100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting Saxion Psychopathologie Deel 2 - Leerjaar 2/Kwartiel 4 $8.21   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting Saxion Psychopathologie Deel 2 - Leerjaar 2/Kwartiel 4

 21 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Hierbij een volledige samenvatting van de module Psychopathologie die gegeven wordt op het Saxion in leerjaar 2, kwartiel 4. Dit is tentamen stof. Dit is deel twee van de samenvatting aangezien dit deel twee is van het psychopathologie examen. De samenvatting bestaat uit 29 pagina's en behandeld de...

[Show more]
Last document update: 3 months ago

Preview 4 out of 40  pages

  • No
  • Hoofdstuk 12, 13, 15, 20, 21, 23 en 24
  • June 15, 2024
  • June 25, 2024
  • 40
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Psychopathologie – Tweede deel

H12 ⎯ Depressieve- en bipolaire stemmingsstoornissen

De stemming van mensen is niet steeds hetzelfde. Iedereen kent wel
perioden waarin de stemming wat somber is en perioden waarin we juist
goed gestemd zijn. Als een dergelijke ontstemming langdurig of extreem
is, er ook andere symptomen aanwezig zijn en het dagelijks functioneren
bemoeilijkt wordt, dan kan er worden gesproken van een
stemmingsstoornis. Net als bij andere psychische stoornissen is er geen
duidelijk onderscheid tussen abnormaal en normaal maar gaat het om een
geleidelijke, dimensionele overgang.

Syndroom: een geheel van symptomen die in een bepaalde samenhang
voorkomen.

Een depressie wordt gekenmerkt door een soms kortdurende
sombere/depressieve stemming en verlies van interesse en plezier
(anhedonie). Van een depressie kan worden gesproken volgens de DSM-5
als degene ook andere verschijnselen vertoont en er geen sprake is van
manische of hypomane episoden in de voorgeschiedenis. De kenmerken
zijn een sombere stemming, verlies van interesse, gewichtsverlies,
insomnia, gevoelens van rusteloosheid, vermoeid of minder energiek,
gevoelens van waardeloosheid of schuldgevoelens en verminderde
concentratie of besluiteloosheid.

De symptomen van mensen met de meest voorkomende
stemmingsstoornissen zijn te onderscheiden in drie groepen; de
depressieve, de manische en de hypomane episode. Deze drie soorten
stemmingsklachten vormen de bouwstenen voor de verschillende
varianten van stemmingsstoornissen. Het gaat bij de classificatie niet
alleen om de actueel aanwezige symptomen maar ook om de eerdere
episoden. Zo kan iemand nu voldoen aan de criteria voor een depressieve
episode, maar als blijkt dat er in het verleden een manische of hypomane
episode is geweest, gaat het per definitie om een bipolaire stoornis.

De 3 groepen;
› De depressieve episode: de patiënt heeft gedurende een
onafgebroken periode van minstens twee weken symptomen die
minstens bestaan uit een depressieve stemming of uit het verlies aan
interesse en plezier.
› De manische episode: de patiënt heeft gedurende een
aaneengesloten periode van minstens een week een overdreven
uitgelaten of juist uiterst prikkelbare stemming en er is sprake van
toegenomen doelgerichte activiteiten of energie. Ook moet het
dagelijks functioneren aanzienlijk beperkt zijn.
› De hypomane episode: kenmerkt zich door dezelfde symptomen als
een manische episode, met symptomen die minimaal slechts vier

, dagen aanwezig hoeven te zijn en geen grote beperkingen in het
dagelijks functioneren zijn.

Nieuw in de categorie depressieve stemmingsstoornissen is de
disruptieve- stemmingsdisregulatiestoornis. Het wordt gekenmerkt
door een aanhoudende prikkelbare stemming en hevige driftbuien. De
diagnose wordt alleen toegekend aan kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Een depressieve stoornis kan op alle leeftijden ontstaan maar het risico
op een eerste episode is groter vanaf de puberteit. Bij mensen die een
eerste depressieve stoornis hebben doorgemaakt, is de kans op een
tweede episode 50 procent en de kans op nog meer episoden neemt
hierna toe tot 70-80 procent. Soms ontwikkelt een depressieve stoornis
zich geleidelijk, maar het is ook mogelijk dat het vrij plotseling ontstaat
door een ingrijpende gebeurtenis die een verlieskarakter hebben. Hierbij is
het belangrijk een onderscheid te maken tussen normale rouw en
depressie. Rouw kenmerkt zich door gevoelens van leegheid, verlies en
een verlangen naar de verloren persoon en de depressie kenmerkt zich
door een voortdurend depressief gevoel en anhedonie. Wanneer iemand
slechts eenmaal een depressieve stoornis heeft doorgemaakt spreekt men
van een eenmalige episode. Is er in het verleden minimaal één eerdere
episode geweest spreek je van een recidiverende episode. Om van
afzonderlijke depressieve episoden te kunnen spreken moet er tussen
twee episoden een periode van twee maanden zitten waarin de klachten
grotendeels afwezig zijn geweest.

