvoorbeeld geen cadeautje
willen, omdat ze daar beter een brood van kunnen kopen).
Blootstelling aan veel stressoren heeft een negatief effect op het functioneren,
maar ook de ontwikkeling van de PFC en daarmee op de executieve functies.
Evidentie uit onderzoek met knaagdieren: limited bedding and nesting model.
, Ratten krijgen geen materialen om een nestje te bouwen.
- Onvoorspelbaar verzorgingsgedrag van moeder.
- Meer cortisol bij pups en snellere rijping van hersenen.
- Afname plasticiteit bij pups.
- Afname cognitieve functie bij pups.
Stress vs. cognitive enrichment
- Herhaalde blootstelling aan dit soort omstandigheden aanpassing aan
omgeving o.b.v. verwachtingen over toekomst gaat ook ten koste van
plasticiteit.
2 verschillende aspecten van stimulering: caregiver interactions en
environmental complexity
Dit model laat zien hoe cognitieve
stimulatie door omgevingscomplexiteit
en interacties met verzorgers de
hersenontwikkeling beïnvloedt, wat
leidt tot verbeterde ervaring-
afhankelijke cognitie (zoals
objectherkenning en taalvaardigheid)
en uitvoerende functies (zoals
werkgeheugen en cognitieve
flexibiliteit).
SES en hersenontwikkeling
Rol van de visuele associatiecortex in de ontwikkeling van de PFC.
- Cognitieve stimulering: de sociale omgeving die leeftijdsadequaat
speelmateriaal aanbiedt, rijke gevarieerde ervaringen, complexe taal, en
de aanwezigheid van een opvoeder die met het kind interacteert waarbij
strategieën worden toegepast die het leren bevordert (= scaffolding).
- Mechanisme: via cognitieve stimulering wordt de communicatie tussen de
sensorische hersengebieden (met name de visuele gebieden) en de PFC
bevorderd legt een basis voor meer complexe informatieverwerking die
nodig is voor executief functioneren.
Opvoeders helpen de kinderen om hun aandacht te richten en reguleren,
bijvoorbeeld door child-directed speech en joint attention.
- Child-directed speech: met hogere stem praten, direct contact maken met
kind.
- Joint attention: samen aandacht richten op een speeltje/activiteit.
Leidt tot meer activiteit in PFC betere executieve functies.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pmdriessen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.64. You're not tied to anything after your purchase.