De persisterende depressieve stoornis (PSD) is een chronische
stoornis met een minimale duur van twee jaar. Kenmerkend voor de PSD is
een lange periode waarin de meeste dagen een depressieve stemming
aanwezig is (criterium A), in aanwezigheid van minimaal twee symptomen
zoals vermeld in criterium B. Andere symptomen zijn een slechte eetlust of
veel eten, insomnia, weinig energie of vermoeidheid, gering gevoel van
eigenwaarde, slechte concentratie of besluiteloosheid en gevoelens van
hopeloosheid. Als de symptomen tijdelijk zijn verdwenen dan mag dat niet
langer duren dan twee maanden. De PSD kent een aantal
onderverdelingen. Er wordt gesproken van een puur dysthyme syndroom
als er niet voldoende symptomen zijn geweest om te voldoen aan de
criteria van een depressieve stoornis. Een PSD kan al in de puberteit
ontstaan. Wanneer de klachten dan jarenlang aanwezig blijven, kunnen
deze door de cliënt als normaal en karakteristiek voor de eigen persoon
worden beschouwd. Hierdoor wordt pas later in het leven hulp gezocht.

De premenstruele dysfore stoornis (PMDS) is een stemmingsstoornis
die wordt gekenmerkt door klachten in de week voor de menstruatie en
het verdwijnen van symptomen binnen enkele dagen na het optreden van
de menstruatie. In de week na de menstruatie zijn de symptomen
minimaal of helemaal afwezig. Voor het stellen van de diagnose moet er
prospectief gedurende twee symptomatische cycli dagelijks een
klachtenlijst worden bijgehouden. Hiermee kan worden vastgesteld of het
daadwerkelijk gaat om een patroon dat is gebonden aan specifieke fasen
van de menstruele cyclus. Er wordt alleen gesproken van PMDS als de

,symptomen in het afgelopen jaar aanwezig waren tijdens de meeste
menstruatiecycli.

Depressieve stemmingsstoornissen kunnen een gevolg zijn van organische
aandoeningen of van het gebruik van medicijnen, alcohol of drugs. De
aandoening of het middel beïnvloedt de werking van de hersenen,
waardoor een stemmingsstoornis ontstaat. Vele middelen en medicijnen
kunnen een stemmingsstoornis teweegbrengen. Het overmatige gebruik
van alcohol en drugs of het acuut stoppen met het gebruiken van deze
middelen kunnen rechtstreeks leiden tot het ontstaan van een
stemmingsstoornis. Maar ook lichamelijke ziekten kunnen een
stemmingsstoornis veroorzaken zoals Parkinson en ziekten van de
hormoonvormende organen.
De term bipolair (manisch-depressief) verwijst naar de wisselende
aanwezigheid van depressieve en hypomane of manische episoden in het
beloop van de klachten. Manie is wat ernstiger in duur en intensiteit en
hypomanie leidt niet tot aanzienlijke beperkingen in het sociale
functioneren. Het risico op het ontwikkelen van een bipolaire stoornis kent
een sterk genetische bijdrage (40 tot 70% bij eeneiige tweelingen en 5 tot
10% voor andere familieleden). Er zijn drie soorten bipolaire stoornissen:
1) Bipolair type I: een patroon van klachten dat in de loop van de tijd
voldaan hebben aan de criteria voor een manische episode. Daarnaast
kunnen er depressieve of hypomane episoden ontstaan. Een manische
episode wordt gekenmerkt door abnormale euforie, hyperactiviteit en
allerlei fantastische invallen en plannen.
2) Bipolair type II: de aanwezigheid in de ziektegeschiedenis van
minstens één depressieve en minstens één hypomane episode. De
verschijnselen van een hypomane episode zijn vergelijkbaar met die
van een manische episode, maar minder ernstig in duur en intensiteit.
Zij leiden niet tot aanzienlijke beperkingen in het sociale of
beroepsmatige functioneren en gaan niet gepaard met psychotische
verschijnselen. Typerend voor een hypomane episode zijn een
overdreven uitgelaten of prikkelbare stemming, te groot optimisme,
luider en sneller praten dan gewoonlijk, weinig behoefte aan slaap
hebben en een sterke toename van activiteiten, vooral aangename
activiteiten die evenwel een vervelende afloop kunnen hebben.
3) De cyclothyme stoornis: er treden minstens twee jaar vele perioden
met hypomane en depressieve symptomen op. De stemmingsklachten
zijn echter nooit zo erg dat ze voldoen aan de diagnostische criteria
voor een hypomane of depressieve episode. Symptoomvrije perioden
duren nooit langer dan twee maanden.

De DSM-5 kent twee typen specificatiemogelijkheden voor de
verschillende stemmingsstoornissen.
1: Het beschrijven van de actuele of laatste episode.
2: Het beschrijven van het beloop.
Een lichte depressie heeft namelijk een minder intensieve behandeling
nodig dan een ernstige depressie. Bij de depressieve episoden zijn
specificaties als melancholische, atypische, psychotische en
seizoensgebonden kenmerken relevant. Bij een depressie met

, melancholische kenmerken is het ervaren van alle plezier verdwenen,
verliezen ze gewicht en hebben ze gebrek aan eetlust en zijn de klachten
in de ochtend vaak erger dan in de avond. Bij atypische kenmerken is er
juist sprake van stemmingsreactiviteit (de stemming klaart op bij
plezierige stimuli), slaapt en eet de cliënt meer en is gevoelig voor kritiek
van anderen. Ze reageren goed op bepaalde type antidepressivum. Bij
psychotische kenmerken ervaren cliënten hallucinaties en/of wanen
tijdens de stemmingsklachten. We spreken van een seizoensgebonden
patroon als de episode (depressie) meestal in een bepaalde periode van
het jaar ontstaat en weer verdwijnt. Het meest bekende voorbeeld is de
winterdepressie. De episode die tijdens de zwangerschap of binnen vier
weken na de bevalling ontstaat heet peripartum. De tweede specificatie
heeft betrekking op het beloop in de tijd van de stemmingsstoornis. Er is
sprake van remissie wanneer de cliënt volledig herstelt van een stoornis,
in dit geval de depressie. Er kunnen ook rest symptomen aanwezig blijven,
dan spreken we van een partiële remissie. De term respons wordt hier ook
wel gebruikt en betekent dat er 50% vermindering is van de klachten. Bij
de bipolaire stoornis kunnen er binnen een jaar vier of meer episoden
voordoen dit heet: rapid cycling bipolaire stoornis.
De prevalentie van een depressie in de wereld blijkt 4,7% met een
duidelijk man-vrouw-verschil (man 3,8 en vrouw 5,9). Bij een bipolaire
stoornis is de prevalentie voor mannen en vrouwen ongeveer gelijk. De
kans dat iemand een keer in zijn leven een depressie krijgt is 20%. Er is
een toename van 5% in 2007-2009 tot 9% in 2019 -2022 (waarschijnlijk
door corona). De helft van de mensen met een depressieve episode
herstelt binnen drie maanden, wat tot de opvatting heeft geleid dat veel
depressies kunnen worden opgevat als een functionele adaptie aan
veranderende levensomstandigheden of tegenslag. Bij anderen kunnen de
klachten langer duren, bij ongeveer 10-20% is er na twee jaar nog steeds
sprake van een depressie en dreigt er een persisterende depressieve
stoornis. Risicofactoren voor chroniciteit zijn een grotere ernst van de
depressie, aanwezigheid van lichamelijke ziekten en het ontbreken van
sociale steun. Eenmaal hersteld recidiveert ongeveer 30% binnen twee
jaar en meer dan 80% binnen vijftien jaar. Belangrijke risicofactoren voor
een recidief zijn een jongere leeftijd, een hoger aantal eerdere episoden,
een ernstige eerdere episode, negatieve jeugdervaringen en het ervaren
van tegenslag in het dagelijks leven.

De comorbiditeit van stemmingsstoornissen en andere vormen van
psychopathologie is hoog. Depressieve stoornissen gaan vaak samen met
angststoornissen. Er is sprake van een sterke samenhang tussen
depressieve stoornissen en lichamelijke klachten (30-60%). Ook
afhankelijkheid van middelen komt vaak samen met
stemmingsstoornissen.

Leertheoretici veronderstellen dat een depressieve stoornis het gevolg is
van een specifieke leergeschiedenis, met name waarin operante
conditionering centraal staat. Volgens deze theorie kan een depressie
ontstaan als mensen niet voldoende hebben geleerd om beloningen
(bekrachtigingen) te ontlokken aan de buitenwereld.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittmorsink. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78600 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$8.21  1x  sold
  • (0)
  Add to cart